De voorzitter opent de zitting op 07/09/2023 om 20:10.
De raad neemt kennis van:
Retributie op het parkeren met beperkte parkeertijd (Shop & Go zones).
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, het laatst gewijzigd bij decreet Vlaamse Raad van 31 maart 2023.
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, en van het gebruik van de openbare weg, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 maart 2023.
Het ministerieel besluit van 1 december 1975 tot vaststelling van de kenmerken van bepaalde schijven, bebakeningen, en platen die voorgeschreven zijn door het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 14 mei 2023.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, het laatst gewijzigd bij decreet van 22 oktober 2021.
Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 23 juni 2011.
Decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven.
Ondernemers en hun klanten willen vooral parkeerplaats(en) “voor de deur”.
Naast deze klanten maken ook bewoners en mensen, die in de gemeente tewerkgesteld zijn geregeld (met meerdere wagens) gebruik van de parkeerplaatsen voor en bij de handelszaken.
De toename van appartementen in het centrum zorgt voor een verhoogde parkeerdruk.
Hoewel er in Oostrozebeke heel wat parking is, wordt toch een zekere parkeerdruk gepercipieerd in de nabije omgeving van de handelszaken.
De handelszaken in de gemeente Oostrozebeke leven immers vooral van runshopping en de meeste winkelbezoeken gebeuren dus op basis van passage.
Een parkeerplaats in de nabije omgeving van de winkels is dan ook essentieel.
Om hieraan tegemoet te komen wordt ingezet op een aangepast en moderner parkeerbeleid met respect voor de diverse gebruikers.
In het centrum wordt het Shop & Go parkeermodel geïntegreerd om een hogere rotatie van de parkeerplaatsen in de directe omgeving van de winkels te stimuleren.
De nodige kredieten zullen ingeschreven worden in de eerstkomende aanpassing van het meerjarenplan 2020 -2025, nummer 8 van het jaar 2023.
De ontvangst zal voorzien worden in de aanpassing meerjarenplan 2020-2025, op het exploitatiekrediet van het jaar 2023: IP-geen, actie 111, budgetrekening 0220-00/7030002-500.
niet van toepassing
Mevrouw Lefebre en de heer Vandenbroucke, raadsleden.
Artikel 1
Een retributie wordt geheven op het parkeren op de parkeerplaatsen, waar de beperking van de parkeertijd geregeld is overeenkomstig art. 27.1 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Artikel 2
Onder ‘shop & go-zones’ wordt verstaan: Parkeerplaatsen voor kortparkeren aangeduid met het verkeersbord E9a inclusief onderbord dat het volgende regime, zonder gebruik van een parkeerschijf, kenbaar stelt: maximum 30 minuten van maandag tot en met zaterdag van 9 u. tot 18 u.
Artikel 3
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Artikel 4
De door de gebruiker toegelaten parkeerduur van 30 minuten op de parkeerplaatsen voor Shop & Go wordt vastgesteld door middel van tijdsregistratie door de aanwezige parkeersensoren. Een intelligente sensor in het parkeervak registreert de parkeerbewegingen en stuurt deze door naar een platform. Deze registratie vervangt de controle van de parkeerschijf.
Artikel 5
De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.
De bestuurder, die het voertuig parkeert, is samen met de houder van de nummerplaat, solidair gehouden tot betaling van de retributie.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente Oostrozebeke.
Artikel 6
Bij het overschrijden van de toegelaten parkeertijd (30 minuten) ontvangt de aangestelde van de gemeente een automatische melding en gaat ter plaatse om de nodige vaststellingen te doen.
Het softwarematig vaststellen van een langere parkeerduur dan de toegelaten 30 minuten leidt tot toepassing van een retributie van 25,00 euro per dag. De retributie dient te worden betaald binnen de tien kalenderdagen overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het bericht dat door de aangestelde van de gemeente achter de voorruit, of als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het motorvoertuig, wordt aangebracht.
Artikel 7
Eventuele klachten met betrekking tot de factuur / retributie dienen gemeld te worden binnen de veertien (14) dagen na factuurdatum. Bij gebrek aan klacht of protest wordt de retributie als onbetwist en opeisbaar beschouwd.
Artikel 8
De kosten voor aanmaningen wordt geregeld en toegepast zoals vermeld in hoofdstuk 16 "opvolgen van niet-fiscale en fiscale schuldvorderingen" van het gecoördineerd retributiereglement van de gemeente.
Bij gebrek aan betaling in der minne wordt de invordering van de retributie burgerrechtelijk en/of op grond van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur ingevorderd.
Artikel 9
Dit reglement treedt inwerking op 15 september 2023 om 00.00 uur.
E-mail van 22 augustus 2023 van Woondienst Regio Izegem betreffende Energiehuis regio Izegem.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Decreet van 8 mei 2009 (en latere wijzigingen) houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid.
Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft maatregelen naar aanleiding van de energiecrisis, laatst gewijzigd bij besluit van 19 oktober 2022 van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2022.
