Terug
Gepubliceerd op 10/12/2025

Notulen  gemeenteraad

do 06/11/2025 - 20:30 gemeentehuis - raadszaal
Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
Luc Derudder, burgemeester
Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
Carl Vereecke, algemeen directeur

De voorzitter opent de zitting op 06/11/2025 om 19:33.

1ste schepen De Marez geeft vóór de behandeling van de agendapunten (4 tot en met 14) mbt. de gemeentelijke belastingsreglementen een algemene toelichting.

  • Openbaar

    • kennisname

      • Kennisnames verslag Regionaal Bestuurscomité Leie Fluvius West 26 juni 2025 strategisch plan DVV Midwest 2026 - 2031 begrotingswijziging politieraad 2025

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        besluit

        De raad neemt kennis van:

        • verslag Regionaal Bestuurscomité Leie Fluvius West 26 juni 2025
        • strategisch plan DVV Midwest 2026 - 2031
        • begrotingswijziging politieraad 2025
    • algemeen beleid

      • Wijzigen waarnemend lid voor Vlaams Belang Oostrozebeke in de gemeentelijke adviesraad voor veilig verkeer (GAVV), gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur (minaraad) en het lokaal overleg kinderopvang

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        De heer Yoerick Impens, gemeenteraadslid voor Vlaams Belang Oostrozebeke, nam in zitting van de gemeenteraad van 2 oktober 2025 ontslag als gemeenteraadslid. Mevrouw Inge Noyez werd aangeduid als zijn vervanger. 

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Besluit van de gemeenteraad van 6 maart 2025 betreffende erkenningsbesluit gemeentelijke adviesraden: vaststellen.

        Besluit van de gemeenteraad van 3 april 2025 betreffende gemeentelijke adviesraad voor veilig verkeer: vaststellen samenstelling en goedkeuren huishoudelijk reglement.

        Besluit van de gemeenteraad van 3 april 2025 betreffende adviesraad voor milieu en natuur: vaststellen samenstelling en goedkeuren huishoudelijk reglement.

        Besluit van de gemeenteraad van 3 april 2025 betreffende lokaal overleg kinderopvang: vaststellen samenstelling en goedkeuren huishoudelijk reglement.

        Besluit van de gemeenteraad van 2 oktober 2025 betreffende onderzoek van de geloofsbrieven van een opvolgend gemeenteraadslid en eedaflegging.

        feiten, context, argumentatie

        De heer Yoerick Impens, gemeenteraadslid voor Vlaams Belang Oostrozebeke, nam tijdens de zitting van de gemeenteraad van 2 oktober 2025 ontslag als gemeenteraadslid en werd vervangen door mevrouw Inge Noyez. 

        De heer Yoerick Impens werd per gemeenteraadsbesluiten van 3 april 2025 aangeduid als waarnemend lid voor Vlaams Belang Oostrozebeke in volgende adviesraden en wordt vanaf heden vervangen door mevrouw Inge Noyez:

        • de gemeentelijke adviesraad voor veilig verkeer (GAVV);
        • de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur (minaraad);
        • het lokaal overleg kinderopvang.

        Toelichting door de heer Claerhout, voorzitter-raadslid.

        financiële impact

        niet van toepassing

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Enig artikel:

        Mevrouw Inge Noyez, raadslid, vervangt de heer Yoerick Impens als waarnemend lid voor Vlaams Belang Oostrozebeke in:

        • de gemeentelijke adviesraad voor veilig verkeer (GAVV);
        • de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur (minaraad);
        • het lokaal overleg kinderopvang.
    • intercommunales

      • Fluvius West - buitengewone algemene vergadering van dinsdag 16 december 2025: goedkeuren agenda en vaststellen van het mandaat van de vertegenwoordiger van de gemeente

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Aangetekend schrijven van 17 september 2025 van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West betreffende Fluvius West - buitengewone algemene vergadering van dinsdag 16 december 2025 om 18 uur in Salons De Vrede te 8480 Ichtegem, Moerdijkstraat, 94.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.

        Besluit van de gemeenteraad van 6 februari 2025 betreffende aanduiden afgevaardigde voor de opdrachthoudende vereniging Fluvius West: algemene vergadering waarbij de de heer Derudder, burgemeester, werd aangeduid als afgevaardigde en de heer Dirk De Keyzer, raadslid, als plaatsvervanger op de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West tot het einde van de legislatuur 2025-2030.

        feiten, context, argumentatie

        Oostrozebeke is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius West.

        De gemeente Oostrozebeke werd per aangetekend schrijven van 17 september 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius West, die op 16 december 2025 om 18 uur plaats zal hebben in Salons De Vrede, Moerdijkstraat 94 te 8480 Ichtegem met volgende agenda:

        1. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV m.b.t. de overgang van de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Halle-Vilvoorde (overnemende vereniging): 
          1. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling;
          2. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2026. De deelnemers kunnen één maand voor de Buitengewone Algemene Vergadering op de website van Fluvius West (https://over.fluvius.be/fluvius-west-bav-december-2025) kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen;
          3. Goedkeuring van:
            1. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Halle-Vilvoorde (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2025, met inwerkingtreding per 1 januari 2026 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2025 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2025;
            2. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen;
            3. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers;
          4. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde vanaf 1 januari 2026;
          5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
            1. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 1.a vast te stellen;
            2. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
            3. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving; 
            4. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2025, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2025;
            5. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
            6. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Buitengewone Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.
        2. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout, dewelke zij heeft toevertrouwd aan Fluvius West, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle (overnemende vereniging):
          1. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling;
          2. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2026. De deelnemers kunnen één maand voor de Buitengewone Algemene Vergadering op de website van Fluvius West (https://over.fluvius.be/fluvius-west-bav-december-2025) kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen;
          3. Goedkeuring van:
            1. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2025, met inwerkingtreding per 1 januari 2026 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2025 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2025;
            2. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen;
            3. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers;
          4. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout vanaf 1 januari 2026;
          5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
            1. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 2.a. vast te stellen;
            2. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
            3. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;
            4. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2025, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2025;
            5. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
            6. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Buitengewone Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.
        3. Statutenwijzigingen:
          1. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
          2. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:87 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
          3. Kennisneming voorafgaand niet-bindend advies Vlaamse Regering d.d. 23 juli 2025;
          4. Goedkeuring voorstel van statutenwijzigingen (inclusief de wijziging van het voorwerp);
          5. Vaststelling van de opschortende voorwaarden met betrekking tot de statutenwijzigingen;
          6. Verlenen van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden met betrekking tot het agendapunt 3 vast te stellen;
          7. Verlenen van een machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met mogelijkheid van subdelegatie om de statuten inclusief de bijlagen te coördineren. 
        4. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en voor de afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1, 2, en 3, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 2, 3, 7 en desgevallend 9 en 10 bij authentieke akte te doen vaststellen;
        5. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2026;
        6. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV;
        7. Aanvaarding toetreding/uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten;
        8. Beëindiging deelnemerschap Fluvius West in Leiedal;
        9. Statutaire benoemingen;
        10. Statutaire mededelingen.

        De documentatiestukken betreffende deze agendapunten zijn elektronisch raadpleegbaar op het Extranet van Fluvius West. 

        Volgens het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur wordt bepaald dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.

        Het door de Raad van Bestuur opgestelde ontwerp van statutenwijzigingen wordt onderverdeeld in 5 luiken, met name

        1. wijziging over de winstverdeling en kostenlasten met betrekking tot de activiteit warmte,
        2. wijzigingen ten gevolge van gewijzigde regelgeving,
        3. actualiseringen/verduidelijkingen/tekstverfijningen,
        4. alsook een voorstel tot partiële splitsing van 15 ex-Havi-tv-gemeenten vanuit Fluvius West naar enerzijds Fluvius Zenne-Dijle en Fluvius Halle-Vilvoorde en
        5. schrapping van bepalingen die niet langer van toepassing zijn.

