De nieuwe legislatuur en het model huishoudelijk reglement van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.
Besluit van de gemeenteraad van 7 maart 2019 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: vaststellen, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2022 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: wijzigen.
Model huishoudelijk reglement van Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (https://www.vvsg.be/nieuwsoverzicht/vvsg-lanceert-nieuwe-modellen-voor-huishoudelijke-reglementen).
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) stelt nieuwe modellen beschikbaar voor het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Aan het begin van elke bestuursperiode moet de gemeenteraad een huishoudelijk reglement vaststellen.
Dat reglement zorgt voor een duidelijke structuur in de besluitvorming en beschrijft de rechten en plichten van de raadsleden.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt zoveel als mogelijk afgestemd op het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn om de samenwerking tussen gemeente en OCMW te versterken.
Toelichting van de heer Derudder, burgemeester.
niet van toepassing
niet van toepassing
De heer Vandenbroucke, raadslid.
Artikel 1
De gemeenteraad heft het bestaand huishoudelijk reglement, goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad van 7 maart 2019 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: vaststellen, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2022 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: wijzigen, op.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt haar huishoudelijk reglement goed als volgt:
GEMEENTERAAD: 2025-2030
BIJEENROEPING
Artikel 1
§1.
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken, die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en dit ten minste tienmaal per jaar.
§ 2.
De gemeenteraad vergadert in de raadzaal van het gemeentehuis, in het gemeenschapscentrum OC Mandelroos (Eenaemezaal) aan het Gemeenteplein, 1, of in de gemeenschapszaal Tjuf aan de Tieltsteenweg, 8.
Artikel 2
§ 1.
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
§ 2.
De voorzitter kan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten plaatsvinden.
Hierbij stelt de voorzitter voor de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn duidelijk onderscheiden agenda’s op.
§ 3.
De oproeping wordt verzonden via het persoonlijke e-mailadres van elk raadslid.
De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze bepaald in artikel 9, §1 van dit reglement.
§ 4.
De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering.
De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter.
De aanvraag moet ondertekend zijn door minstens het vereiste aantal raadsleden en moet tijdig ingediend worden zodat de voorzitter de oproepingstermijnen, bepaald in artikel 2, § 4. van dit reglement, kan nakomen.
§ 5.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.
De voorzitter kan punten aan de agenda toevoegen.
§ 6.
De oproeping wordt minstens acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
Het is de bevoegdheid van de voorzitter van de gemeenteraad om die spoedeisendheid vast te stellen.
Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.
§ 7.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering.
De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.
Voor elk punt dat ter stemming voorligt moet een toegelicht voorstel van beslissing toegevoegd zijn.
Minstens één dergelijk punt moet op de agenda staan.
Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 3
§1.
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen.
Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter.
Een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.
§2.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen via de notuleringstoepassing..
FYSIEK, DIGITAAL OF HYBRIDE
Artikel 4.
§ 1.
De gemeenteraad kan enkel digitaal vergaderen in volgende uitzonderlijke omstandigheden:
Pas nadat de raadsvoorzitter vastgesteld heeft dat een dergelijke uitzonderlijke omstandigheid zich effectief voordoet, wordt overgegaan tot een digitale vergadering van de gemeenteraad.
Dezelfde voorwaarden voor de oproeping gelden als in artikel 2 van dit reglement, met daarbij de duidelijk vermelding dat het om een digitale vergadering gaat, inclusief de link met de toegang tot de digitale vergadering.
Is de oproeping voor vergadering reeds verstuurd, dan blijft die geldig, maar wordt op dezelfde wijze een aanvulling gestuurd die duidelijk maakt dat de vergadering enkel digitaal zal doorgaan, inclusief de link met de toegang tot de digitale vergadering.
Van die aanvulling kan geen gebruik gemaakt worden om nog bijkomende punten aan de agenda toe te voegen.
Ook de bekendmaking voor het publiek wordt op dezelfde wijze als in artikel 8, §1 van dit reglement aangevuld.
De voorwaarden uit het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen gelden onverminderd.
§ 2.
De gemeenteraad kan enkel hybride vergaderen in volgende omstandigheden:
Pas nadat de raadsvoorzitter vastgesteld heeft dat een dergelijke uitzonderlijke omstandigheid zich effectief voordoet, wordt overgegaan tot een hybride vergadering van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad is steeds fysiek aanwezig bij een hybride vergadering.
