Het belastingreglement algemene gemeentebelasting voor gezinnen werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.
Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.
De omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.
De financiële toestand van de gemeente.
De gemeente Oostrozebeke heeft tal van taken en opdrachten te vervullen om haar rol als leefbare gemeente waar te maken.
Om al die taken tot een goed einde te kunnen brengen, dienen de nodige middelen beschikbaar te zijn.
Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement algemene gemeentebelasting voor gezinnen opnieuw vastgesteld.
Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur.
Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026- 2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7380000.
niet van toepassing
De heer Vandenbroucke, raadslid.
Artikel 1.
Voor een termijn aanvangend van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente een algemene gemeentebelasting voor de gezinnen en alleenstaanden gevestigd.
Artikel 2.
De belasting valt ten laste van:
Artikel 3.
Voor de toepassing van deze belasting wordt verstaan onder:
Artikel 4.
De belasting wordt gevestigd op naam van de alleenstaande of de referentiepersoon van het gezin. De samenstelling en de referentiepersoon van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar zal blijken uit de bevolkings- en vreemdelingenregisters.
Artikel 5.
§1.
De belasting wordt als volgt vastgesteld:
|
|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Voor gezinnen van 3 of meer personen |
82,00 euro |
83,00 euro | 85,00 euro | 87,00 euro | 88,00 euro | 90,00 euro |
| Voor tweepersoonsgezinnen |
71,00 euro |
73,00 euro | 74,00 euro | 76,00 euro | 77,00 euro | 79,00 euro |
| Voor alleenstaanden |
41,00 euro |
42,00 euro | 42,00 euro | 43,00 euro | 44,00 euro | 45,00 euro |
| Voor de in artikel 5 §2 omschreven belastingplichtigen |
41,00 euro |
42,00 euro | 42,00 euro | 43,00 euro | 44,00 euro | 45,00 euro |
§2.
Met de vermelding “voor de in artikel 5 §2 omschreven belastingplichtigen” in artikel 5 §1 wordt bedoeld:
Artikel 6.
De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar.
Het feit dat in het loop van het aanslagjaar de verblijfplaats, de referentiepersoon of de samenstelling van het gezin wijzigt, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.
Artikel 7.
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bi decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8.
De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9.
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de belastingaanslag bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of kan via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be of via het formulier die je kan invullen op de website http://www.oostrozebeke.be.
Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:
De belastingschuldige of zijn of haar vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.
Artikel 10.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.