Terug
Gepubliceerd op 13/02/2025

Besluit  raad voor maatschappelijk welzijn

do 06/02/2025 - 20:00

Reglement tot delegatie van bevoegdheden aan het vast bureau: vaststellen

Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
Luc Derudder, voorzitter vast bureau
Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Glenn Coppens, Yoerick Impens, raadsleden
Carl Vereecke, algemeen directeur
Verontschuldigd: Jean Pierre Vande Maele, Koen Vandenbroucke, raadsleden
aanleiding

De noodzaak om bepaalde bevoegdheden te delegeren aan het vast bureau.

juridische overwegingen

Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, het laatst gewijzigd bij decreet van 28 maart 2024 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met het oog op de vereenvoudiging van de werking en de organisatie van hun organen, meer bepaald het artikel 98.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, meer bepaald het artikel 78.

Het besluit van 5 november 2020 van de raad voor maatschappelijk welzijn houdende reglement tot delegatie van bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen: (her-)vaststellen.

feiten, context en argumentatie

1.

Artikel 78, tweede lid, 10° van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten vastlegt, tenzij:

  1. de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur, vermeld in punt 9°, waarvoor het vast bureau bevoegd is;
  2. de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het vast bureau heeft toevertrouwd (dit gebeurt onder de vorm van een afzonderlijk besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn en niet meer zoals voorheen via de lijst opgenomen in het budget).

Artikel 78, tweede lid, 9° van het decreet over het lokaal bestuur geeft aan de raad voor maatschappelijk welzijn de bevoegdheid om vast te stellen wat onder het begrip dagelijks bestuur moet worden verstaan.

Het vast bureau is ingevolge artikel 84 § 3, 5° van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, die passen binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’.

Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen bij delegatie aan de algemeen directeur worden toegewezen.

2.

Uit de bepalingen van het artikel 78, tweede lid, 3° en 15° van het decreet over het lokaal bestuur, valt af te leiden dat de raad voor maatschappelijk welzijn de hiernavolgende bevoegdheden kan toevertrouwen aan het vast bureau:

  • het vaststellen van reglementen over personeelsaangelegenheden; 
  • het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.

Uit de bepalingen van het artikel 85, tweede en derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur valt af te leiden dat de raad voor maatschappelijk welzijn de hiernavolgende bevoegdheden kan delegeren aan het vast bureau:

  • het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
  • het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan;
  • het vaststellen van het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Uit de memorie van toelichting bij het voorontwerp van decreet over het lokaal bestuur, bij de bespreking van het artikel 78 en 84, blijkt dat de hiernavolgende bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn gedelegeerd kunnen worden aan het vast bureau:

  • het nemen van besluiten waarbij de financiële lasten van de opgenomen leningen worden herschikt door die lasten te spreiden over een kortere, gelijke of langere periode;
  • het nemen van besluiten voor het aangaan van leningen voor een periode langer dan één jaar;
  • de vaste belegging van kapitalen voor een periode langer dan één jaar.

Het opnemen en herschikken van leningen mag niet los gezien worden van de beleidsrapporten (vaststelling = bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn) en het vrijwaren van het financieel evenwicht.

Artikel 98 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn stelt dat het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, rekening houdend met de inkomsten van de betrokkene, de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening bepaalt.

Volgens het Agentschap Binnenlands Bestuur, kan, naar analogie met de retributies in de gemeente, de bevoegdheid over de tarieven van de dienstverlening, desgevallend binnen de voorwaarden vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, overgedragen worden aan het vast bureau.

Besluiten over het reglement van de dienstverlening en het principe dat er een tarief is, behoren tot de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Toelichting van de heer Derudder, burgemeester.

financiële impact

niet van toepassing

Publieke stemming
Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Glenn Coppens, Yoerick Impens, Carl Vereecke
Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
Tegenstanders: Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Glenn Coppens, Yoerick Impens
Resultaat: Met 12 stemmen voor, 5 stemmen tegen
besluit

Artikel 1

Het reglement houdende de delegatie van bevoegdheden aan het vast bureau wordt als volgt vastgesteld:

Reglement houdende de delegatie van bevoegdheden aan het vast bureau

Artikel 1

Algemene omschrijving van het begrip ‘dagelijks bestuur’.

De handelingen van dagelijks bestuur hebben betrekking op de regeling van de behoeften van het dagelijks werken, de zaken van een gering belang en de zaken die naar snelheid van optreden een dringend karakter vertonen.

Artikel 2

Omschrijving van het begrip ‘dagelijks bestuur’ in het kader van overheidsopdrachten (opdrachten voor werken, leveringen en diensten die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur). Het dagelijks bestuur, bij toepassing van artikel 78, tweede lid, 10° a) van het decreet over het lokaal bestuur, omvat de volgende bevoegdheden:

    • het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, voor wat betreft de opdrachten te gunnen op de kredieten voor exploitatie;
    • het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, voor wat betreft de opdrachten te gunnen op de kredieten voor investeringen tot en met het bedrag van 144 000,00 euro (exclusief btw). Voor de bepaling van de waarde van de opdracht worden alle percelen en aanverwante kosten (studie, …) samen gerekend.

Artikel 3

De raad voor maatschappelijk welzijn vertrouwt de uitoefening van de volgende bevoegdheden toe aan het vast bureau:

    • het vaststellen van de tarieven van de dienstverlening en het bepalen van de wijze van inning van deze tarieven;
    • het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
    • het vaststellen van het arbeidsreglement, inclusief deontologische code, van het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
    • het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben;
    • het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan;
    • het vaststellen van het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
    • het nemen van besluiten waarbij de financiële lasten van de opgenomen leningen worden herschikt door die lasten te spreiden over een kortere, gelijke of langere periode;
    • het nemen van besluiten voor het aangaan van leningen voor een periode langer dan één jaar;
    • de vaste belegging van kapitalen voor een periode langer dan één jaar.

Artikel 2

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 november 2020 betreffende reglement tot delegatie van bevoegdheden aan het vast bureau: (her-)vaststellen, wordt opgeheven.

Artikel 3

Dit reglement treedt in werking vanaf heden.