Dezelfde voorwaarden voor de oproeping gelden als in artikel 2 van dit reglement, met daarbij de duidelijk vermelding dat het om een hybride vergadering gaat, inclusief de link met de digitale toegang tot de hybride vergadering.
De oproeping vermeldt welke raadsleden digitale toegang hebben.
Is de oproeping voor vergadering reeds verstuurd, dan blijft die geldig, maar wordt op dezelfde wijze een aanvulling gestuurd, die duidelijk maakt dat de vergadering hybride zal doorgaan, inclusief de link met de digitale toegang tot de vergadering.
Van die aanvulling kan geen gebruik gemaakt worden om nog bijkomende punten aan de agenda toe te voegen.
Ook de bekendmaking voor het publiek wordt op dezelfde wijze als in artikel 8, §1 van dit reglement aangevuld.
De voorwaarden uit het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen gelden onverminderd.
OPENBAAR OF BESLOTEN
Artikel 5
§1.
De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
§2.
De vergadering is niet openbaar als:
§3.
De vergaderingen over de beleidsrapporten (= het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
Artikel 6
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij de voorzitter de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is.
Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de openbare zitting van de OCMW-raad, gevolgd door de eventuele besloten zitting van de OCMW-raad.
Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad.
In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
Artikel 7
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen, die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
INFORMATIE VOOR HET PUBLIEK
Artikel 8
§1.
Plaats, dag, uur en agenda van de gemeenteraadsvergadering en de agenda ervan worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webtoepassing van de gemeente.
Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Deze bekendmaking wordt gecommuniceerd via de sociale-media-kanalen van het lokaal bestuur.
Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
§ 2.
De agenda van de vergadering van de raad wordt bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN
Artikel 9
§1.
Vanaf de verzending van de oproeping worden op de notuleringstoepassing van de gemeente voor de raadsleden alle stukken ter beschikking gesteld, die horen bij de agenda.
In het bijzonder gaat het over de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de gemotiveerde ontwerpen van beslissing.
Ook de nog goed te keuren notulen en het nog goed te keuren zittingsverslag van de vorige vergadering worden op dezelfde wijze ter beschikking gesteld.
§2.
De ontwerpen van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering, waarop ze besproken worden aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd op de notuleringstoepassing én op papier.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals in artikel 9, §1 van dit reglement.
Artikel 10
Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens, die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek per e-mail aan de algemeen directeur.
Vragen worden op dezelfde wijze beantwoord als ze gesteld worden, tenzij het raadslid en de algemeen directeur (of het aangewezen personeelslid) anders overeenkomen.
Artikel 11
§1.
De gemeenteraadsleden hebben, ongeacht de drager, het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten betreffende het bestuur van de gemeente.
§2.
De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze, waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden via de notuleringstoepassing van de gemeente.
§3.
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
§4.
De raadsleden hebben via de notuleringstoepassing van de gemeente steeds toegang tot het register van ingaande en uitgaande briefwisseling en tot alle volgende documenten, die opgemaakt zijn tijdens de huidige bestuursperiode:
§5.
Alle andere dossiers, stukken en akten, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente dan die in artikel 9 en artikel 11, § 2 tot § 4 van dit reglement, kunnen door de raadsleden op vraag geraadpleegd worden via de notuleringstoepassing van de gemeente.
De raadsleden vragen inzage via e-mail aan de algemeen directeur.
Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien.
Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan de algemeen directeur schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Uiterlijk drie acht dagen na ontvangst van de aanvraag antwoordt de algemeen directeur via e-mail met een link naar het netwerk van de gemeente, waarop de stukken beschikbaar gesteld worden.
De stukken worden vanaf dat moment minstens acht dagen beschikbaar gesteld. Indien een raadslid vermoedt dat een opgevraagd stuk onvolledig is, meldt het raadslid dit onmiddellijk aan de algemeen directeur.
Ook als de inzage geweigerd wordt, antwoordt de algemeen directeur binnen dezelfde termijn via een e-mail met daarin de motivering waarom de inzage geweigerd wordt.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip, waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
§6.
De gemeenteraadsleden kunnen via een gelijkaardige procedure en termijnen als in §5 van dit artikel een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten.