        Het niet-bindend advies van de Vlaamse Regering d.d. 23 juli 2025 maakt deel uit van het dossier 'statutenwijziging.

        Er is voorgesteld om de voorliggende statutenwijzigingen in werking te laten treden per 1 januari 2026.

        De Raad van Bestuur van Fluvius West heeft tijdens de zitting van 16 september 2025 de bijzondere verslagen opgesteld overeenkomstig de artikelen 6:86 (wijziging voorwerp) en 6:87 (wijziging aandelensoorten) van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

        De Raden van Bestuur van Fluvius West en van Fluvius Halle-Vilvoorde stellen een partiële splitsing door overneming voor waarbij de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en de stad Vilvoorde voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken uit de opdrachthoudende vereniging Fluvius West zal treden en zullen toetreden tot de opdrachthoudende vereniging Fluvius Halle-Vilvoorde.

        De Raden van Bestuur van Fluvius West en van Fluvius Zenne-Dijle stellen een de partiële splitsing door overneming voor waarbij de gemeente Kampenhout voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken uit de opdrachthoudende vereniging Fluvius West zal treden en zal toetreden tot de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        niet van toepassing

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De raad keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West van 16 december 2025 goed:

        1. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV m.b.t. de overgang van de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Halle-Vilvoorde (overnemende vereniging): 
          1. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling;
          2. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2026. De deelnemers kunnen één maand voor de Buitengewone Algemene Vergadering op de website van Fluvius West (https://over.fluvius.be/fluvius-west-bav-december-2025) kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen;
          3. Goedkeuring van:
            1. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Halle-Vilvoorde (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2025, met inwerkingtreding per 1 januari 2026 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2025 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2025;
            2. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen;
            3. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers;
          4. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde vanaf 1 januari 2026;
          5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
            1. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 1.a vast te stellen;
            2. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
            3. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving; 
            4. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2025, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2025;
            5. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
            6. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Buitengewone Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.
        2. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout, dewelke zij heeft toevertrouwd aan Fluvius West, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle (overnemende vereniging):
          1. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling;
          2. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2026. De deelnemers kunnen één maand voor de Buitengewone Algemene Vergadering op de website van Fluvius West (https://over.fluvius.be/fluvius-west-bav-december-2025) kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen;
          3. Goedkeuring van:
            1. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius West (partieel te splitsen vereniging) om de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2025, met inwerkingtreding per 1 januari 2026 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2025 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2025;
            2. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen;
            3. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers;
          4. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout vanaf 1 januari 2026;
          5. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
            1. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 2.a. vast te stellen;
            2. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
            3. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;
            4. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2025, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2025;
            5. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
            6. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Buitengewone Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.
        3. Statutenwijzigingen:
          1. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
          2. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:87 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
          3. Kennisneming voorafgaand niet-bindend advies Vlaamse Regering d.d. 23 juli 2025;
          4. Goedkeuring voorstel van statutenwijzigingen (inclusief de wijziging van het voorwerp);
          5. Vaststelling van de opschortende voorwaarden met betrekking tot de statutenwijzigingen;
          6. Verlenen van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden met betrekking tot het agendapunt 3 vast te stellen;
          7. Verlenen van een machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met mogelijkheid van subdelegatie om de statuten inclusief de bijlagen te coördineren. 
        4. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en voor de afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1, 2, en 3, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 2, 3, 7 en desgevallend 9 en 10 bij authentieke akte te doen vaststellen;
        5. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2026;
        6. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV;
        7. Aanvaarding toetreding/uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten;
        8. Beëindiging deelnemerschap Fluvius West in Leiedal;
        9. Statutaire benoemingen;
        10. Statutaire mededelingen.

        Artikel 2

        De raad keurt de voorgestelde statutenwijzigingen van Fluvius West goed.

        Artikel 3

        De raad keurt het voorstel van partiële splitsing door overneming inzake de overgang van Fluvius West naar Fluvius Halle-Vilvoorde van de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken verbonden aan de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde goed en verzoekt Fluvius West de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeenten Asse, Dilbeek, Grimbergen, Lennik, Liedekerke, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Pajottegem, Pepingen, Roosdaal, Steenokkerzeel en Vilvoorde te willen aanvaarden.

        Artikel 4

        De raad keurt het voorstel van partiële splitsing door overneming inzake de overgang van Fluvius West naar Fluvius Zenne-Dijle van de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken verbonden aan de gemeente Kampenhout goed en verzoekt Fluvius West de uittreding voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken van de gemeente Kampenhout te willen aanvaarden.

        Artikel 5

        De raad verzoekt de opdrachthoudende vereniging Fluvius West om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van de gemeenteraad.

        Artikel 6

        De vertegenwoordiger van de gemeente Oostrozebeke, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West op 16 december 2025 (of iedere andere datum, waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing. 

        Artikel 7

        Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius West, ter attentie van het secre­tariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

    • budget en financiën

      • Belastingreglement op de opgravingen van lijken en het verplaatsen van asurnen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement op de opgravingen van lijken en het verplaatsen van asurnen werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

        Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder de artikelen 41, 162 en 170.

        Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, het laatst gewijzigd bij decreet van 14 juli 2025 houdende het platform voor overlijdensadministratie. 

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992].

        Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij. 

        Besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 2005 tot bepaling van de voorwaarden, waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden.

        Besluit van de gemeenteraad van 3 oktober 2024 betreffende algemeen politiereglement: algemeen en zonaal gedeelte: wijzigen.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente. 

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op de opgravingen van lijken en het verplaatsen van asurnen opnieuw vastgesteld.

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer Luc Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7331400.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heren Vande Maele en Vandenbroucke, raadsleden.

        De heer De Marez, 1ste schepen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 7 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de opgravingen van lijken en het verplaatsen van asurnen.

        Artikel 2

        De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag doet.

        De belastingplichtigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Artikel 3

        Het bedrag van de belasting op de opgraving van een lijk wordt vastgesteld conform onderstaande tabel: 

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bedrag per lijk (in euro) 300,00 309,00 318,00   328,00 338,00   348,00

        Artikel 4

        Het bedrag van de belasting op het verplaatsen van een asurn wordt vastgesteld conform onderstaande tabel: 

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bedrag per asurn (in euro) 120,00 124,00 127,00   131,00 135,00 

         139,00

        Artikel 5

        De belasting is niet verschuldigd voor de opgraving van het lijk en verplaatsing van een asurn:

        • uitgevoerd in opdracht van de gerechtelijke overheid;
        • van het stoffelijk overschot van militairen en burgers gesneuveld voor het vaderland;
        • ingevolge een bestemmingsverandering van de begraafplaats.

        Artikel 6

        De belasting wordt contant betaald, vooraleer de opgraving van het lijk of de verplaatsing van de asurn plaats heeft, tegen afgifte van een betalingsbewijs.

        Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 7

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 8

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024.

        Artikel 9

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken door de afdeling onthaal en bevolking voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

        Voor de periode van 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken opnieuw vastgesteld. 

        Er worden geen nieuwe belastingen voorzien t.o.v. het vorige belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken door de afdeling burgerzaken.

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 226, budgetrekening 0020-00/7315000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        Mevrouw Noyez en de heren Vandenbroucke en Coppens, raadsleden.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Tegenstanders: Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 2 stemmen tegen, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken door de afdeling onthaal en bevolking.

        Artikel 2

        De belasting op de administratieve stukken afgeleverd aan vreemdelingen bedraagt:

        • voor de vernieuwing of de vervanging van een attest van immatriculatie: 30,00 euro;
        • voor de verlenging van een attest van immatriculatie: 12,00 euro;
        • afgifte van een arbeidskaart: 30,00 euro.
        Artikel 3

        De belasting voor de elektronische identiteitskaarten voor de Belgische onderdanen en de vreemdelingen bedraagt:

        • voor elektronische identiteitskaarten en voor elektronische verblijfsdocumenten: 30,00 euro;
        • voor een spoedprocedure optie 1: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgerekend;
        • voor een extreme spoedprocedure optie 2: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgerekend.