Besluit van 16 juni 2023 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Besluit van 2 september 2021 van de gemeenteraad van Oostrozebeke betreffende de nieuwe samenwerkingsovereenkomst ENERGIEhuis WVI: goedkeuren.
Besluit van 7 juni 2023 van het college van burgemeester en schepenen betreffende wonen en klimaat - erkenning energiehuis regio Izegem.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende wonen en klimaat: erkenning energiehuis regio Izegem: bekrachtiging van besluit van 7 juni 2023 van het college van burgemeester en schepenen.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 7 2020 – 2025: Raad 06_07_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
De 5 gemeenten die momenteel participeren in de Woondienst Regio Izegem hebben allen het lokaal energie- en klimaatpact (LEKP) ondertekend.
Het pact moet de basis leggen voor een structurele samenwerking tussen Vlaanderen en de lokale besturen, en moet door wederzijdse engagementen garant staan voor een krachtdadig lokaal klimaat- en energiebeleid.
Het pact is opgebouwd rond 4 “werven”, waarvan werf 2 ‘Verrijk je wijk’ de focus legt op de rol van huishoudens en particuliere woningen, die toch voor zo’n 30 à 40 % verantwoordelijk zijn voor de CO2 uitstoot.
Voor het uitvoeren van acties m.b.t. wonen en klimaat werken de 5 gemeenten momenteel samen met het energiehuis WVI.
Dit energiehuis heeft een groot werkingsgebied (32 gemeenten).
We moeten echter vaststellen dat de acties te beperkt blijven om een versnelling hoger te kunnen schakelen inzake wonen en klimaat.
Er moeten gerichtere en intensievere acties uitgewerkt, ondersteund en opgevolgd worden om de renovatiegraad in de komende jaren fors te doen toenemen als we de doelstellingen uit het klimaatpact willen bereiken.
Voor de financiering van initiatieven omtrent klimaat voorziet het Vlaams Energie en Klimaatagentschap (VEKA – bevoegdheid minister Demir) middelen voor de energiehuizen.
Het is belangrijk om hierbij aansluiting te vinden, teneinde de middelen optimaal te kunnen inzetten in onze regio.
Op 16 juni 2023 keurde de Vlaamse regering een wijziging van het energiebesluit goed, waarbij o.m. de inhoudelijke opdrachten voor de energiehuizen scherper worden gesteld, maar tevens de subsidiëring substantieel wordt opgetrokken.
Voor een geïntegreerde werking van woon- en energieloketten is er een extra subsidiëring voorzien.
Deze subsidiëring biedt mogelijkheden om een eigen werking omtrent energie op te zetten voor de 5 gemeenten die deel uitmaken van de Woondienst Regio Izegem.
Om ten volle de acties te kunnen uitvoeren die nodig zijn om de beoogde doelstellingen te behalen zal er wel bijkomende input van lokale middelen nodig zijn.
Samen sterk(er) is steeds het leidmotief geweest van het samenwerkingsverband in de regio Izegem.
Door die krachtenbundeling kon er sinds 2004 in elke gemeente een extra impuls gegeven worden aan het woonbeleid.
Dit werd mogelijk gemaakt dankzij Vlaamse subsidies van het Agentschap Wonen in Vlaanderen (bevoegdheid minister Diependaele), in combinatie met een financiële inbreng van de lokale besturen.
Op die manier kon een goede dienstverlening m.b.t. wonen uitgebouwd worden, en kon door de inzet van voldoende medewerkers de continuïteit van die dienstverlening gegarandeerd worden (ook bijvoorbeeld bij tijdelijke afwezigheid van een medewerker).
Deze Vlaamse erkenning en subsidiëring, alsook de afspraken tussen de Woondienst en de 5 gemeenten lopen tot eind 2025.
Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw besluit voor erkenning en subsidiëring van de intergemeentelijke initiatieven lokaal woonbeleid voor de volgende BBC-periode (2026 – 2031).
Dit zal vermoedelijk tegen eind 2023 (uiterlijk begin 2024) klaar zijn, zodat initiatiefnemers zich tijdig kunnen voorbereiden op het uitwerken van een nieuw dossier tegen medio 2025.
In dit nieuw besluit zal normaal gezien een sterke nadruk gelegd worden op de realisatie van een geïntegreerd woon- en energieloket.
In het voorjaar 2023 zijn er 3 overlegmomenten doorgegaan met de burgemeesters en de schepenen bevoegd voor wonen van de 5 gemeenten met het oog op het versterken van de werking rond wonen en klimaat (respectievelijk op 14 februari 2023, 20 april 2023 en 25 mei 2023).
Twee pistes werden verkend, nl. het aangaan van een partnerschap met WVI (met grotere inzet van medewerkers in deze regio) of een eigen erkenning aanvragen als energiehuis voor de regio Izegem.
Na diverse contacten met o.m. VEKA, WVI, energiehuis Oostende, energieplatform Brugge en het recent opgestart energiehuis Leuven werd er een principieel akkoord gegeven om toe te werken naar een eigen erkenning als energiehuis vanaf 2024.
Om de opstart van een eigen energiehuis mogelijk te maken vanaf 2024 moet er uiterlijk op 1 oktober 2023 een erkenningsaanvraag ingediend worden bij VEKA.