De gevraagde afschriften worden niet ter beschikking gesteld via de notuleringstoepassing van de gemeente, maar ter afhaling klaargelegd op het secretariaat van de gemeente of per e-mail doorgestuurd, op uitdrukkelijke vraag van het betrokken raadslid.
Er wordt geen vergoeding gevraagd voor een geleverd afschrift, tenzij de aanvraag zeer omvangrijk is.
Artikel 12
Raadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten, die de gemeente opricht en beheert, te bezoeken.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens drie dagen vooraf schriftelijk mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft.
Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van de gemeente mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking.
De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
Artikel 13
Raadsleden hebben het recht om schriftelijke en mondelinge vragen te stellen aan het college van burgemeester en schepenen over gemeentelijke aangelegenheden.
Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Raadsleden stellen hun schriftelijke vragen via een e-mail aan de algemeen directeur.
De algemeen directeur bevestigt meteen via e-mail de ontvangst van de vraag.
Raadsleden kunnen mondelinge vragen stellen:
Ten laatste op de tweede werkdag om 9 uur vóór de raadsvergadering kunnen de raadsleden of hun fractie via een e-mail aan de algemeen directeur hun mondelinge vragen bezorgen.
Bij de vraagstelling wordt aangegeven:
In dat geval kan het raadslid of een lid van zijn of haar fractie in de gemeenteraad de vragen mondeling stellen op de gemeenteraad en antwoordt de burgemeester of een schepen meteen op de zitting;
De mondelinge vragen worden gesteld na afhandeling van de agendapunten van de openbare vergadering van de gemeenteraad, waarover gestemd moet worden.
Is het conform artikel 5, §2 van dit reglement niet mogelijk de vraag te behandelen in het openbare deel van de vergadering, dan wordt die behandeld bij de start van het besloten deel.
Raadsleden kunnen ook schriftelijke vragen stellen.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
De mondelinge en schriftelijke vragen en antwoorden worden niet opgenomen in de notulen.
QUORUM
Artikel 14
§1.
Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst.
De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.
§2.
De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
Indien tijdens de vergadering het quorum niet meer gehaald wordt, schorst de voorzitter de vergadering voor een kwartier.
Stelt de voorzitter na de heropening vast dat er nog steeds niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te vergaderen, dan sluit de voorzitter de vergadering.
De agendapunten die niet afgehandeld zijn, worden hernomen bij de start van de eerstvolgende raadsvergadering.
Ze worden ook op die wijze opgenomen in de agenda.
§3.
De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen, die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
VERGADEREN
Artikel 15
§1.
De voorzitter van de gemeenteraad zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
§2.
Op vraag van een raadslid, of op eigen initiatief, kan de voorzitter de vergadering schorsen als dat wenselijk is.
De duur van de schorsing wordt bepaald door de voorzitter van de raad.
Van deze schorsing wordt melding gemaakt in de notulen.
§3.
Het laten deelnemen van derden aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen bepaald in het decreet over het lokaal bestuur en de reglementen van de gemeenteraad.
Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en/of beroepservaring als deskundig worden erkend.
De voorzitter kan derden uitnodigen.
Derden kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming en mogen het besloten deel van de vergadering enkel bijwonen gedurende de toelichting, die ze geven.
De voorzitter bepaalt wanneer een derde tijdens de raad het woord krijgt.
§4.
De voorzitter van de gemeenteraad geeft bij het begin van de raad kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§5.
Een punt, dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden.
De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Artikel 16
§1.
Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad of er amendementen zijn op het voorstel van beslissing en welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
Als er amendementen zijn, worden deze schriftelijk bezorgd aan de voorzitter.
Ze worden mondeling toegelicht door de indiener wanneer die het woord krijgt.
Een amendement is een voorstel tot wijziging van de voorgestelde beslissing bij een agendapunt, zonder dat de voorgestelde beslissing daardoor fundamenteel verandert.
Wordt er twijfel geuit of het wel gaat om een amendement of een nieuw agendapunt, dan beslist de raad of het om een amendement gaat.
Meent de raad dat dit niet het geval is, dan wordt het ingediende amendement als onbestaande beschouwd.
Kleine tekstaanpassingen na het rondsturen van de agenda van de gemeenteraad worden aangeduid in het geel zodat de gemeenteraadsleden kunnen vaststellen welke tekstaanpassingen worden voorgesteld.
