Terug
Gepubliceerd op 13/11/2025

Besluit  gemeenteraad

do 06/11/2025 - 20:30

Belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA: vaststellen

Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
Luc Derudder, burgemeester
Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
Carl Vereecke, algemeen directeur
aanleiding

Op het "eigenhandig" aansluiten op de riolering, het niet keuren van de privéwaterafvoer en het niet maximaal afkoppelen bij afkoppelingsprojecten wordt een belasting geheven.

Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

Voor de periode 2026–2031 wordt het reglement opnieuw vastgesteld. Daarbij werden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.

Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.

juridische overwegingen

Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992].

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij. 

Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Ministerieel besluit van 20 augustus 2012 betreffende vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

feiten, context, argumentatie

De financiële toestand van de gemeente.

De gemeente investeert fors in haar rioleringsstelsels om zo maximaal de waterzuiveringsstations te ontlasten.

Bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is een optimale afkoppeling noodzakelijk om in aanmerking te komen voor rioleringssubsidies vanwege de VMM.

Het niet respecteren van de gescheiden afvoer, het eigenhandig aansluiten op de riolering en het niet laten keuren van de privéwaterafvoer wordt daarom belast.

Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA moet voor de periode 2026–2031 opnieuw vastgesteld worden.

Daarbij worden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.

Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.

Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

financiële impact

De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/731000.

amendement

niet van toepassing

tussenkomsten

De heer Behaeghe, raadslid.

Publieke stemming
Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Glenn Coppens, Inge Noyez
Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
Resultaat: Met 14 stemmen voor, 5 onthoudingen
besluit

Artikel 1

Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA.

Artikel 2

Definities:

  • afvalwater: het verontreinigde water waarvan men zich ontdoet, zich moet ontdoen of de intentie heeft zich van te ontdoen, met uitzondering van hemelwater dat niet in aanraking is geweest met verontreinigende stoffen;
    • huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat alleen bestaat uit het water dat afkomstig is van:
      • normale huishoudelijke activiteiten;
      • sanitaire installaties;
      • keukens;
      • het reinigen van gebouwen, zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen, gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;
      • wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend;
  • hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;
  • privéwaterafvoer: geheel van leidingen, greppels en toestellen, bestemd voor het opvangen, transporteren en in voorkomend geval zuiveren van afvalwater of niet-verontreinigd hemelwater, stroomopwaarts van de rooilijn of het aansluitingspunt voor de individuele sanering;
  • gewone oppervlaktewateren: alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering;
  • individuele voorbehandelingsinstallatie: septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen;
  • individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA): een lekvrije installatie die huishoudelijk afvalwater behandelt tot de vooropgestelde normen;
  • kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving;
  • openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels, bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater;
  • gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels, waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
  • huisaansluitingen: onder huisaansluiting wordt verstaan de aansluiting van de openbare riolering tot aan de rooilijn en niet de afvoer op het private domein vanaf de vastgestelde opvang van het afvalwater tot aan de rooilijn.
  • RWA: regenwaterafvoer: leiding uitsluitend voor hemelwater.
  • DWA: droogweerafvoer: leiding uitsluitend voor afvalwater zonder hemelwater; De DWA-leiding is een onderdeel van het gescheiden rioleringsstelsel dat dient voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater.
  • zoneringsplan: het plan dat een onderscheid maakt tussen de gebieden met collectieve sanering en de gebieden met individuele sanering. In het centrale gebied werd reeds in collectieve sanering voorzien;
  • afkoppelen: hiermee wordt zowel het afkoppelen van hemelwater van het rioleringsstelsel (gekoppeld aan het hergebruik van hemelwater of het benutten van de infiltratiemogelijkheden), het afkoppelen van oppervlaktewater, grachten, verharde oppervlakken en het afkoppelen van verregaand gezuiverd afvalwater van het rioleringsstelsel of waterzuiveringsinstallaties als het afkoppelen van parasitaire debieten (grondwater) van het rioleringsstelsel bedoeld, telkens met de bedoeling overbelasting van rioleringen - met mogelijke wateroverlast tot gevolg - en verdunning van afvalwater - met zuiveringsproblemen tot gevolg - tegen te gaan.
  • optimaal afkoppelen: heeft specifiek betrekking op de afkoppeling van dakoppervlakken, waarbij voor open en halfopen bebouwing alle dakoppervlakken moeten afgekoppeld worden. Bij gesloten bebouwing houdt dit in dat enkel het dakoppervlak gericht naar het openbaar domein moet afgekoppeld worden, dit via een afvoer aan de voorzijde van het gebouw.
  • afkoppelingsdeskundige: dit is een deskundige die wordt aangesteld door de gemeente en die optreedt als contactpersoon voor de eigenaars van het af te koppelen gebouw en hen begeleidt in alle stappen van de procedure om tot een afgekoppeld pand te komen. De deskundige heeft een adviesfunctie en informeert de eigenaars met betrekking tot de wettelijke en reglementaire verplichtingen. De afkoppelingsdeskundige verstrekt advies vóór, tijdens en na de werken tot de woning is gekeurd, de afkoppelingsdeskundige laat het afkoppelingsdossier door de eigenaar ondertekenen, inventariseert de bestaande toestand van de private riolering en maakt een afkoppelingsontwerp op inclusief raming.
  • afkoppelingsprojecten: projecten die hemelwater (verharde oppervlakken, ...) of oppervlaktewater (grachten, kleine waterlopen, ...) afkoppelen van het rioleringsstelsel;
    • zuiveringszones volgens het zoneringsplan:
      • het centrale gebied: het deel van het gemeentelijke grondgebied, dat geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van een of meer agglomeraties;
      • het buitengebied: het deel van het gemeentelijke grondgebied, dat niet binnen het centrale gebied ligt;
      • het collectief geoptimaliseerde buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die reeds gerealiseerd is
      • het collectief te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die nog te realiseren is;
      • het individueel te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor individuele afvalwaterzuivering en waar voor de burger overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, een individuele zuiveringsplicht geldt;
  • code van goede praktijk: code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen, zoals vastgesteld bij ministerieel besluit van 20 augustus 2012 betreffende vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