Er is een beknopt inhoudelijk programma uitgewerkt dat aangeeft op welke manier de werking van het energiehuis zal geconcretiseerd worden.
Dit programma zal in het najaar verder uitgewerkt en verfijnd worden in overleg met VEKA.
Teneinde de werking op een goede manier te kunnen opstarten werd een financieel scenario uitgewerkt voor de periode van 2024 tot 2026.
Naast de subsidiëring vanuit VEKA wordt een jaarlijkse financiële bijdrage van de gemeente voorzien van 15 000 euro.
Voor de periode 2024 – 2026 wordt tevens gebruik gemaakt van een deel van de provisies van de Woondienst.
Het is de bedoeling om eind 2024 een herberekening te maken voor de volledige BBC-periode (2026 – 2031).
Artikel 7.9.1.§1 van het energiebesluit stelt dat een energiehuis door de gemeente voorgesteld wordt, na overleg met het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
In hetzelfde artikel wordt bepaald dat het werkingsgebied van het energiehuis op het moment van de inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst minimaal 25.000 private huishoudens moet bedragen.
Als de territoriale werking van een energiehuis zich situeert op het grondgebied van verschillende gemeenten, wordt het energiehuis voorgesteld door alle betrokken gemeenten, na overleg met de betrokken openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Op basis van alle vermelde overwegingen wordt voorgesteld om vanaf 1 januari 2024 als territoriale werking voor het Energiehuis uit te gaan van de 5 gemeenten die deel uitmaken van de Woondienst Regio Izegem (Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke).
Op 1 januari 2023 waren er in vernoemd werkingsgebied 29.472 huishoudens.
Het Energiehuis kan opereren vanuit de welzijnsvereniging Woondienst Regio Izegem, zodat er ook maximale integratie kan gebeuren met de acties omtrent wonen.
Toelichting van mevrouw Verschoore, schepen.
Financieel scenario Energiehuis Regio Izegem – 2024 – 2026.
De uitgave wordt voorzien in het exploitatiekrediet van het meerjarenplan 2024-2026, actie 2212, budgetrekening 0620-00/6494010.
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
Na overleg met het OCMW wenst het gemeentebestuur de territoriale werking van het Energiehuis, dat tot op heden de 32 gemeenten bevatte van het Energiehuis WVI, te wijzigen.
De gemeente wil vanaf 1 januari 2024 een Energiehuis uitbouwen in de gemeenten Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke.
Artikel 2
De werking van het Energiehuis Regio Izegem wordt geïntegreerd in de welzijnsvereniging Woondienst Regio Izegem. Aan de Woondienst Regio Izegem wordt de opdracht gegeven om hiervoor een erkenningsaanvraag in te dienen bij het Vlaamse Energie en Klimaat Agentschap.
De gemeente voorziet voor de periode 2024 – 2026 een extra budget van 15 000 euro per jaar voor de Woondienst voor de uitbouw van het Energiehuis Regio Izegem.
Artikel 3
Deze beslissingen worden genomen onder voorbehoud van een positieve beslissing van het Vlaamse Energie en Klimaat Agentschap betreffende de aanvraag tot erkenning van het Energiehuis Regio Izegem.
Artikel 4
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de West-Vlaamse Intercommunale WVI en aan de Woondienst Regio Izegem.
E-mail van 15 februari 2023 van notariskantoor Denoo en Dewitte, Brugsestraat 48, 8020 Oostkamp betreffende kosteloze grondafstand Groene Jagerstraat en Vogelzangstraat / gemeente Oostrozebeke.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 mei 2020 betreffende Wegen- en rioleringswerken in de verkaveling Hoogstraat: proces-verbaal voorlopige oplevering (exclusief groenaanleg).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 juni 2021 betreffende verkaveling Hoogstraat - PV voorlopige oplevering groenaanleg.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 juli 2023 betreffende verkaveling Hoogstraat - groenaanleg - proces-verbaal definitieve oplevering.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 juni 2021 betreffende weg- en rioleringswerken op de verkaveling Papegaaistraat - proces-verbaal van definitieve oplevering (zonder groenaanleg).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 juni 2021 betreffende verkaveling Papegaaistraat nr. 71 - groenaanleg - PV voorlopige oplevering.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 juli 2023 betreffende verkaveling Papegaaistraat nr. 71 - groenaanleg - proces-verbaal van definitieve oplevering.
Een opmetingsplan wegenis verkaveling gelegen Groene Jagerstraat werd op 24 mei 2019 opgemaakt door landmeter ingenieur A. Cnockaert van Bureau Cnockaert, Hoogweg 40, 8940 Wervik.
Dit plan is opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie onder referentienummer 37010-10540 en werd sindsdien niet meer gewijzigd.
Een afbakeningsplan grondoverdracht wegenis verkaveling gelegen Vogelzangstraat werd op 11 maart 2020 opgemaakt door landmeter ingenieur A. Cnockaert van Bureau Cnockaert, Hoogweg 40, 8940 Wervik.