De voorzitter verleent het woord in volgorde van de aanvragen en, in geval van gelijktijdige aanvraag, op basis van de rangorde van de raadsleden.
§2.
De voorzitter kan op elk moment in de vergadering het woord geven aan de algemeen directeur.
Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.
§3.
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
§4.
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde krijgt iemand voorrang om te spreken, waardoor de bespreking van de hoofdvraag of het voorstel van beslissing tijdelijk wordt onderbroken:
§5.
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij/zij spreekt, behalve door de voorzitter voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen.
Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan het woord door de voorzitter ontnomen worden.
Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor zij die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en gekregen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
§6.
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest, sluit de voorzitter de bespreking.
Artikel 17
§1.
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen, die de voorzitter in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
§2.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen.
Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
§3.
De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op een andere wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
§4.
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, en daardoor het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij/zij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit de voorzitter de vergadering.
De raadsleden en de toehoorders moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
STEMMEN
Artikel 18
§1.
Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de stemming waarover de vergadering zich moet uitspreken
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
§2.
De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen.
De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend.
Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Artikel 19
§1.
De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.
§2.
De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt:
Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 18, § 1 van dit reglement vraagt de voorzitter achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden.
Elk gemeenteraadslid kan per stemming slechts eenmaal zijn hand opsteken om zijn of haar keuze duidelijk te maken.
§3.
De mondelinge stemming geschiedt door elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken.
Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de fracties.
§4.
De gemeenteraadsleden stemmen niet geheim, behalve in de volgende gevallen:
§5.
De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.
Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van artikel 34 van dit reglement).
De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
Artikel 20
Bij een geheime stemming worden voorbereide stembriefjes gebruikt en wordt uniform schrijfmateriaal ter beschikking gesteld, zodat het niet mogelijk is om aan de stembriefjes te zien welke pen of potlood er gebruikt is.
De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich.
De onthouding gebeurt bij een geheime stemming door het afgeven van een blanco stembriefje.
De algemeen directeur staat in voor de stemming en de stemopneming, behoudens een andersluidende wettelijke bepaling.
Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld.
Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Artikel 21
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan.
Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten.
Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen.
Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
De stemmen kunnen alleen worden uitgebracht op de kandidaten, die op de lijst voorkomen.
Artikel 22
§1.
De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad.
Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
§2.
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen, die hij/zij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.
In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad.
Is er in de OCMW-raad een afzonderlijke stemming geweest, waardoor de stemming over het geheel verdaagd is naar een volgende vergadering van de OCMW-raad en had de gemeenteraad ervoor zijn deel van het beleidsrapport al vastgesteld, dan vervalt die vaststelling en stelt de gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
NOTULEN, ZITTINGSVERSLAG EN ONDERTEKENING
Artikel 23
§1.
De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen.
Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of die voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
§2.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden.
Het zittingsverslag bestaat uit een audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
§3.
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 5, §2 en artikel 6 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt over die aangelegenheid geen zittingsverslag opgesteld.
Artikel 24
§1.
De nog goed te keuren notulen en het nog goed te keuren zittingsverslag van de vorige raadsvergadering worden ter beschikking gesteld van de raadsleden zoals bepaald in artikel 9, §1 van dit reglement.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering.
Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.
In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering daarna.
Het zittingsverslag wordt samen met de notulen actief openbaar gemaakt via de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente.
§2.
Als de gemeenteraad het wenselijk acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en ter plekke door de algemeen directeur en een meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
Artikel 25
De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur.
Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
FRACTIES
Artikel 26
§1.
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie.
Enkel wanneer voldaan is aan artikel 71, vijfde lid, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 kunnen de kandidaten van een lijst twee aparte fracties vormen.
§2.
Elke fractie kiest een fractieleider uit haar leden en deelt op de eerstvolgende raadsvergadering mee wie de fractieleider is.
Een fractie kan op elk moment een nieuwe fractieleider kiezen.
De fractieleider vertegenwoordigt de fractie in de vergaderingen van de gemeenteraad en het bureau van de raad.
Hij/zij fungeert als aanspreekpunt voor de algemeen directeur en het college van burgemeester en schepenen.
De fractieleider coördineert de standpunten en activiteiten van de fractie en zorgt voor een effectieve communicatie binnen de fractie.