Artikel 3

Aansluitplicht:

In uitvoering van de milieuwetten (o.a. VLAREM II, artikel 6.2.2.1.2.) is de aansluiting op de openbare riolering verplicht. 

Artikel 4

De belasting wordt gevestigd op:
  1. het eigenhandig of door derden (niet zijnde De Waterunie of door De Waterunie aangestelde aannemer) een huisaansluiting uit te voeren of te laten uitvoeren;
  2. het niet bezorgen van een positief keuringsattest van de privéwaterafvoer aan De Waterunie en aan de gemeente;
  3. het niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige een maximale afkoppeling niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater.
Artikel 5
De belasting is verschuldigd vanaf het moment dat één van de volgende voorwaarden is vervuld:
  1. Conform artikel 4.1., door de eigenaar van het gebouw indien wordt vastgesteld door de rioolbeheerder dat de nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting niet werd aangevraagd bij, en uitgevoerd werd in opdracht van De Waterunie.
  2. Conform artikel 4.2., door de eigenaar van het gebouw, die ten laatste bij ingebruikname van de uitgevoerde werken (nieuwe of vernieuwde binneninstallatie) geen positief keuringsattest van de privéwaterafvoer bezorgt aan De Waterunie.
  3. Conform artikel 4.3., door de eigenaar van het gebouw, die uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de voorlopige oplevering plaatsvond van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein, het hemelwater niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige een maximale afkoppeling niet mogelijk achtte, niet optimaal heeft afgekoppeld.

Artikel 6

Aanvullende bepalingen

Artikel 6.1

Aansluiting op de openbare riolering:

Het is de bouwheer, eigenaar of wie dan ook ten strengste verboden eigenhandig inkappingen of boringen te verrichten in de openbare riolering of haar aanhorigheden om zelf een aansluiting te realiseren.