Dit plan is opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie onder referentienummer 37010-10573 en werd sindsdien niet meer gewijzigd.
Een ontwerp van akte van kosteloze grondafstand werd opgemaakt door mevrouw Katia Denoo, notaris te Oostkamp.
Het betreft de overdracht van:
De grondafstand wordt gedaan ten kosteloze titel.
De overgedragen goederen zijn bestemd voor openbaar nut.
De akte van overdracht zal verleden worden door mevrouw Annelies Himpe, Katia Denoo, notaris te Oostkamp.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
De heer Vandenbroucke, raadslid.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand van onroerende goederen voor openbaar nut, opgemaakt door mevrouw Katia Denoo, notaris te Oostkamp goed mits volgende aanpassing:
Artikel 2
E-mail van 22 juni 2023 van de provincie West-Vlaanderen (Roeland Vandenberghe) voor de toetreding tot de vzw. Regionaal Stadplandschap West-Vlaamse Hart.
De Initiatiefgroep van het Stadlandschap besliste in zitting van 14 december 2022 om het transitietraject richting regionaal landschap als verzelfstandigde entiteit met rechtspersoonlijkheid op te starten.
Om snel te kunnen schakelen werd afgesproken om de vzw in eerste instantie met de provincie West-Vlaanderen, de gemeente Lichtervelde en de gemeente Staden op te richten en daarna te laten erkennen als regionaal landschap.
Op 7 april werd de oprichtingsakte van het Regionaal Landschap West-Vlaamse hart vzw in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Aangezien de vzw voldeed aan de voorwaarden opgenomen in artikel 54, § 1 en 2, van het natuurdecreet, besliste de provincieraad in zitting van 20 april 2023 om vzw Regionaal Landschap West-Vlaamse hart te erkennen als regionaal landschap.
Wetboek van 23 maart 2019 betreffende wetboek van vennootschappen en verenigingen, het laatst gewijzigd bij wet van 25 mei 2023 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht en van het Gerechtelijk Wetboek, onder meer ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen.
Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Publicatie van de oprichtingsakte Regionaal Landschap West-Vlaamse hart vzw van 7 april 2023 in het Belgisch Staatsblad.
Het lokaal bestuur is momenteel lid van het Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
Dit samenwerkingsverband brengt de provincie West-Vlaanderen, de 17 gemeenten van de arrondissementen Roeselare en Tielt, middenveldorganisaties en inwoners samen om in overleg een wervend verhaal voor het West-Vlaamse hart te schrijven en uit te voeren.
Het Stadlandschap West-Vlaamse hart focust hierbij op het verfraaien en beheren van het landschap, het verhogen van de biodiversiteit, informeren en sensibiliseren over de eigen leefomgeving via omgevings-, natuur- en milieueducatie, landschaps- en natuurbeleving via omgevingsrecreatie en verspreiden van kennis over waardevol landschappelijk erfgoed.
In West-Vlaanderen zijn er om historische redenen enerzijds stadlandschappen (zoals West-Vlaamse hart) en anderzijds regionale landschappen actief. Beide organen doen in essentie hetzelfde.
De stadlandschappen opereren echter onder de provinciale koepel, terwijl de regionale landschappen zelfstandig functioneren onder de vorm van een vzw.
Zolang de kosten van de transitie van de stadlandschappen naar een afzonderlijke entiteit met rechtspersoonlijkheid groter waren dan de baten, leek het niet opportuun om een transitietraject richting een regionaal landschap op te starten.
Eind 2022 zorgden nieuwe evoluties er echter voor dat de weegschaal naar de andere kant doorsloeg:
Overeenkomstig artikel 54 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (verder: natuurdecreet) waren de provincies in april 2023 bevoegd voor de erkenning van de regionale landschappen. Daarnaast legt artikel 54 van het natuurdecreet ook enkele voorwaarden op om als regionaal landschap erkend te kunnen worden.
Eén van die voorwaarden is het statuut aannemen van een private rechtspersoon, onder de vorm van een vzw.
De Initiatiefgroep van het Stadlandschap besliste in zitting van 14 december 2022 op basis van bovenstaande evoluties om het transitietraject richting regionaal landschap als verzelfstandigde entiteit met rechtspersoonlijkheid op te starten. Om snel te kunnen schakelen werd afgesproken om de vzw in eerste instantie met een beperkt aantal partners op te richten en te laten erkennen als regionaal landschap. Daarna kunnen alle andere gemeenten en partners toetreden tot de vzw.
Gezien de nieuwe evoluties op Vlaams niveau is de transitie van het Stadlandschap West-Vlaamse Hart naar Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart een logische beslissing.
Op deze manier kan het Stadlandschap een beroep doen op extra Vlaamse en Europese middelen.
Deze transitie betekent enkel een wijziging in de structuur.
De partners binnen het Regionaal Landschap blijven in de toekomst op eenzelfde constructieve manier samenwerken om in overleg en rekening houdend met de lokale economische dynamiek en landschappelijke context een wervend verhaal voor het West-Vlaamse Hart te schrijven en uit te voeren.