Wanneer de fractieleider afwezig is, wordt deze functie waargenomen door een ander lid van de fractie.
Men kijkt daarbij in afnemende volgorde naar de naamstemmen die elk lid behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen.
§ 3.
Iedere fractie kan gebruik maken van de vergaderlokalen in het OC Mandelroos voor de vergaderingen van de fractie en niet publieke vergaderingen uitgaande van de fractie.
Het gebruik van deze lokalen wordt aangevraagd door de fractievoorzitter via e-mail op het adres secretariaat@oostrozebeke.be bij voorkeur minstens vijf kalenderdagen vooraf.
De fractievoorzitter ontvangt een bevestiging of een weigering.
De sleutel wordt afgehaald in het gemeenschapscentrum “O.C. Mandelroos” voor de vergadering en teruggebracht na de vergadering.
§ 4.
Iedere fractie kan gratis gebruik maken van de Vlaskapelle in het gemeenschapscentrum “O.C. Mandelroos” voor de vergaderingen van de fractie en niet publieke vergaderingen uitgaande van de fractie.
De afdeling vrije tijd – gemeenschapscentrum is bevoegd om een ander lokaal ter beschikking te stellen indien de Vlaskapelle al verhuurd is.
Voor de reservering en het gebruik is het algemeen politiereglement van toepassing.
RAADSCOMMISSIES
Artikel 27
§1.
De gemeenteraad kan commissies oprichten, die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden.
De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze, waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht.
De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
§2.
De gemeenteraad bepaalt het aantal leden per gemeenteraadscommissie.
De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens het systeem D’Hondt.
Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig de voormelde berekeningswijze toekomen, met een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, worden de mandaten toegewezen in de volgorde waarin de kandidaten vermeld staan op de akte van voordracht.
Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht hetzelfde aantal leden in de commissies te behouden.
Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie, kan dit gemeenteraadslid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie.
Niettemin behouden die fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
Deze regel geldt niet voor raadscommissies, waarvan alle raadsleden lid zijn.
De commissies worden echter opnieuw samengesteld na de aanname van een collectieve of een individuele constructieve motie van wantrouwen als daardoor het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties, waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen niet hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.
§3.
Om ontvankelijk te zijn, moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Als de fractie van het kandidaat-commissielid maar uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen.
Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie
Raadsleden, die op basis van artikel 12 van het decreet over het lokaal bestuur tijdelijk in de raad zetelen ter vervanging van een verhinderd raadslid, vervangen dat raadslid tijdens de periode van verhindering ook in de commissies waar het verhinderd lid normaal gezien zetelt.
§4.
Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid dat gekozen is door en onder de leden van de commissie.
De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.
§5.
De commissies vergaderen in principe fysiek, tenzij de voorzitter in de bijeenroeping aangeeft dat het om een digitale vergadering gaat.
Bij een fysieke vergadering kan de voorzitter bij het begin van de vergadering ook de toelating geven aan een of meer leden die erom verzoeken om digitaal deel te nemen.
De commissievoorzitter zelf kan nooit digitaal deelnemen aan een fysieke of hybride vergadering van een commissie.
De commissie wordt door de commissievoorzitter bijeengeroepen op dezelfde wijze als de raad bijeengeroepen wordt in artikel 2, §2 (en eventueel artikel 4, §1 en §2) van dit reglement.
De stukken die bij de agenda horen, worden op dezelfde wijze bekend gemaakt aan de raadsleden.
De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd.
Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webtoepassing van de gemeente.
Een derde van de leden van de commissie kan de commissievoorzitter vragen de commissie bijeen te roepen.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, of het gaat om een fysieke of digitale vergadering, en de datum en het uur van de beoogde vergadering.
De algemeen directeur bezorgt de voorstellen aan de commissievoorzitter.
De aanvraag moet ondertekend zijn door minstens het vereiste aantal commissieleden en moet tijdig ingediend worden, zodat de commissievoorzitter de commissie bijeen kan roepen binnen een redelijke termijn.
De commissievoorzitter kan punten aan de agenda toevoegen.
De vergaderingen van de commissies zijn openbaar volgens dezelfde regels als die voor de gemeenteraad.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De leden van de commissies stemmen nooit geheim, behalve in de gevallen bepaald in artikel 18, §3 van dit reglement.