        Artikel 4

        De belasting voor het afleveren van een kids-id bedraagt:

        • voor een gewone aflevering van een kids-id: 12,00 euro;
        • voor een tweede kids-id gelijktijdig aangevraagd voor kinderen van éénzelfde gezin die op hetzelfde adres ingeschreven zijn.
          Dit tarief is van toepassing voor zowel de dringende als de zeer dringende aanvragen: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgerekend;
        • voor een spoedprocedure optie 1: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgerekend;
        • voor een extreme spoedprocedure optie 2: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgerekend.

        Artikel 5

        De belasting op de afgifte van reispaspoorten bedraagt:

        • voor een gewone aflevering van een reispaspoort: 30,00 euro, met uitzondering van de reispaspoorten voor de kinderen jonger dan 18 jaar: gratis;
        • voor een spoedprocedure: kostprijs zoals bepaald door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

        Artikel 6

        De belasting op de afgifte van een rijbewijs bedraagt:

        • voor de aflevering van een voorlopig rijbewijs: 30,00 euro;
        • voor de aflevering van een rijbewijs: 30,00 euro;
        • voor de aflevering van een internationaal rijbewijs: 30,00 euro.

        Artikel 7

        De belasting voor de afgifte van een slachtbewijs bedraagt 12,00 euro.

        Artikel 8

        De tarieven in artikel 2 tot en met artikel 7 evolueren jaarlijks conform onderstaande tabel.

         Jaar 2026   2027 2028  2029   2030 2031 
         Tarief  12,00 euro  12,00 euro  13,00 euro  13,00 euro  14,00 euro  14,00 euro
         Tarief  30,00 euro  31,00 euro  32,00 euro  33,00 euro  34,00 euro  35,00 euro

        Artikel 9

        De belasting is verschuldigd door de aanvrager bij de aanvraag van het administratieve stuk.

        De belastingplichtigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Artikel 10

        De belasting wordt contant betaald.

        Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 11

        In afwijking van artikel 10 geldt voor artikel 2 tot en met 7 dat ook betaald kan worden op basis van een factuur bij afgifte van de aangevraagde stukken.

        Artikel 12

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning. 

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 13

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belasting op de verandering van voornamen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement op de verandering van voornamen werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2019 tot en met 2025.

        Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Omzendbrief van 18 juli 2018 van Koen Geens, minister van justitie, houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan worden geregeld.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        De bevoegdheid inzake verandering van voornamen is door de wet van 18 juni 2018 overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand.

        Voor deze procedure kan een belasting aangerekend worden. 

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op de verandering van voornamen opnieuw vastgesteld.

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 226, budgetrekening 0020-00/7315000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 7 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 een belasting geheven op de verandering van voornamen.

        Artikel 2

        Het bedrag van de belasting op verandering van voornamen wordt vastgesteld conform onderstaande tabel: 

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bedrag per persoon (in euro) 590,00 610,00 630,00 650,00 670,00 690,00

        Artikel 3

        Het bedrag van de belasting op verandering van voornamen gedaan door een transgender wordt vastgesteld conform onderstaande tabel: 

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bedrag per persoon (in euro) 59,00 61,00 62,00 64,00 66,00 68,00

        Artikel 4

        In afwijking van artikel 2 kan het bedrag van de belasting worden verminderd tot het bedrag in artikel 3 indien de te wijzigen voornaam:

        • belachelijk of hatelijk is (op zichzelf of in combinatie met de naam of omdat hij ouderwets is);
        • tot verwarring leidt (bv. als hij op de andere sekse duidt of door elkaar gehaald wordt met de naam);
        • enkel verandert door een koppelteken of teken dat de uitspraak ervan verandert (een accent);
        • louter afgekort wordt.

        Artikel 5

        De belasting wordt contant geïnd, bij het ondertekenen van het verzoek tot verandering van de voornamen.

        Artikel 6

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de belastingaanslag bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel beheerder.

        Artikel 7

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 8

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet en bodemsaneringsprojecten: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet en bodemsaneringsprojecten moet voor de periode 2026-2031 opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992], laatst gewijzigd bij decreet van 20 december 2024 betreffende programmadecreet bij de begroting 2025.

        Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij. 

        Gecodificeerd Decreet 15 mei 2009 houdende Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening [citeeropschrift: "Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening", afgekort "VCRO"], laatst gewijzigd bij decreet van 17 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieueffectrapportage.

        Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieueffectrapportage.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het laatst gewijzigd bij het decreet van 17 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en diverse andere decreten, wat betreft de milieueffectrapportage.

        Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM III), het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2025 tot wijziging van titel III van het VLAREM van 16 mei 2014, wat betreft de omzetting van de BBT-conclusies voor slachthuizen en verwerkers van dierlijke bijproducten of eetbare nevenproducten.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 16 juli 2025 tot wijziging van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        Het behandelen van aanvragen en meldingen in het kader van en omgevingsvergunningendecreet en bodemsaneringsprojecten, omvat een groot deel van het takenpakket van de afdeling omgeving.

        Om tegemoet te komen aan de werkingskosten wordt hierop een belasting geheven.

        Het omgevingsvergunningendecreet is een verzameldecreet, wat betekent dat naast wat vroeger een stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning was, de omgevingsvergunning nog meer omhelst, zijnde onder andere aanvragen tot vegetatiewijziging (vroegere natuurvergunning) en aanvragen tot kleinhandelsactiviteiten (vroegere socio-economische vergunning).

        In de toekomst kunnen dus nog andere elementen worden toegevoegd aan de omgevingsvergunning.

        Het belastingreglement is structureel zo opgesteld om deze eventuele toekomstige aanvullingen op te kunnen vangen.

        Met onderhavig besluit wordt het vigerend belastingreglement, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022, hernomen met volgende wijzigingen:

        • de belasting voor de aanvraag van een stedenbouwkundig uittreksel werd opgenomen in het gecoördineerd retributiereglement. Voor wat een stedenbouwkundig uittreksel betreft, wordt voorzien door Vlaanderen om vanaf de tweede helft van 2023 de retributie rechtstreeks en onmiddellijk te innen via het Vastgoedinformatieplatform (hierna: VIP).
          Het VIP rekent een kost aan die een retributie is, en die deels bestaat uit een gemeentelijke en een gewestelijke bijdrage;
        • vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door mevrouw Geldhof, schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7316000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heren Vande Maele en Vandenbroucke, raadsleden.

        De heer Derudder, burgemeester.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 7 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet en bodemsaneringsprojecten.

        Artikel 2

        De belasting is verschuldigd door de aanvrager.

        De belastingplichtigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Artikel 3

        De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (zie artikel 4), indien van toepassing verhoogd met een bedrag per procedurestap (zie artikel 5) en een vast recht in geval van een regularisatie (zie artikel 6). Zijn meerdere bedragen van toepassing, dan worden deze bedragen opgeteld. Bij het intrekken van het dossier door de aanvrager na volledig- en ontvankelijkheidsverklaring en voor onvolledig of onontvankelijk verklaarde dossiers waarbij de gemeente vergunningverlenende overheid is wordt enkel een forfaitaire vergoeding aangerekend (zie artikel 7).