Toelichting door mevrouw Geldhof, 1ste schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
De gemeenteraad keurt de toetreding tot het regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw goed.
E-mail van 22 juni 2023 betreffende toetreding vzw Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart van streekhuis Midden-West-Vlaanderen, Spanjestraat 141/2, 8800 Roeselare (provincie West-Vlaanderen).
Wetboek van 23 maart 2019 betreffende wetboek van vennootschappen en verenigingen, het laatst gewijzigd bij wet van 25 mei 2023 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht en van het Gerechtelijk Wetboek, onder meer ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen.
Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Publicatie van de oprichtingsakte Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw van 7 april 2023 in het Belgisch Staatsblad.
Besluit van de gemeenteraad van 7 september 2023 betreffende toetreding tot regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw: goedkeuren.
Bij besluit van de gemeenteraad van 7 september 2023 werd de toetreding tot en de statuten van vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart goedgekeurd.
Door de toetreding tot het Regionaal Stadlandschap vzw, dient gemeente Oostrozebeke, als lid, overeenkomstig artikel 10 van de statuten over te gaan tot aanstelling van een vertegenwoordiger voor de algemene vergadering vanaf heden tot einde 2024.
De fractie Oostrozebeke.nu draagt de heer Jonas Van D'huynslager, schepen, voor als kandidaat vertegenwoordiger, en de heer Olivier De Marez, schepen, voor als plaatsvervanger in de algemene vergadering van de vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
De fractie INSPRAAK.nu draagt de heer Wim Behaeghe, raadslid, voor als kandidaat vertegenwoordiger, en mevrouw Marleen Lefebre, raadslid, voor als plaatsvervanger in de algemene vergadering van de vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
De raad gaat over tot de geheime stemming tijdens de openbare zitting.
Toelichting door mevrouw Geldhof, 1ste schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming tijdens de openbare zitting.
18 stembrieven werden ingediend en geteld: 18 ja-stemmen.
De heer Jonas Van D'huynslager, schepen, bekomt 10 ja-stemmen en de heer Wim Behaeghe, raadslid bekomt 8 ja-stemmen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
De heer Jonas Van D'huynslager, schepen, heeft de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
De heer Olivier De Marez, schepen, bekomt 10 ja-stemmen en mevrouw Marleen Lefebre, raadslid, bekomt 8 ja-stemmen als plaatsvervanger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
De heer OLivier De Marez, schepen, heeft de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen als plaatsvervanger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
Artikel 1
De heer Jonas Van D'huynslager, schepen, wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw voor de duur van de legislatuur.
Artikel 2
De heer Olivier De Marez, schepen, wordt aangeduid als plaatsvervanger in de algemene vergadering van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw voor de duur van de legislatuur.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw, Spanjestraat 141, 8800 Roeselare.
E-mail van 22 juni 2023 betreffende toetreding vzw Regionaal Landschap West-Vlaamse hart van streekhuis Midden-West-Vlaanderen, Spanjestraat 141/2, 8800 Roeselare (provincie West-Vlaanderen).
Wetboek van 23 maart 2019 betreffende wetboek van vennootschappen en verenigingen, het laatst gewijzigd bij wet van 25 mei 2023 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht en van het Gerechtelijk Wetboek, onder meer ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen.
Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Publicatie van de oprichtingsakte Regionaal Landschap West-Vlaamse hart vzw van 7 april 2023 in het Belgisch Staatsblad.
Besluit van de gemeenteraad van 7 september 2023 betreffende toetreding tot regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw: goedkeuren.
Bij besluit van de gemeenteraad van 7 september 2023 werd de toetreding tot en de statuten van vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart goedgekeurd.
Door de toetreding tot het Regionaal Stadlandschap West-Vlaams Hart vzw, dient gemeente Oostrozebeke als lid overeenkomstig artikel 14 van de statuten over te gaan het aanduiden van een kandidaat bestuurder vanaf heden tot einde 2024.
De fractie Oostrozebeke.nu draagt mevrouw Carine Geldhof, schepen, voor als kandidaat bestuurder van de vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
De fractie INSPRAAK.nu draagt mevrouw Marleen Lefebre, raadslid, voor als kandidaat bestuurder van de vzw Regionaal Stadlandschap West-Vlaamse Hart.
De raad gaat over tot de geheime stemming tijdens de openbare zitting.
Toelichting door mevrouw Geldhof, 1ste schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
De gemeenteraad gaat over tot geheime stemming tijdens de openbare zitting.
18 stembrieven werden ingediend en geteld: 18 ja-stemmen.
Mevrouw Carine Geldhof, 1ste schepen, bekomt 10 ja-stemmen als kandidaat bestuurder van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
Mevrouw Marleen Lefebre, raadslid, bekomt 8 ja-stemmen als kandidaat bestuurder van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw.
Mevrouw Carine Geldhof, 1ste schepen, heeft de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen.
Artikel 1
Mevrouw Carine Geldhof, 1ste schepen, wordt aangeduid als kandidaat bestuurder van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw voor de duur van de legislatuur.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw, Spanjestraat 141, 8800 Roeselare.