Raadsleden, die geen lid van de commissie zijn, of geen lid zijn met raadgevende stem, kunnen zonder stemrecht en zonder recht op presentiegeld de vergaderingen van de commissies bijwonen.
Ze hebben er ook spreekrecht.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van een raadscommissie wordt waargenomen door de algemeen directeur of door een daartoe door de algemeen directeur aangewezen personeelslid.
§6.
De bijzondere gemeenteraadscommissie voor de evaluatie van de ombudsman of -vrouw en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen volgens dezelfde regels als de gewone raadscommissies, maar wel besloten.
§7.
De deontologische commissie is geen commissie zoals bedoeld in dit artikel.
De samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie wordt geregeld in de deontologische code voor mandatarissen.
WERKGROEPEN
Artikel 28.
§ 1.
De gemeenteraad kan werkgroepen oprichten.
§ 2.
De opdracht van de werkgroep en de timing worden duidelijk omschreven door de gemeenteraad.
§ 3.
In iedere werkgroep zitten zeven gemeenteraadsleden volgens evenredige vertegenwoordiging zijnde vier leden voor Oostrozebeke.nu en twee leden voor INSPRAAK.nu. en 1 lid voor Vlaams Belang Oostrozebeke.
§ 4.
De vertegenwoordigers van de fracties worden medegedeeld door de fractievoorzitter van de respectievelijke fracties voor de gemeenteraad.
§ 5.
De voorzitter van de werkgroep is een gemeenteraadslid.
Een lid van het college van burgemeester en schepen kan geen voorzitter zijn.
De voorzitter wordt gekozen door de gemeenteraadsleden, op de eerste vergadering van de werkgroep.
§ 6.
De andere leden (zoals ambtenaren, deskundigen, leden adviesraden) van de werkgroep worden al dan niet nominatief aangeduid door de gemeenteraad.
§ 7.
De secretaris van de werkgroep is een personeelslid van de gemeente, aangewezen door de algemeen directeur.
ALGEMENE VERGADERINGEN
Artikel 29.
§ 1.
De kandidaat-vertegenwoordiger wordt bij het begin van de legislatuur voorgedragen door de fracties, ook voor de vergaderingen waar de aanstelling telkens moet hernomen worden.
Behoudens bij tijdige verwittiging van de fractievoorzitter wordt aangenomen dat de kandidaat-vertegenwoordiger niet wijzigt.
§ 2.
De verwittiging van de vertegenwoordiger van het gemeentebestuur in de algemene vergaderingen van rechtspersonen en verenigingen en op voorwaarde dat zij niet rechtstreeks door de rechtspersoon of vereniging worden uitgenodigd, gebeurt hetzij schriftelijk (brief, fax, e-mail) hetzij mondeling (ook telefonisch).
De vertegenwoordiger haalt zo nodig de stukken af aan het onthaal (frontoffice) van de gemeente tijdens de openingstijden, tenzij andere afspraken worden gemaakt.
§ 3.
De vertegenwoordiger gaat naar de algemene vergadering. Indien de vertegenwoordiger niet aanwezig kan zijn, zal deze onverwijld het secretariaat verwittigen.
Het college van burgemeester en schepenen duidt de plaatsvervanger aan.
VERGOEDINGEN RAADSLEDEN
Artikel 30.
§1.
Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor de volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
§2.
Het presentiegeld bedraagt voor de vergadering van de gemeenteraad het maximumbedrag vastgesteld door de Vlaamse regering; voor de vergadering van de gemeenteraadcommissies de helft van het maximumbedrag van de vergadering van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die de voorzitter voorzit.
De in dit artikel vermelde bedragen worden geïndexeerd op basis van de bepalingen van art. 9 en 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.
KOSTENVERGOEDINGEN
Artikel 31.
De gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen hebben recht op terugbetaling van de kosten voor gezinsoppas, nodig voor deelname aan gemeenteraads- of raadscommissievergaderingen.
Ze kunnen op deze terugbetaling slechts aanspraak maken mits:
De terugbetaling wordt beperkt tot 20,00 euro per dag, ongeacht het aantal vergaderingen.
Artikel 32.
Aan de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen wordt een vergoeding voor reiskosten toegekend.