        Artikel 4

        Belasting per dossiertype:

          2026 2027 2028 2029 2030 2031
        melding van:

         

                 
        •  stedenbouwkundige handelingen;
         60,00 euro 62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        •  ingedeelde inrichting of activiteit;
         60,00 euro  62,00 euro   64,00 euro  66,00 euro   68,00 euro  70,00 euro
        •  gemengd project;
         90,00 euro 93,00 euro   95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
        •  overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
         60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
                     
         aanvraag van een omgevingsvergunning via vereenvoudigde procedure voor:            
        •  stedenbouwkundige handelingen;
         60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        •  ingedeelde inrichting of activiteit (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit);
         90,00 euro   93,00 euro   95,00 euro   98,00 euro   101,00 euro   104,00 euro
        •  vegetatiewijziging;
         60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        •  kleinhandelsactiviteiten;
         60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        •  gemengd project.
         150,00 euro  155,00 euro  159,00 euro  164,00 euro  169,00 euro  174,00 euro
         bijkomend vast recht per bijkomende of gewijzigde woongelegenheid of unit opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf de tweede  30,00 euro  31,00 euro  32,00 euro  33,00 euro  34,00 euro  35,00 euro
                     
         aanvraag van een omgevingsvergunning via gewone procedure voor:            
        •  stedenbouwkundige handelingen;
         90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
        •  ingedeelde inrichting of activiteit (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit);
         240,00 euro  247,00 euro  255,00 euro  262,00 euro  270,00 euro  278,00 euro
        •  vegetatiewijziging;
          90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
        •  kleinhandelsactiviteiten;
          90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
        •  gemengd project.
         330,00 euro  340,00 euro  350,00 euro  361,00 euro  371,00 euro  383,00 euro
        bijkomend vast recht per bijkomende of gewijzigde woongelegenheid of unit opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf de tweede  30,00 euro  31,00 euro  32,00 euro  33,00 euro  34,00 euro  35,00 euro
                     
         aanvraag van een vergunning voor het verkavelen van gronden:            
        •  zonder wegenis;
         90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
        •  met wegenis.
         150,00 euro  155,00 euro  159,00 euro  164,00 euro  169,00 euro  174,00 euro
        bijkomend vast recht per lot opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf het tweede  60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro   68,00 euro  70,00 euro
                     
         aanvraag tot bijstellen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden:            
        •  zonder wijziging aan de wegenis;
         72,00 euro  74,00 euro  76,00 euro  79,00 euro  81,00 euro 83,00 euro 
        •  met wijziging aan de wegenis.
         120,00 euro  124,00 euro  127,00 euro  131,00 euro  135,00 euro  139,00 euro
         bijkomend vast recht per lot opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf het tweede  60,00 euro   62,00 euro   64,00 euro   66,00 euro   68,00 euro   70,00 euro
                     
        verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit  240,00 euro  247,00 euro  255,00 euro  262,00 euro  270,00 euro 278,00 euro 
        verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van andere voorwaarden dan de milieuvoorwaarden die gelden voor op ingedeelde inrichtingen of activiteiten  90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
                     
        aanvraag tot omzetting milieuvergunning verleend voor twintig jaar naar een permanente vergunning (volgens artikel 390 van het omgevingsvergunningsdecreet)  90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
                     
        bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (volgens artikel 83, § 1, lid 3 van het omgevingsvergunningsdecreet)  90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
                     
        aanvraag van een stedenbouwkundig attest (volgens artikel 5.3.1. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening)  90,00 euro  93,00 euro  95,00 euro  98,00 euro  101,00 euro  104,00 euro
                     
        aanvraag van een planologisch attest (volgens artikel 4.4.24. en verder van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening)  600,00 euro  618,00 euro 637,00 euro   656,00 euro  675,00 euro  696,00 euro
                     
        aanvraag van een bodemsaneringsproject  180,00 euro  185,00 euro  191,00 euro  197,00 euro  203,00 euro  209,00 euro

        Artikel 5

        Belasting per procedurestap:

          2026 2027 2028 2029 2030 2031
        digitaliseren van een analoog ingediend dossier, in de gevallen waar digitaal indienen niet verplicht is  60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        het wijzigen van het onderwerp van de aanvraag volgens artikel 30 of 45 van het omgevingsvergunningsdecreet  60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        het houden van een projectvergadering  60,00 euro  62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro
        het organiseren van een informatievergadering (volgens artikel 25 van het omgevingsvergunningsbesluit)  120,00 euro  124,00 euro  127,00 euro  131,00 euro  135,00 euro  139,00 euro

         Artikel 6

        Er geldt een bijkomend vast recht (conform onderstaande tabel) ingeval de melding of de aanvraag in eerste aanleg een regularisatie betreft.

          2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bijkomend vast recht  60,00 euro 62,00 euro  64,00 euro  66,00 euro  68,00 euro  70,00 euro 

        Artikel 7

        Bij het intrekken van het dossier door de aanvrager na volledig- en ontvankelijkheidsverklaring en bij onvolledig of onontvankelijk verklaarde dossiers waarbij de gemeente de vergunningverlenende overheid is wordt een forfaitaire vergoeding aangerekend conform onderstaande tabel.

          2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Forfaitaire vergoeding  30,00 euro 31,00 euro 32,00 euro  33,00 euro  34,00 euro  35,00 euro 

        In deze gevallen vervallen de belastingen zoals bepaald in artikel 4, 5 en 6.

        Artikel 8

        De belasting is niet verschuldigd voor:

        • inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen;
        • meldingen van ingedeelde inrichtingen of activiteit klasse 3 die uitsluitend betrekking hebben op een stookolietank of propaangastank behorende bij de woonfunctie van een onroerend goed;
        • tijdelijke inrichtingen zoals gedefinieerd in artikel 5.1.1., 11° van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM);
        • de stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur moeten worden afgegeven;
        • de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en daarmede gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.

        Artikel 9

        De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

        De belasting wordt geïnd na afhandeling van het dossier in eerste aanleg.

        Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 10

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 11

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 12

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Op het "eigenhandig" aansluiten op de riolering, het niet keuren van de privéwaterafvoer en het niet maximaal afkoppelen bij afkoppelingsprojecten wordt een belasting geheven.

        Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

        Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        Voor de periode 2026–2031 wordt het reglement opnieuw vastgesteld. Daarbij werden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.

        Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.

        juridische overwegingen

        Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992].

        Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij. 

        Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

        Ministerieel besluit van 20 augustus 2012 betreffende vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        De gemeente investeert fors in haar rioleringsstelsels om zo maximaal de waterzuiveringsstations te ontlasten.

        Bij de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel is een optimale afkoppeling noodzakelijk om in aanmerking te komen voor rioleringssubsidies vanwege de VMM.

        Het niet respecteren van de gescheiden afvoer, het eigenhandig aansluiten op de riolering en het niet laten keuren van de privéwaterafvoer wordt daarom belast.

        Het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en het belastingreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojectende controle op de werking van de IBA moet voor de periode 2026–2031 opnieuw vastgesteld worden.

        Daarbij worden de afzonderlijke reglementen samengevoegd tot één geïntegreerd geheel.

        Deze integratie heeft als doel de transparantie te verhogen en te zorgen voor een duidelijker en beter leesbaar belastingreglement.

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/731000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heer Behaeghe, raadslid.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 14 stemmen voor, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA.

        Artikel 2

        Definities:

