Op het "eigenhandig" aansluiten op de riolering, het niet keuren van de privéwaterafvoer en het niet maximaal afkoppelen bij afkoppelingsprojecten wordt een belasting geheven.
Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.
Voor de periode 2026–2031 wordt het reglement opnieuw vastgesteld. Daarbij werden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.
Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.
Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.
Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992].
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij.
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Ministerieel besluit van 20 augustus 2012 betreffende vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.
De financiële toestand van de gemeente.
De gemeente investeert fors in haar rioleringsstelsels om zo maximaal de waterzuiveringsstations te ontlasten.
Bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is een optimale afkoppeling noodzakelijk om in aanmerking te komen voor rioleringssubsidies vanwege de VMM.
Het niet respecteren van de gescheiden afvoer, het eigenhandig aansluiten op de riolering en het niet laten keuren van de privéwaterafvoer wordt daarom belast.
Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA moet voor de periode 2026–2031 opnieuw vastgesteld worden.
Daarbij worden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.
Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.
Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur.
Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/731000.
niet van toepassing
De heer Behaeghe, raadslid.
Artikel 1
Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA.
Artikel 2
Definities:
Artikel 3
Aansluitplicht:
In uitvoering van de milieuwetten (o.a. VLAREM II, artikel 6.2.2.1.2.) is de aansluiting op de openbare riolering verplicht.
Artikel 4
Artikel 6
Aanvullende bepalingen
Artikel 6.1
Aansluiting op de openbare riolering:
Het is de bouwheer, eigenaar of wie dan ook ten strengste verboden eigenhandig inkappingen of boringen te verrichten in de openbare riolering of haar aanhorigheden om zelf een aansluiting te realiseren.
De huisaansluiting moet voldoen aan artikel 4.3.6.2.1. van code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen en aan artikel 11 van het algemeen waterverkoopreglement.
Het private stelsel moet steeds voorzien zijn van een controleput (één voor DWA en één voor RWA) die een bovengrondse visuele controle en onderhoud mogelijk maken.
De controleputten moeten voorzien worden op het privaat domein.
Bij aangesloten bebouwing tegen de rooilijn worden deze voorzien door De Waterunie op kosten van de aanvrager.
Indien de eigenaar eigenhandig of door derden (niet zijnde De Waterunie) een huisaansluiting laat uitvoeren wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.
§ 1 Er is een huisaansluiting aanwezig
Indien er reeds een huisaansluiting aanwezig is, sluit de eigenaar de privéwaterafvoer aan op de huisaansluiting.
Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.
Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.
§ 2 Er is geen huisaansluiting aanwezig
Wanneer er geen huisaansluiting aanwezig is, wordt deze gerealiseerd door De Waterunie.
De eigenaar vraagt de aansluiting aan via de website van De Waterunie.
De eigenaar betaalt hiervoor een vergoeding aan De Waterunie.
Na uitvoering van deze huisaansluiting realiseert de eigenaar de aansluiting van de privéwaterafvoer op de correcte huisaansluiting.
Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.
Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.
Artikel 6.2
De keuring van de privéwaterafvoer:
Sinds 1 juli 2011 is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht:
De keuring van de privéwaterafvoer wordt door de eigenaar aangevraagd bij:
Een afschrift van het keuringsattest wordt bezorgd aan De Waterunie, via de website van De Waterunie en aan de gemeente via openbarewerken@oostrozebeke.be.
Indien de eigenaar nalaat een positief keuringsattest te bezorgen wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.
Artikel 6.3
Afkoppelingsprojecten in opdracht van het gemeentebestuur:
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt waar afkoppelingsprojecten worden uitgevoerd.
§ 1
Voorwaarden en werkwijze:
§ 2
In de gevallen, die niet expliciet voorzien zijn in huidig reglement zijn de afkoppelingskosten, met inbegrip van de kosten voor de afkoppelingsdeskundige, integraal ten laste van de eigenaar.
§ 3
Voor het niet maximaal, of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater, wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.
§ 4 De aanpassingswerken om na de uitvoering van de werken voor het afkoppelingsproject toch te kunnen voldoen aan de verplichtingen uit huidig reglement zijn volledig ten laste van de eigenaar.
Zolang de werken van het afkoppelingsproject niet volledig uitgevoerd zijn, neemt de gemeente de afkoppelingsdeskundige ten laste.
§ 5
De eigenaar dient na de afkoppelingswerken op eigen terrein de privéwaterafvoer te laten keuren volgens de richtlijnen in artikel 6.2.
Artikel 6.4
Opvolging keuring effluent IBA:
Wanneer de woning of het gebouw in het individueel te optimaliseren buitengebied gelegen is, dient het te lozen afvalwater te voldoen aan de bepalingen uit artikel 6.2.2.4.1. van VLAREM II, dit minstens door middel van zuivering met een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater.
De eigenaar toont elke 5 jaar de correcte werking van de IBA aan door middel van een staalname en technisch nazicht van de installatie door een erkend deskundige.
De resultaten van dit nazicht worden ten laatste 3 maanden na de controle bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.
De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is.
Ingeval er een recht van opslag, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever of naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.
Artikel 8
De belasting wordt vastgesteld per 1 januari volgend op:
Artikel 9
Indien de controle wordt geweigerd door de betrokken eigenaar, wordt er van uit gegaan dat de eigenaar niet in orde is met onderhavig reglement en wordt de belasting geheven.
Artikel 10
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
| Jaar | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Forfaitair bedrag | 600,00 euro | 618,00 euro | 637,00 euro | 656,00 euro | 675,00 euro | 696,00 euro |
| Jaar | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Forfaitair bedrag | 900,00 euro | 927,00 euro | 955,00 euro | 983,00 euro | 1.013,00 euro | 1.043,00 euro |
Artikel 11
Volgende eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting:
Artikel 12
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.
Artikel 13
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.
De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.
Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.
Artikel 14
De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 15
Een kopie van dit besluit wordt digitaal overgemaakt aan VMM, De Waterunie en Aquafin.
Artikel 16
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.