Deze vergoeding wordt slechts uitgekeerd voor verplaatsingen (heen en terug) buiten de gemeentegrenzen voor opdrachten of activiteiten of vormingen.
Deze vergoeding behelst (zo nodig cumulatief):
Artikel 33.
§ 1.
De gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen hebben recht op de terugbetaling van de kosten gemaakt voor vorming.
De vorming en de kostprijs moeten relevant zijn.
De beoordeling gebeurt door de algemeen directeur.
§ 2.
Ze kunnen aan de algemeen directeur vragen om ingeschreven te worden voor een vorming via e-mail.
Ingeval van een positieve beoordeling van de aanvraag wordt de inschrijving en de betaling rechtstreeks geregeld via het gemeentebestuur.
§ 3.
De vraag om terugbetaling van de kosten gebeurt via een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier.
De nodige bewijsstukken worden bijgevoegd.
§ 4.
De algemeen directeur oordeelt of de kosten voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in dit huishoudelijk reglement.
Artikel 34.
§ 1.
Aan de gemeenteraadsleden wordt een forfaitaire kostenvergoeding toegekend van 10,00 euro per maand voor het professioneel gebruik van internet.
§ 2.
Aan de schepenen wordt een forfaitaire kostenvergoeding toegekend van 15,00 euro per maand voor hetbprofessioneel gebruik van internet.
§ 3.
Aan de burgemeester wordt een forfaitaire kostenvergoeding toegekend van 25,00 euro per maand voor het professioneel gebruik van een smartphone.
§ 4.
De nodige bewijsstukken voor deze forfaitaire kostenvergoeding worden aan de gemeente voorgelegd wanneer deze worden opgevraagd.
Artikel 35.
Jaarlijks wordt een overzicht van de terugbetaalde kosten of de kosten rechtstreeks ten laste genomen door het gemeentebestuur ter kennis van de gemeenteraad gebracht.
Er wordt geen terugbetaling uitgevoerd voor kosten, die al door andere instanties (privébedrijf, intercommunale, overheidsdienst) worden terugbetaald.
De voormelde kostenvergoedingen kunnen ook niet gecumuleerd worden met de kostenvergoedingen verbonden aan een mandaat binnen het OCMW.
Artikel 36.
§ 1.
De betaling van de goedgekeurde onkosten gebeurt per kwartaal.
Het gemeenteraadslid dient ten laatste de staat of staten de maand volgende op de laatste maand van het kwartaal in.
Het gemeenteraadslid gebruikt daartoe het voorziene formulier.
Laattijdig ingediende staten worden niet betaald.
Ten onrechte betaalde onkosten worden teruggevorderd; deze mogen afgehouden worden van een volgende onkostenstaat of de presentiegelden.
§ 2.
De betaling van de forfaitaire kostenvergoedingen voor het professioneel gebruik van internet of gsm, gebeurt samen met de wedde voor de uitvoerende mandatarissen en samen met de presentiegelden voor de gemeenteraadsleden.
Artikel 37.
De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden.
De gemeente sluit naast de verzekering, vermeld in het eerste lid, de volgende verzekeringen af:
BEPALINGEN OVER HET BIJZONDER COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST
Artikel 38.
In de gemeente is er geen bijzonder comité voor de sociale dienst.
VERZOEKSCHRIFTEN
Artikel 39.
§ 1.
Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door één of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten.
Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.
§ 2.
De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort.
Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§ 3.
Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW.
De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 4.
Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling.
Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Artikel 40.
§ 1.
Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen.
Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§ 2.
De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§ 3.
De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente.
In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§ 4.
Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
SPREEKRECHT VOOR BURGERS
Artikel 41.
Een half uur voor:
wordt een spreekrechtronde georganiseerd voor de inwoners van Oostrozebeke.
Deze spreekrechtronde maakt geen deel uit van de formele agenda van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 42.
De spreekrechtronde beoogt de inwoners van Oostrozebeke de gelegenheid te geven zich in een publieke vergadering te richten tot de leden van het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau.
Artikel 43.
§ 1.
Om spreekrecht verleend te worden, moet aan de hiernavolgende voorwaarden worden voldaan:
§2.
Laattijdig ingediende aanvragen worden behandeld in de volgende spreekrechtronde.
De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld.
§ 3.