De opstart van een RUP Kernversterking met de daaraan gekoppelde stedenbouwkundige verordening ('Bouwcode'), en het procedureverloop zoals geschetst in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
Gewestplan Roeselare-Tielt (Koninklijk Besluit van 17 december 1979)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Vlaamse codex ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 2.2.18 tot en met artikel 2.2.25, en artikel 2.3.2. §2 tot en met artikel 2.3.3.
Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het laatst gewijzigd bij de artikelen 36 en 37 van het Programmadecreet van 16 december 2022 bij de begroting 2023.
Besluit van 17 februari 2017 van de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen, het laatst gewijzigd bij de artikelen 30 en 31 van het Besluit van de Vlaamse regering van 25 november 2022 tot wijziging van diverse besluiten die verband houden met de watertoets en de informatieverplichting uit artikel 1.3.1.1 en 1.3.3.3.2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Ontheffingsbeslissing van 22 december 2021 door het departement Omgeving (afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten, Milieueffectrapportage, Koning Albert ll-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel) betreffende bepaling over de plan-MER-plicht van het RUP Kernversterking Oostrozebeke (dossiernummer SCRI21065).
Besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen van 23 maart 2006 houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke.
Besluit van de gemeenteraad van 9 februari 2006 betreffende gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: definitieve vaststelling.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2019 betreffende masterplan dorpskernvernieuwing Oostrozebeke: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 1 september 2022 betreffende ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kernversterking' en ontwerp stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode': voorlopig vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 30 maart 2023 betreffende ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kernversterking' en ontwerp stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode': opnieuw voorlopig vaststellen.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 september 2019 betreffende aanstellen studiebureau voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Kernversterking”, en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening “Omgeving”: goedkeuring gunning.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 december 2022 betreffende aanstellen studiebureau voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Kernversterking', en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode': hernemen fase openbaar onderzoek.
1.
Het RUP Kernversterking en de eraan gekoppelde Bouwcode zijn een verdere uitvoering van het masterplan 'Dorpskernvernieuwing'.
Dit laatste had 3 doelen:
2.
Aansluitend werden het RUP Kernversterking en de Bouwcode opgestart.
Ze bouwen voort op het ontwerpend onderzoek en de strategische visie van het masterplan, en houden de volgende doelstellingen aan:
3.
De raadpleging over de start- en procesnota's ging door van 20 maart 2021 tot 18 mei 2021, en er werd een ontheffing bekomen voor de opmaak van een plan-MER. De opmerkingen van de raadpleging werden samen met de nota's uitgewerkt tot het voorontwerp RUP en het voorontwerp Bouwcode, die na een proces van meerdere terugkoppelingsmomenten tussen college van burgemeester en schepenen, de dienst omgeving en Voorland als ontwerper, in plenaire vergadering ging op 15 juni 2022, waarbij de verschillende adviesinstanties hun bemerkingen konden formuleren.
Hoewel de wettelijke procedures voor een ruimtelijk uitvoeringsplan en een stedenbouwkundige verordening verschillend zijn, maar ze in onderhavige geval inhoudelijk niet los van elkaar kunnen gelezen worden, werd toen ook het ontwerp van verordening al overgemaakt aan de adviesinstanties. Vanaf dat moment werden de officiële procedures voor beide documenten gesynchroniseerd, cf. art. 2.2.5. § 2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, zodat de verordening in de praktijk de meer uitgebreide procedure van het RUP volgde.
4.
Uit de plenaire vergadering kwamen geen ongunstige adviezen voort, en bovendien bleek uit de vergadering dat het voorontwerp RUP, en bij uitbreiding ook de bijhorende stedenbouwkundige verordening ('bouwcode'), conform de vigerende ruimtelijke structuurplannen (op alle drie de beleidsniveaus) waren, en zich eveneens richtten naar de huidige visies en inzichten inzake ruimtelijke ordening.
Concreet beoogt het RUP Kernversterking alle woongebieden (volgens gewestplan, bijzonder plan van aanleg of bestaand RUP) af te dekken en dus te vervangen. Bij uitbreiding worden ook de bijkomende zones waar voorschriften voor wonen bestaan (met name het RUP Vinkhoek, dat hoofdzakelijk een overdruk is op de gewestplanbestemming 'agrarisch gebied') meegenomen in het RUP. Ook alle verkavelingen in het plangebied van het RUP Kernversterking worden opgeheven, om redenen van eenvoud en eenvormigheid.
De bouwcode is als stedenbouwkundige verordening van toepassing op het volledig grondgebied van de gemeente, opnieuw om redenen van eenvoud en eenvormigheid, zodat bijvoorbeeld ook zonevreemde woningen buiten wat nu RUP Vinkhoek is, aan dezelfde voorschriften zullen onderhevig zijn. Dit heeft onder meer als gevolg, gezien de voorschriften in een gemeentelijk RUP voorrang hebben op die van een gemeentelijke verordening, dat de meeste stedenbouwkundige voorschriften noodzakelijkerwijze in deze laatste, en niet in het RUP opgenomen zijn.