        • afvalwater: het verontreinigde water waarvan men zich ontdoet, zich moet ontdoen of de intentie heeft zich van te ontdoen, met uitzondering van hemelwater dat niet in aanraking is geweest met verontreinigende stoffen;
          • huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat alleen bestaat uit het water dat afkomstig is van:
            • normale huishoudelijke activiteiten;
            • sanitaire installaties;
            • keukens;
            • het reinigen van gebouwen, zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen, gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;
            • wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend;
        • hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;
        • privéwaterafvoer: geheel van leidingen, greppels en toestellen, bestemd voor het opvangen, transporteren en in voorkomend geval zuiveren van afvalwater of niet-verontreinigd hemelwater, stroomopwaarts van de rooilijn of het aansluitingspunt voor de individuele sanering;
        • gewone oppervlaktewateren: alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering;
        • individuele voorbehandelingsinstallatie: septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen;
        • individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA): een lekvrije installatie die huishoudelijk afvalwater behandelt tot de vooropgestelde normen;
        • kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving;
        • openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels, bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater;
        • gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels, waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
        • huisaansluitingen: onder huisaansluiting wordt verstaan de aansluiting van de openbare riolering tot aan de rooilijn en niet de afvoer op het private domein vanaf de vastgestelde opvang van het afvalwater tot aan de rooilijn.
        • RWA: regenwaterafvoer: leiding uitsluitend voor hemelwater.
        • DWA: droogweerafvoer: leiding uitsluitend voor afvalwater zonder hemelwater; De DWA-leiding is een onderdeel van het gescheiden rioleringsstelsel dat dient voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater.
        • zoneringsplan: het plan dat een onderscheid maakt tussen de gebieden met collectieve sanering en de gebieden met individuele sanering. In het centrale gebied werd reeds in collectieve sanering voorzien;
        • afkoppelen: hiermee wordt zowel het afkoppelen van hemelwater van het rioleringsstelsel (gekoppeld aan het hergebruik van hemelwater of het benutten van de infiltratiemogelijkheden), het afkoppelen van oppervlaktewater, grachten, verharde oppervlakken en het afkoppelen van verregaand gezuiverd afvalwater van het rioleringsstelsel of waterzuiveringsinstallaties als het afkoppelen van parasitaire debieten (grondwater) van het rioleringsstelsel bedoeld, telkens met de bedoeling overbelasting van rioleringen - met mogelijke wateroverlast tot gevolg - en verdunning van afvalwater - met zuiveringsproblemen tot gevolg - tegen te gaan.
        • optimaal afkoppelen: heeft specifiek betrekking op de afkoppeling van dakoppervlakken, waarbij voor open en halfopen bebouwing alle dakoppervlakken moeten afgekoppeld worden. Bij gesloten bebouwing houdt dit in dat enkel het dakoppervlak gericht naar het openbaar domein moet afgekoppeld worden, dit via een afvoer aan de voorzijde van het gebouw.
        • afkoppelingsdeskundige: dit is een deskundige die wordt aangesteld door de gemeente en die optreedt als contactpersoon voor de eigenaars van het af te koppelen gebouw en hen begeleidt in alle stappen van de procedure om tot een afgekoppeld pand te komen. De deskundige heeft een adviesfunctie en informeert de eigenaars met betrekking tot de wettelijke en reglementaire verplichtingen. De afkoppelingsdeskundige verstrekt advies vóór, tijdens en na de werken tot de woning is gekeurd, de afkoppelingsdeskundige laat het afkoppelingsdossier door de eigenaar ondertekenen, inventariseert de bestaande toestand van de private riolering en maakt een afkoppelingsontwerp op inclusief raming.
        • afkoppelingsprojecten: projecten die hemelwater (verharde oppervlakken, ...) of oppervlaktewater (grachten, kleine waterlopen, ...) afkoppelen van het rioleringsstelsel;
          • zuiveringszones volgens het zoneringsplan:
            • het centrale gebied: het deel van het gemeentelijke grondgebied, dat geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van een of meer agglomeraties;
            • het buitengebied: het deel van het gemeentelijke grondgebied, dat niet binnen het centrale gebied ligt;
            • het collectief geoptimaliseerde buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die reeds gerealiseerd is
            • het collectief te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die nog te realiseren is;
            • het individueel te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor individuele afvalwaterzuivering en waar voor de burger overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, een individuele zuiveringsplicht geldt;
        • code van goede praktijk: code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen, zoals vastgesteld bij ministerieel besluit van 20 augustus 2012 betreffende vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

        Artikel 3

        Aansluitplicht:

        In uitvoering van de milieuwetten (o.a. VLAREM II, artikel 6.2.2.1.2.) is de aansluiting op de openbare riolering verplicht. 

        Artikel 4

        De belasting wordt gevestigd op:
        1. het eigenhandig of door derden (niet zijnde De Waterunie of door De Waterunie aangestelde aannemer) een huisaansluiting uit te voeren of te laten uitvoeren;
        2. het niet bezorgen van een positief keuringsattest van de privéwaterafvoer aan De Waterunie en aan de gemeente;
        3. het niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige een maximale afkoppeling niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater.
        Artikel 5
        De belasting is verschuldigd vanaf het moment dat één van de volgende voorwaarden is vervuld:
        1. Conform artikel 4.1., door de eigenaar van het gebouw indien wordt vastgesteld door de rioolbeheerder dat de nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting niet werd aangevraagd bij, en uitgevoerd werd in opdracht van De Waterunie.
        2. Conform artikel 4.2., door de eigenaar van het gebouw, die ten laatste bij ingebruikname van de uitgevoerde werken (nieuwe of vernieuwde binneninstallatie) geen positief keuringsattest van de privéwaterafvoer bezorgt aan De Waterunie.
        3. Conform artikel 4.3., door de eigenaar van het gebouw, die uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de voorlopige oplevering plaatsvond van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein, het hemelwater niet maximaal of, indien de afkoppelingsdeskundige een maximale afkoppeling niet mogelijk achtte, niet optimaal heeft afgekoppeld.

        Artikel 6

        Aanvullende bepalingen

        Artikel 6.1

        Aansluiting op de openbare riolering:

        Het is de bouwheer, eigenaar of wie dan ook ten strengste verboden eigenhandig inkappingen of boringen te verrichten in de openbare riolering of haar aanhorigheden om zelf een aansluiting te realiseren.

        De huisaansluiting moet voldoen aan artikel 4.3.6.2.1. van code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen en aan artikel 11 van het algemeen waterverkoopreglement.

        Het private stelsel moet steeds voorzien zijn van een controleput (één voor DWA en één voor RWA) die een  bovengrondse visuele controle en  onderhoud mogelijk maken.

        De controleputten moeten  voorzien worden op het privaat domein.

        Bij aangesloten bebouwing tegen de rooilijn worden deze voorzien door De Waterunie op kosten van de aanvrager.

        Indien de eigenaar eigenhandig of door derden (niet zijnde De Waterunie) een huisaansluiting laat uitvoeren wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

        § 1 Er is een huisaansluiting aanwezig

        Indien er reeds een huisaansluiting aanwezig is, sluit de eigenaar de privéwaterafvoer aan op de huisaansluiting.

        Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.

        Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.

        § 2 Er is geen huisaansluiting aanwezig

        Wanneer er geen huisaansluiting aanwezig is, wordt deze gerealiseerd door De Waterunie.

        De eigenaar vraagt de aansluiting aan via de website van De Waterunie.

        De eigenaar betaalt hiervoor een vergoeding aan De Waterunie.

        Na uitvoering van deze huisaansluiting realiseert de eigenaar de aansluiting van de privéwaterafvoer op de correcte huisaansluiting.

        Bij een gescheiden rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater aangesloten op de DWA-aansluiting en het regenwater op de RWA-aansluiting.

        Bij een gemengd rioleringsstelsel in de straat wordt het afvalwater en regenwater ter hoogte van de perceelsgrens samengevoegd en aangesloten op de huisaansluiting.

        Artikel 6.2

        De keuring van de privéwaterafvoer:

        Sinds 1 juli 2011 is de keuring van de privéwaterafvoer verplicht:

        • vóór de eerste ingebruikname;
        • bij belangrijke wijzigingen;
        • na vaststelling van een inbreuk op de gelijkvormigheid, op verzoek van de exploitant;
        • bij de aanleg van gescheiden riolering op het openbaar domein, met de verplichting om af te koppelen op privédomein, conform de bepalingen van Vlarem.

        De keuring van de privéwaterafvoer wordt door de eigenaar aangevraagd bij:

        • De Waterunie, via de website van De Waterunie;
        • een erkende keurder. Een lijst met erkende keurders is beschikbaar op de website van Aquaflanders.

        Een afschrift van het keuringsattest wordt bezorgd aan De Waterunie, via de website van De Waterunie en aan de gemeente via openbarewerken@oostrozebeke.be.

        Indien de eigenaar nalaat een positief keuringsattest te bezorgen wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

        Artikel 6.3

        Afkoppelingsprojecten in opdracht van het gemeentebestuur:

        Het college van burgemeester en schepenen bepaalt waar afkoppelingsprojecten worden uitgevoerd.