Indien het antwoord op een aanvraag, omwille van de complexiteit van de materie of de noodzaak tot opzoeken van informatie door de bevoegde diensten, niet tijdig kan worden verstrekt, wordt de behandeling uitgesteld naar de eerstvolgende spreekrechtronde.
De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld.
§ 4.
Het spreekrecht is beperkt tot maximaal 3 maal per kalenderjaar per aanvrager.
§ 5.
Het spreekrecht is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.
Als de aanvrager afwezig is zonder voorafgaand bericht, wordt de aanvraag als ingetrokken beschouwd.
Artikel 44.
§ 1.
De voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn oordeelt over de ontvankelijkheid van de aanvragen.
§ 2.
De leden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn worden van de ontvankelijke aanvragen en de spreekrechtronde op de hoogte gebracht via de (gezamenlijke) oproeping.
§ 3.
Niet ontvankelijk zijn onder meer, aanvragen betreffende:
§ 4.
Het gemotiveerde besluit van de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn houdende de niet-ontvankelijkheid van een aanvraag, wordt medegedeeld aan de aanvrager en ter kennis voorgelegd aan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 45.
§ 1.
De spreekrechtronde duurt maximaal een half uur.
§ 2.
De aanvragen, die binnen deze tijdspanne niet kunnen behandeld worden, worden uitgesteld naar de eerstvolgende spreekrechtronde.
De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld.
De aanvrager kan er evenwel voor kiezen om zijn/haar vraag binnen de 30 dagen schriftelijk te laten beantwoorden door de burgemeester, de bevoegde schepen, de voorzitter van het vast bureau of het bevoegde lid van het vast bureau.
§ 3.
De ontvankelijke aanvragen worden behandeld in chronologische volgorde van ontvangst.
Er worden per spreekrechtronde maximaal 3 aanvragen behandeld.
§ 4.
Vragen over hetzelfde onderwerp worden samengevoegd en samen behandeld.
Artikel 46.
§ 1.
De spreekrechtronde wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn en vangt aan zodra de voorzitter de spreekrechtronde opent en (minstens) de leden van het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau aan wie een vraag werd gericht, aanwezig zijn.
§ 2.
De aanvrager mag zich slechts wenden tot de voorzitter.
§ 3.
De aanvrager mag niet onderbroken worden wanneer hij of zij spreekt, behalve door de voorzitter voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
§ 4.
De tussenkomst mag niet langer duren dan vijf minuten, waarna de voorzitter de tussenkomst beëindigt.
De tussenkomst wordt beantwoord door het lid van het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau daartoe aangeduid door de voorzitter.
Het antwoord mag niet langer duren dan vijf minuten.
De aanvrager mag kort repliceren en krijgt daarvoor één minuut.
§ 5.
De voorzitter waakt over de tijdsduur van de tussenkomsten.
Als de spreker afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen.
Indien na een eerste verwittiging verder van het onderwerp wordt afgedwaald, kan de spreker het woord door de voorzitter ontnomen worden.
§ 6.
De aanwezige leden van de gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn zijn niet gerechtigd om tussen te komen tijdens de spreekrechtronde.
§ 7.
De voorzitter sluit de spreekrechtronde af.
Artikel 47.
§ 1.
De voorzitter van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn handhaaft de orde tijdens de spreekrechtronde.
Inzake de handhaving van de orde tijdens de spreekrechtronde zijn de relevante bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van toepassing.
§ 2.
Elke spreker, die in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en
bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
§ 3.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging, worden geacht de orde te verstoren.
§ 4.
Het aanwezige publiek bewaart tijdens de zitting de stilte.
De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, terstond uit de aan het publiek voorbehouden plaats ieder persoon doen verwijderen, die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt.
§ 5.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen en voor de handhaving van de orde de spreekrechtronde voor een door hem of haar bepaalde tijd schorsen of sluiten.
COMMUNICATIE MET DE WELZIJNSVERENIGING WOONDIENST REGIO IZEGEM
Artikel 48.
De vertegenwoordigers van de gemeente in de welzijnsvereniging, worden verkozen op de wijze zoals bepaald in artikel 34 van dit reglement.
Artikel 49.
De bespreking van de besluiten van de welzijnsvereniging waar de gemeente lid van is, gebeurt in de OCMW-raad.
Artikel 3
Deze bepalingen treden in werking vanaf 5 september 2025.