De huisaansluiting moet voldoen aan artikel 4.3.6.2.1. van code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen en aan artikel 11 van het algemeen waterverkoopreglement.

Het private stelsel moet steeds voorzien zijn van een controleput (één voor DWA en één voor RWA) die een  bovengrondse visuele controle en  onderhoud mogelijk maken.

De controleputten moeten  voorzien worden op het privaat domein.

Bij aangesloten bebouwing tegen de rooilijn worden deze voorzien door De Waterunie op kosten van de aanvrager.

Indien de eigenaar eigenhandig of door derden (niet zijnde De Waterunie) een huisaansluiting laat uitvoeren wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

§ 1 Er is een huisaansluiting aanwezig

Indien er reeds een huisaansluiting aanwezig is, sluit de eigenaar de privéwaterafvoer aan op de huisaansluiting.

Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.

Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.

§ 2 Er is geen huisaansluiting aanwezig

Wanneer er geen huisaansluiting aanwezig is, wordt deze gerealiseerd door De Waterunie.

De eigenaar vraagt de aansluiting aan via de website van De Waterunie.

De eigenaar betaalt hiervoor een vergoeding aan De Waterunie.

Na uitvoering van deze huisaansluiting realiseert de eigenaar de aansluiting van de privéwaterafvoer op de correcte huisaansluiting.

Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.

Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.

Artikel 6.2

De keuring van de privéwaterafvoer:

Sinds 1 juli 2011 is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht:

  • vóór de eerste ingebruikname;
  • bij belangrijke wijzigingen;
  • na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant;
  • bij de aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein, met de verplichting om af te koppelen op privédomein, conform de bepalingen van Vlarem.

De keuring van de privéwaterafvoer wordt door de eigenaar aangevraagd bij:

  • De Waterunie, via de website van De Waterunie;
  • een erkende keurder. Een lijst met erkende keurders is beschikbaar op de website van Aquaflanders.

Een afschrift van het keuringsattest wordt bezorgd aan De Waterunie, via de website van De Waterunie en aan de gemeente via openbarewerken@oostrozebeke.be.

Indien de eigenaar nalaat een positief keuringsattest te bezorgen wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

Artikel 6.3

Afkoppelingsprojecten in opdracht van het gemeentebestuur:

Het college van burgemeester en schepenen bepaalt waar afkoppelingsprojecten worden uitgevoerd.

§ 1
Voorwaarden en werkwijze:

  1. De gemeente zal de eigenaars binnen het afkoppelingstraject voorzien in begeleiding door de aanstelling van een afkoppelingsdeskundige;
  2. Voor de aanvang van de werken stelt de afkoppelingsdeskundige een ontwerpplan en een meetstaat op;
  3. De afkoppelingswerken vervat in het afkoppelingsproject worden uitgevoerd volgens het door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd ontwerpplan opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige.
    De private eigenaar moet zelf instaan voor de kosten van de afkoppelingswerken op eigen terrein. Indien de eigenaar een andere oplossing verkiest welke resulteert in het zelfde resultaat, moet hij zelf instaan voor de meerprijs van deze oplossing ten opzichte van het voorstel van de afkoppelingsdeskundige. Voor de uitvoering van de werken heeft de eigenaar drie keuzes:
    • De werken volledig zelf uitvoeren;
    • De werken laten uitvoeren door een geregistreerd aannemer door hem zelf aangesteld;
    • De werken laten uitvoeren door een geregistreerd aannemer door het gemeentebestuur aangesteld. Dit in het kader van een overkoepelende aanbestedingsprocedure georganiseerd door het gemeentebestuur;
  4. Voor de aanvang van de werken wordt een overeenkomst opgemaakt tussen het gemeentebestuur en de eigenaars waarin hun wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd. Het afkoppelingsplan maakt deel uit van deze overeenkomst;
  5. De afkoppelingswerken moeten uitgevoerd zijn ten laatste de dag voor de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein.