        § 1
        Voorwaarden en werkwijze:

        1. De gemeente zal de eigenaars binnen het afkoppelingstraject voorzien in begeleiding door de aanstelling van een afkoppelingsdeskundige;
        2. Voor de aanvang van de werken stelt de afkoppelingsdeskundige een ontwerpplan en een meetstaat op;
        3. De afkoppelingswerken vervat in het afkoppelingsproject worden uitgevoerd volgens het door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd ontwerpplan opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige.
          De private eigenaar moet zelf instaan voor de kosten van de afkoppelingswerken op eigen terrein. Indien de eigenaar een andere oplossing verkiest welke resulteert in het zelfde resultaat, moet hij zelf instaan voor de meerprijs van deze oplossing ten opzichte van het voorstel van de afkoppelingsdeskundige. Voor de uitvoering van de werken heeft de eigenaar drie keuzes:
          • De werken volledig zelf uitvoeren;
          • De werken laten uitvoeren door een geregistreerd aannemer door hem zelf aangesteld;
          • De werken laten uitvoeren door een geregistreerd aannemer door het gemeentebestuur aangesteld. Dit in het kader van een overkoepelende aanbestedingsprocedure georganiseerd door het gemeentebestuur;
        4. Voor de aanvang van de werken wordt een overeenkomst opgemaakt tussen het gemeentebestuur en de eigenaars waarin hun wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd. Het afkoppelingsplan maakt deel uit van deze overeenkomst;
        5. De afkoppelingswerken moeten uitgevoerd zijn ten laatste de dag voor de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein.

        § 2
        In de gevallen, die niet expliciet voorzien zijn in huidig reglement zijn de afkoppelingskosten, met inbegrip van de kosten voor de afkoppelingsdeskundige, integraal ten laste van de eigenaar.

        § 3
        Voor het niet maximaal, of, indien de afkoppelingsdeskundige dit niet mogelijk achtte, het niet optimaal afkoppelen van hemelwater, wordt een belasting opgelegd, zoals bepaald in artikel 4.

        § 4 De aanpassingswerken om na de uitvoering van de werken voor het afkoppelingsproject toch te kunnen voldoen aan de verplichtingen uit huidig reglement zijn volledig ten laste van de eigenaar.

        Zolang de werken van het afkoppelingsproject niet volledig uitgevoerd zijn, neemt de gemeente de afkoppelingsdeskundige ten laste.

        § 5
        De eigenaar dient na de afkoppelingswerken op eigen terrein de privéwaterafvoer te laten keuren volgens de richtlijnen in artikel 6.2.

        Artikel 6.4

        Opvolging keuring effluent IBA:

        Wanneer de woning of het gebouw in het individueel te optimaliseren buitengebied gelegen is, dient het te lozen afvalwater te voldoen aan de bepalingen uit artikel 6.2.2.4.1. van VLAREM II, dit minstens door middel van zuivering met een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater.

        De eigenaar toont elke 5 jaar de correcte werking van de IBA aan door middel van een staalname en technisch nazicht van de installatie door een erkend deskundige.

        De resultaten van dit nazicht worden ten laatste 3 maanden na de controle bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 7

        De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is.

        Ingeval er een recht van opslag, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever of naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting.

        Artikel 8

        De belasting wordt vastgesteld per 1 januari volgend op:

        • de vaststelling van de rioolbeheerder dat een nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting illegaal werd uitgevoerd (in gevolge van artikel 5, situatie 1);
        • de datum van opmaak van het proces-verbaal van een niet-conform dossier door het erkend keuringsorgaan (in gevolge van artikel 5, situatie 2 – bij aanleg van een nieuw gescheiden rioleringsstelsel op het openbaar domein);
        • de ontvangst van het dossier van de afkoppelingsdeskundige ter handhaving door de rioolbeheerder (in gevolge artikel 5, situatie 3).

        Artikel 9

        Indien de controle wordt geweigerd door de betrokken eigenaar, wordt er van uit gegaan dat de eigenaar niet in orde is met onderhavig reglement en wordt de belasting geheven.

        Artikel 10

        Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:

        • Voor situatie 1, gedefinieerd in artikel 5, een éénmalig forfaitair bedrag conform onderstaande tabel, onverminderd de kosten welke door de rioolbeheerder nog worden aangerekend voor de controle, de eventuele aanpassing van de rioolaansluiting en de aansluitingsvergoeding. 
        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Forfaitair bedrag 600,00 euro 618,00 euro 637,00 euro 656,00 euro 675,00 euro 696,00 euro
        • Voor de situaties 2 en 3, gedefinieerd in artikel 5, een forfaitair bedrag conform onderstaande tabel. De belasting blijft jaarlijks verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur.
        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Forfaitair bedrag 900,00 euro 927,00 euro 955,00 euro 983,00 euro 1.013,00 euro 1.043,00 euro

        Artikel 11

        Volgende eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting:

        • Een nieuwe eigenaar: de nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van de belasting. Deze vrijstelling geldt voor één belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte;
        • Woningen en/of gebouwen volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: de eigenaar, zoals bedoeld in artikel 5, van woningen en/of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid;
        • Woningen en/of gebouwen waarvan het technisch onmogelijk is om af te koppelen: de eigenaar dient in dit geval een dossier voor te leggen waaruit duidelijk blijkt dat het technisch onmogelijk is om af te koppelen.

        Artikel 12

        De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 13

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning. 

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 14

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 15

        Een kopie van dit besluit wordt digitaal overgemaakt aan VMM, De Waterunie en Aquafin.

        Artikel 16

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het instellen van een belasting op het weghalen en verwijderen er van is een essentiële schakel in het streng optreden tegen sluikstort.

        Het belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

        Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het laatst gewijzigd bij decreet van 20 december 2024 houdende programmadecreet bij de begroting.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992], laatst gewijzigd bij decreet van 20 december 2024 betreffende programmadecreet bij de begroting 2025.

        Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 juni 2025 tot wijziging van het KB/WIB 92 met het oog op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de vrijstelling van de bezoldigingen voor prestaties in het kader van een flexi-job naar de sector zeevisserij. 

        Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

        feiten, context, argumentatie

        Iedere sluikstort zet aan tot navolging en is steeds een aanslag op de netheid en gezondheid van de buurt.

        De strijd tegen zwerfvuil is een belangrijk aandachts- en werkpunt voor het gemeentebestuur.

        Zwerfvuil en sluikstort kosten de maatschappij handen vol geld en tijd.

        Sluikstorten komen in Oostrozebeke voor in verschillende hoeveelheden, gaande van het storten van één tot meerdere bloempotten of schalen tot sluikstorten van meerdere kubieke meters afval.

        In Oostrozebeke worden meermaals per jaar sluikstorten opgeruimd, waarbij er een nauwe samenwerking is tussen de technische dienst en de lokale politie.

        Wanneer identificatiegegevens kunnen worden gevonden, wordt dit doorgegeven aan de politie, zodat hiervan een proces verbaal kan worden opgemaakt.

        Hierna kan de overtreder een GAS-boete worden opgelegd.

        Naast de GAS-boete voor de overtreding zelf zijn er aan een sluikstort ook kosten verbonden voor het effectieve opruimen en verwijderen van het sluikstorten.

        Deze kosten omhelzen onder andere: personeelskosten, transportkosten, verwerkingskosten en eventuele containerkosten.

        Het is evident dat, wanneer een dader gevonden kan worden, deze opdraait voor de kosten die werden gemaakt.

        Afhankelijk van de gestorte volumes en aard van het afval wordt een ander tarief aangerekend.

        De financiële toestand van de gemeente.

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door mevrouw Ilse Vervaeck, schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7332800.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heren Coppens en Vande Maele, raadsleden.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 14 stemmen voor, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen.

        Artikel 2

        De belasting is verschuldigd door de persoon die de in artikel 1 genoemde afvalstoffen heeft gestort en/of achtergelaten. Eventueel is de belasting verschuldigd door de voor hem burgerlijke verantwoordelijke persoon.