Het RUP Kernversterking is bijgevolg enkel verordenend voor wat betreft te realiseren dichtheden en bestemmingen, terwijl de bouwcode de kwaliteitsnormen bevat.
5.
Tijdens het (eerste) openbaar onderzoek werd naast in hoofdzaak (voorwaardelijk) gunstige adviezen een ongunstig advies verleend door de deputatie (zowel op het RUP als op de bouwcode) en een gedeeltelijk ongunstig advies door Toerisme Vlaanderen. Gezien het advies van de deputatie (en het gelijkaardige van Toerisme Vlaanderen op de ontwerp-bouwcode) in de eerste plaats juridische-technische aspecten betrof (vs. dat van Toerisme Vlaanderen op het ontwerp-RUP, dat neerkwam op een afwijkende, sectorale kijk op de daarin gemaakte beleidskeuze), werd een overleg ingepland met de dienst ruimtelijke planning van de provincie op 30 januari 2023. Tevens werd een overleg georganiseerd met het departement Omgeving (10 januari 2023) om de voorziene wijzigingen te bespreken aan de afbakening van het woongebied cf. het ontwerp-RUP. Wat dit laatste betreft kwam namelijk als belangrijkste thema uit de ingediende bezwaren de bezorgdheid naar voor (een bezorgdheid die ook tijdens het infomoment geuit werd), dat het ontwerp-RUP 'plots' 'bouwgronden' leek in te kleuren als agrarisch gebied of parkgebied.
Deze bezorgdheid was evenwel onterecht, want mis begrepen: in realiteit werd vooraf bij het departement Omgeving gepeild hoe best omgegaan zou worden met de zonegrenzen van de gewestplanbestemmingen 'woongebied' en vooral 'woongebied met landelijk karakter', gezien de schaal en resolutie waarop deze afbakening (bovenlokaal) gebeurd is, bijna 45 jaar geleden. Gezien het analoog gewestplan de enige officiële afbakening vertegenwoordigt, volgt uit het schaalverschil met het grootschalig referentiebestand (GRB) welhaast automatisch een discrepantie tussen niet enkel de huidige, maar ook de historische perceelstructuur en de zonegrens van het woongebied. Met andere woorden, veel kadasterpercelen zijn momenteel slechts gedeeltelijk gelegen in woongebied, zonder dat de eigenaars hier noodzakelijkerwijze van op de hoogte waren. Het ontwerp-RUP, dat in eerste instantie getrouw de zonegrenzen overnam op aanraden van het departement Omgeving, maakte enkel deze bestaande toestand duidelijk voor de eigenaars in kwestie, via het openbaar onderzoek.
In overleg met het departement Omgeving werd besloten, gezien de vele bezwaren hieromtrent, dat de gemeente met het (ontwerp-)RUP de zonegrenzen van het gewestplan kan interpreteren, zolang dit op een logische en eenduidige manier gebeurt. Zo werd het analoog gewestplan in eerste instantie gevolgd, tenzij er duidelijke aanwijzingen waren dat de redelijkerwijze veronderstelde doelstelling van de ontwerper van het gewestplan niet overeen komt met de daadwerkelijke intekening. Een typisch voorbeeld hiervan is een verkaveling voor wonen, die ouder is dan het gewestplan, waarbij mag verondersteld worden dat de ontwerper van het gewestplan de intentie zal gehad hebben om die verkaveling in te kleuren als woongebied, voor zover de percelen het agrarisch gebied niet onredelijk diep insnijden. In de praktijk zijn er een aantal zones waar dat niet zo is (Knokstraat, het westrand van het parkgebied in het centrum, ...).
6.
Op 8 februari 2023 werd een voorwaardelijk gunstig gecoördineerd advies verleend door de Gecoro, waarbij deze het voorstel van behandeling van de ingediende bezwaren, opmerkingen en adviezen opgemaakt door studiebureau Voorland (waaronder de interpretatie van de zonegrenzen van het woongebied, cf. supra), overnam als het hare, mits enkele wijzigingen, nl.
Als wellicht belangrijkste conclusie naast de voorgestelde aanpassingen zelf, werd voorgesteld om de fase van de voorlopige vaststelling te herhalen. Dit is hoofdzakelijk terug te brengen tot twee van de nodige aanpassingen:
Daarnaast werd ook gewezen op een procedurefout (het niet ad valvas aankondigen van het openbaar onderzoek) en het feit dat hierdoor noodzakelijkerwijze een nieuw openbaar onderzoek nodig is. Rechtspraak wijst evenwel uit dat dit laatste niet zo is wanneer de burger minstens op een even effectieve wijze kennis heeft kunnen nemen van het openbaar onderzoek. Dit was het geval, gezien iedere woning een (niet-verplichte) infobrochure in de bus kreeg voorafgaand aan het openbaar onderzoek. De kwestie is evenwel academisch, gezien de gemeenteraad op dat punt besloot om redenen van transparantie en inspraak de fase van de voorlopige vaststelling te hernemen (dus een tweede voorlopige vaststelling, een tweede openbaar onderzoek met infomoment, en een tweede gecoördineerd advies van de Gecoro).