§ 2
In de gevallen, die niet expliciet voorzien zijn in huidig reglement zijn de afkoppelingskosten, met inbegrip van de kosten voor de afkoppelingsdeskundige, integraal ten laste van de eigenaar.

§ 3
Voor het niet maximaal, of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater, wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

§ 4 De aanpassingswerken om na de uitvoering van de werken voor het afkoppelingsproject toch te kunnen voldoen aan de verplichtingen uit huidig reglement zijn volledig ten laste van de eigenaar.

Zolang de werken van het afkoppelingsproject niet volledig uitgevoerd zijn, neemt de gemeente de afkoppelingsdeskundige ten laste.

§ 5
De eigenaar dient na de afkoppelingswerken op eigen terrein de privéwaterafvoer te laten keuren volgens de richtlijnen in artikel 6.2.

Artikel 6.4

Opvolging keuring effluent IBA:

Wanneer de woning of het gebouw in het individueel te optimaliseren buitengebied gelegen is, dient het te lozen afvalwater te voldoen aan de bepalingen uit artikel 6.2.2.4.1. van VLAREM II, dit minstens door middel van zuivering met een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater.

De eigenaar toont elke 5 jaar de correcte werking van de IBA aan door middel van een staalname en technisch nazicht van de installatie door een erkend deskundige.

De resultaten van dit nazicht worden ten laatste 3 maanden na de controle bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7

De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is.

Ingeval er een recht van opslag, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever of naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.

Artikel 8

De belasting wordt vastgesteld per 1 januari volgend op:

  • de vaststelling van de rioolbeheerder dat een nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting illegaal werd uitgevoerd (in gevolge van artikel 5, situatie 1);
  • de datum van opmaak van het proces-verbaal van een niet-conform dossier door het erkend keuringsorgaan (in gevolge van artikel 5, situatie 2 – bij aanleg van een nieuw gescheiden rioleringsstelsel op het openbaar domein);
  • de ontvangst van het dossier van de afkoppelingsdeskundige ter handhaving door de rioolbeheerder (in gevolge artikel 5, situatie 3).

Artikel 9

Indien de controle wordt geweigerd door de betrokken eigenaar, wordt er van uit gegaan dat de eigenaar niet in orde is met onderhavig reglement en wordt de belasting geheven.

Artikel 10

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:

  • Voor situatie 1, gedefinieerd in artikel 5, een éénmalig forfaitair bedrag conform onderstaande tabel, onverminderd de kosten welke door de rioolbeheerder nog worden aangerekend voor de controle, de eventuele aanpassing van de rioolaansluiting en de aansluitingsvergoeding. 
Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Forfaitair bedrag 600,00 euro 618,00 euro 637,00 euro 656,00 euro 675,00 euro 696,00 euro
  • Voor de situaties 2 en 3, gedefinieerd in artikel 5, een forfaitair bedrag conform onderstaande tabel. De belasting blijft jaarlijks verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur.
Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Forfaitair bedrag 900,00 euro 927,00 euro 955,00 euro 983,00 euro 1.013,00 euro 1.043,00 euro

Artikel 11

Volgende eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting:

  • Een nieuwe eigenaar: de nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van de belasting. Deze vrijstelling geldt voor één belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte;
  • Woningen en/of gebouwen volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: de eigenaar, zoals bedoeld in artikel 5, van woningen en/of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid;
  • Woningen en/of gebouwen waarvan het technisch onmogelijk is om af te koppelen: de eigenaar dient in dit geval een dossier voor te leggen waaruit duidelijk blijkt dat het technisch onmogelijk is om af te koppelen.

Artikel 12

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

Artikel 13

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning. 

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

  • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
  • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

Artikel 14

De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Artikel 15

Een kopie van dit besluit wordt digitaal overgemaakt aan VMM, De Waterunie en Aquafin.

Artikel 16

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.