        De belastingplichtigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Artikel 3

        De belasting wordt vastgesteld op:

        Categorie afvalvolume 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        afval met een volume tot 1 m³: 240,00 euro 247,00 euro 255,00 euro 262,00 euro 270,00 euro 278,00 euro
        afval met een volume van meer dan 1 m³ tot 5 m³: 360,00 euro 371,00 euro 382,00 euro 393,00 euro 405,00 euro 417,00 euro

        afval met een volume van of meer dan 5 m³:

         

        vermeerderd per bijkomende m³ of gedeelte van m³

        420,00 euro 433,00 euro 446,00 euro 459,00 euro 473,00 euro 487,00 euro
        60,00 euro 62,00 euro 64,00 euro 66,00 euro 68,00 euro 70,00 euro

        Artikel 4

        De belasting wordt verhoogd per m³ of gedeelte van m³ indien het gevaarlijk afval betreft conform onderstaande tabel.

        Voor de definiëring van gevaarlijk afval wordt verwezen naar artikel 4.1.3. van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

         Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
         Verhoging per m³ of gedeelte van m³, indien gevaarlijk afval 90,00 euro 93,00 euro 95,00 euro 98,00 euro 101,00 euro 104,00 euro

        Artikel 5

        De betaling van de belasting wordt gevorderd onverminderd de gerechtelijke vervolging tegen de persoon bedoeld in artikel 2.

        Artikel 6

        De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

        Artikel 7

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 8

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024.

        Artikel 9

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement betreffende de algemene gemeentebelasting voor bedrijven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement betreffende de algemene gemeentebelasting voor bedrijven werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        De omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.

        feiten, context, argumentatie

        De gemeente Oostrozebeke heeft tal van taken en opdrachten te vervullen om haar rol als leefbare gemeente waar te maken. 

        Om al die taken tot een goed einde te kunnen brengen, dienen de nodige middelen beschikbaar te zijn.

        De financiële toestand van de gemeente noodzaakt het bestuur tot het vestigen van een algemene gemeentebelasting ten einde voldoende financiële middelen te hebben om de taken van de gemeente volwaardig te kunnen uitvoeren (de verplichte en de facultatieve uitgaven).

        De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn.

        Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken.

        Het heffen van een minimumbelasting is gerechtvaardigd door enerzijds de noodzaak om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken en anderzijds doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige.

        Alle belastingplichtigen worden geacht over een belastbare activiteitskern of bedrijfsvestiging te beschikken waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is.

        Het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur laat op adequate wijze toe om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen.

        Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de gemeentebelasting op bedrijven te berekenen.

        De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende toestanden en die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën.

        De normen van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval.

        Er kan niet voor elk soort bedrijf (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.

        Verschillen inzake financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit maken redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uit voor de toepassing van het belastingreglement en het verschil in tarifering.

        Categorieën van bedrijven, die door hun aard de grond (bodem) als natuurlijk productiemiddel aanwenden en die in vergelijking met andere categorieën een lager rendement per vierkante meter oppervlakte hebben, hebben een uitzonderlijke nood aan grotere oppervlakten om een economisch leefbare (rendabele) exploitatie te kunnen realiseren.

        De tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor land- en tuinbouwbedrijven hun weilanden en cultuurgronden niet te belasten.

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement algemene gemeentebelasting voor bedrijven opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026- 2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7340000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Tegenstanders: Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 2 stemmen tegen, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1.

        Vanaf 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente een algemene gemeentebelasting voor de zelfstandigen en bedrijven gevestigd.

        Artikel 2.

        Voor de toepassing van deze belasting wordt verstaan onder:

        • Vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende goederen, die samen een geheel, een entiteit of een complex vormen, dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt of elke activiteitskern, elk (e) lokaliteit of centrum van werkzaamheden of elk (e) geheel van ruimte(n), onder gelijk welke vorm van individuele of collectieve aard, die voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel, een administratieve zetel of lokaliteit of een (gedeelte van een) onroerend goed of lokaliteit die bedraagt tot de realisatie of uitvoering van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden (met inbegrip van bestuur of beheer in de ruimste zin). Vestigingseenheden, waarvoor een bedrijf een inschrijving heeft in de kruispuntbank der ondernemingen, worden eveneens beschouwd als vestiging.
          Voor de toepassing van deze belasting wordt eenieder, die houder is van een BTW-nummer en/of ondernemingsnummer op 1 januari van het aanslagjaar, beschouwd als een beoefenaar van een belastbare activiteit, behoudens bewijs van het tegendeel.

        Artikel 3.

        De belasting wordt per belastingplichtige berekend en gevestigd per afzonderlijk activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied Oostrozebeke.

        De algemene gemeentebelasting is eveneens verschuldigd voor ieder natuurlijk persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging, die op 1 januari van het aanslagjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon, die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente.

        Artikel 4.

        Het bedrag van de verschuldigde belasting wordt op basis van de belastbare oppervlakte per 1 januari van het aanslagjaar per vestiging vastgesteld op:

          2026 2027 2028 2029 2030 2031

        Vanaf een oppervlakte van 0 tot en met 1.000 m²

         135,00 euro forfait 138,00 euro forfait 140,00 euro forfait 143,00 euro forfait 146,00 euro forfait  149,00 euro forfait

        Vanaf een oppervlakte van meer dan 1.000 m² tot en met 10.000 m²

         0,184 euro per m²  0,187 euro per m²  0,191 euro per m²  0,195 euro per m²  0,199 euro per m²  0,203 euro per m²

        Vanaf een oppervlakte van meer dan 10.000 m²

         0,162 euro per m²  0,165 euro per m²  0,169 euro per m²  0,172 euro per m²  0,175 euro per m²  0,179 euro per m²

        Artikel 5.

        Als belastbare oppervlakte komt in aanmerking:

        De totale oppervlakte, zowel bebouwde als onbebouwde, die voor de uitoefening van de beroepsactiviteit of voor de bedrijfsuitbating wordt gebruikt of hiervoor noodzakelijk is, alsmede de oppervlakte van de aanliggende terreinen met inbegrip van alle aanhorigheden, die een functionele band hebben met de uitoefening van de beroepsactiviteit of met de bedrijfsuitbating.

        Komt niet aanmerking en dient niet aangegeven te worden:

        • Voor alle bedrijven: de oppervlakte van groenzones en/of braakliggende grond;
        • Bovendien voor alle land- en tuinbouwbedrijven: de weilanden en cultuurgronden.

        Alle belastingplichtigen worden geacht over een belastbare activiteitskern of bedrijfsvestiging te beschikken, waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is.

        Artikel 6.

        Worden van de belasting volgens artikel 5 vrijgesteld:

        • De rechtspersonen bedoeld in de artikelen 180 en 181 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

        Artikel 7.

        De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. De stopzetting, vermindering of uitbreiding van de economische activiteit in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode, geven geen aanleiding tot belastingvermindering.

        Artikel 8.

        Er wordt jaarlijks een lijst aangeleverd door de Provincie West-Vlaanderen die als basis dient voor de inkohiering van de belastbare feiten.

        Artikel 9.

        De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 10.

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024.

        Artikel 11.

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de belastingaanslag bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be of via het formulier die je kan invullen op de website http://www.oostrozebeke.be.

        Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 12. 

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement betreffende de algemene gemeentebelasting voor gezinnen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement algemene gemeentebelasting voor gezinnen werd vastgesteld voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. Voor de periode 2026-2031 moet het opnieuw worden vastgesteld.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        De omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        De gemeente Oostrozebeke heeft tal van taken en opdrachten te vervullen om haar rol als leefbare gemeente waar te maken. 

        Om al die taken tot een goed einde te kunnen brengen, dienen de nodige middelen beschikbaar te zijn. 