Bovenop de vermelde aanpassingen werd een bijkomende aanpassing doorgevoerd, met name de afronding van de maximale densiteit in de zones 'wonen in het landschapslint' en 'wonen in het woonwerklint', van 12 woningen per hectare of percelen met een minimale oppervlakte van 833 m², naar 800 m², dit om de leesbaarheid van het voorschrift in kwestie te verhogen. De drie drempels binnen de verschillende woongebieden (wonen in het centrum, wonen in het dorp, en wonen in het landschapslint/woonwerklint) liggen dan ook telkens 300 m² uit elkaar, nl. respectievelijk 200, 500 en 800 m².
Eerder (respectievelijk op 24 januari 2023 en op 22 december 2022) had het Team MER geoordeeld dat het screeningsdossier dat opgesteld werd voor de Bouwcode, evenals dat voor het RUP Kernversterking voldoende aantoonde dat de nieuwe planinstrumenten geen aanzienlijke milieueffecten konden hebben, en dat bijgevolg de opmaak van een plan-MER niet nodig was.
7.
Het tweede openbaar onderzoek ging door van 17 april tot en met vrijdag 16 juni 2023.
De behandeling van de ingediende opmerkingen, adviezen en bezwaren werd opnieuw opgenomen door de Gecoro, op basis van een voorbereiding door studiebureau Voorland (advies in bijlage; in het advies van de Gecoro zijn ook integraal de adviezen opgenomen van de deputatie en het departement Omgeving, waardoor deze laatste meteen ook deel uitmaken van onderhavige gemeenteraadsbesluit).
Voor het RUP werden 7 adviezen afgeleverd, alle (voorwaardelijk) gunstig; voor de bouwcode werd 1 voorwaardelijk gunstig advies ontvangen.
Er werden 36 bezwaren/opmerkingen ingediend, die zich wat het RUP betreft (nog steeds, en ondanks de toelichtingen bij de twee infomomenten die in het kader van het tweede openbaar onderzoek ingediend werden), hoofdzakelijk richtten op het grafisch plan.
Ook de Gecoro zelf stelde een aantal aanpassingen voor.
De belangrijkste wijzigingen zijn als volgt:
8.
De fractie INSPRAAK.nu heeft 25 amendementen ingediend voor de aanpassingen van het ontwerp RUP Kernversterking (8) en voor de aanpassingen van voorschriften van het ontwerp stedenbouwkundige verordening (Bouwcode) (17).
Volgens de fractie OOSTROZEBEKE.nu werden alle opmerkingen en bezwaren tijdens het 2de openbaar onderzoek gecoördineerd, samen gebundeld en voldoende en uitgebreid besproken op de vergadering van 10 juli 2023 van de Gecoro en werden in functie van het advies van de Gecoro de nodige en wettelijk toegelaten aanpassingen ingevoerd in het definitief vast te stellen RUP Kernversterking en de definitief vast te stellen Bouwcode.
Overeenkomstig artikel 20 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad worden de amendementen gesteld vóór de hoofdvraag (definitieve vaststelling van het RUP Kernversterking en van de Bouwcode) ter stemming voorgelegd.
De fracties in de gemeenteraad waren akkoord om over de ingediende amendementen van de fractie INSPRAAK.nu te stemmen in één stemming.
De gemeenteraad heeft beslist om de door de fractie INSPRAAK.nu ingediende amendementen niet te aanvaarden met 10 stemmen tegen (OOSTROZEBEKE.nu) en met 8 stemmen voor (INSPRAAK.nu).
Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.
niet van toepassing
niet van toepassing
De heer Vandenbroucke en mevrouw Lefebre, raadsleden, de heer De Marez, schepen, en mevrouw Verschoore, raadslid-voorzitter.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kernversterking' en de stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode', bestaande uit een grondplan, een procesnota, stedenbouwkundige voorschriften, en een toelichtende nota enerzijds, en de voorschriften van de Bouwcode anderzijds, definitief vast.
Artikel 2
Het ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kernversterking' voorziet om, binnen haar plangebied, de voorschriften en bestemmingen van het gewestplan, de bijzondere plannen van aanleg (tenzij de sectorale bijzondere plannen van aanleg), de ruimtelijke uitvoeringsplannen evenals de voorschriften van alle verkavelingen (tenzij de verkavelingen binnen het agrarisch gebied die het gewestplan voorafgaan en nog niet vervallen en niet bebouwd zijn), op te heffen.
Artikel 3
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en aan het departement Omgeving.
De e-mail van raadslid Marleen Lefebre van 6 september 2023 namens de fractie INSPRAAK.nu.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid.
Besluit van de gemeenteraad van 7 maart 2019 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2022, inzonderheid artikel 12.
De vragen van de raadslid Marleen Lefebre.
De antwoorden van Olivier De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Er wordt geen besluit genomen.
De voorzitter sluit de zitting op 07/09/2023 om 22:03.
Namens gemeenteraad,
Carl Vereecke
algemeen directeur
Anne-Sophie Verschoore
schepen-voorzitter