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement algemene gemeentebelasting voor gezinnen opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026- 2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7380000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heer Vandenbroucke, raadslid.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Tegenstanders: Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 2 stemmen tegen, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1.

        Voor een termijn aanvangend van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente een algemene gemeentebelasting voor de gezinnen en alleenstaanden gevestigd.

        Artikel 2.

        De belasting valt ten laste van:

        • De gezinnen en alleenstaanden die als zodanig ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingenregister of in het wachtregister van de gemeente als hebbende er hun hoofdverblijfplaats op 1 januari van het aanslagjaar.

        Artikel 3.

        Voor de toepassing van deze belasting wordt verstaan onder:

        • Gezin: een vereniging van twee of meer personen, die al dan niet door verwantschap gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
        • In die zin maken overeenkomstig de omzendbrief van het ministerie van binnenlandse zaken en ambtenarenzaken dd. 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, één gezin uit : 
          1. al de leden van een kloostergemeenschap, die in eenzelfde woning verenigd zijn,
          2. de personen, die toegelaten zijn tot rustoorden,
          3. de loontrekkenden, die gewoonlijk bij hun werkgever thuis verblijven.
        • Alleenstaande: een meerderjarig persoon, die hetzij alleen leeft, hetzij met één of meer minderjarige perso(o)n(en), die op 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben/heeft bereikt.
        • Referentiepersoon: is het gezinslid, dat gewoonlijk met de administratie in contact komt voor het regelen van aangelegenheden, die het gezin aangaan.
        • Hoofdverblijfplaats: de plaats, waar de leden van een gezin, dat uit verscheidene personen is samengesteld, gewoonlijk leven, ongeacht of die personen al dan niet door verwantschap verbonden zijn of de plaats, waar een alleenstaande gewoonlijk leeft.

        Artikel 4.

        De belasting wordt gevestigd op naam van de alleenstaande of de referentiepersoon van het gezin. De samenstelling en de referentiepersoon van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar zal blijken uit de bevolkings- en vreemdelingenregisters.

        Artikel 5.

        §1.
        De belasting wordt als volgt vastgesteld:

         

        2026 2027 2028 2029 2030 2031

        Voor gezinnen van 3 of meer personen

        82,00 euro

        83,00 euro 85,00 euro 87,00 euro 88,00 euro 90,00 euro

        Voor tweepersoonsgezinnen

        71,00 euro

        73,00 euro 74,00 euro 76,00 euro 77,00 euro 79,00 euro

        Voor alleenstaanden

        41,00 euro

        42,00 euro 42,00 euro 43,00 euro 44,00 euro 45,00 euro

        Voor de in artikel 5 §2 omschreven belastingplichtigen

        41,00 euro

        42,00 euro 42,00 euro 43,00 euro 44,00 euro 45,00 euro

        §2.
        Met de vermelding “voor de in artikel 5 §2 omschreven belastingplichtigen” in artikel 5 §1 wordt bedoeld:

        • de gezinnen met drie of meer kinderen onder de 18 jaar (referentiedatum 01 januari van het aanslagjaar), die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Oostrozebeke, waarbij een mindervalide kind onder de 18 jaar beschouwd wordt als twee kinderen ten laste. Als mindervalide kind wordt beschouwd een kind dat recht heeft op de bijkomende tegemoetkoming voor mindervaliden als gevolg van een ongeschiktheid van minstens 66% op basis van de oude wetgeving (koninklijk besluit van 03 mei 1991) of 9 punten op de sociaal-medische schaal op basis van de nieuwe wetgeving (koninklijk besluit van 28 maart 2003). Het gezinshoofd bezorgt een attest, waaruit blijkt dat het kind voldoet aan één van bovenvermelde voorwaarden;
        • de belastingplichtige, die een leefloon van het OCMW van Oostrozebeke ontvangt op 1 januari van het aanslagjaar.

        Artikel 6.

        De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar.

        Het feit dat in het loop van het aanslagjaar de verblijfplaats, de referentiepersoon of de samenstelling van het gezin wijzigt, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

        Artikel 7.

        De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bi decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 8.

        De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 9. 

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen de belastingaanslag bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of kan via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be of via het formulier die je kan invullen op de website http://www.oostrozebeke.be.

        Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn of haar vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 10. 

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement betreffende belasting op masten en pylonen voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement betreffende de belasting op masten en pylonen moet geactualiseerd worden.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        Masten en pylonen verstoren het open karakter van het landschap.

        De aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente Oostrozebeke heeft een substantiële invloed op de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en recreatieve bestemming.

        De belasting op masten en pylonen is dan ook vanuit dit oogpunt gerechtvaardigd.

        In overeenstemming met de omzendbrief van 15 februari 2019 houdende de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit wordt een vrijstelling voorzien voor windmolens omdat een belasting op windmolens in strijd is met het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en diverse Europese richtlijnen, die bepalen dat het gebruik van hernieuwbare energiebronnen moet bevorderd worden.

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op masten en pylonen opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026- 2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7360900.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heer Vande Maele, raadslid.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 14 stemmen voor, 5 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1.

        Vanaf 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, wordt er een jaarlijkse belasting geheven op allerhande masten en pylonen geplaatst in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.

        Voor de toepassing van het reglement dient onder begrip mast te worden verstaan een vaststaande verticale structuur, die geplaatst wordt op een dak of op een andere bestaande constructie met een minimale hoogte van meer dan 17,50 meter. 

        Voor de toepassing van het reglement dient onder het begrip pyloon te worden verstaan een individuele en vaststaande constructie of steuntoren, die opgericht wordt op het niveau van het maaiveld en die een minimale hoogte heeft van meer dan 17,50 meter.

        Artikel 2.

        De belasting op masten en pylonen wordt vastgesteld per mast of pyloon

        Voor de jaren 2026 tot en met 2031 geldt het volgende tarief per mast of pyloon:

        Jaar Tarief per mast of pyloon 
        2026 3.000,00 euro
        2027 3.090,00 euro
        2028 3.185,00 euro
        2029 3.280,00 euro
        2030 3.380,00 euro
        2031 3.485,00 euro

        De belasting is ondeelbaar.

        Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.

        Artikel 3.

        De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of de pyloon op 1 januari van het belastingjaar.

        Artikel 4.

        Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom worden vrijgesteld van de belasting op masten en pylonen.

        Artikel 5.

        De belastingplichtigen, vermeld in artikel 3, zijn ertoe gehouden uiterlijk op 1 juni van het aanslagjaar aangifte te doen van de mast(en) en/of pylo(o)n(en) via het formulier dat de belastingplichtige van de gemeente ontvangt.

        Dat formulier kan ook bekomen worden via het (e-mail)adres: belastingen@oostrozebeke.be.

        De belastingplichtigen, die geen formulier zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan de gemeente de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van deze belasting en dit uiterlijk op 1 juni van het aanslagjaar op volgend adres: Ernest Brengierstraat 6, 8780 Oostrozebeke of via volgend emailadres: belastingen@oostrozebeke.be.

        De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen met een hoogte van minimaal 17,5 meter boven het maaiveld, waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.

        Artikel 6.

        Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

        Vooraleer wordt overgegaan tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven:

        1. de motieven om gebruik te maken van deze procedure;
        2. de elementen, waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen;
        3. het bedrag van de belasting.

        De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag, die volgt op de verzending van die betekening, om zijn of haar opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

        De ambtshalve belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar.

        Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk om te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

        De ambtshalve belastingaanslag zal worden verhoogd met 20%, 50% of 100% naargelang het een eerste, tweede of derde (en volgende) overtreding van de bepalingen inzake de aangifteverplichting betreft.

        Artikel 7.

        De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 8.

        De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 9.

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be of via het formulier die je kan invullen op de website http://www.oostrozebeke.be.

        Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 10.

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement op de tweede verblijven voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het decreet betreffende de vestiging, meer bepaald de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelasting, is met ingang vanaf 10 juni 2024 gewijzigd op bepaalde punten o.a. de elektronische werkwijze en  de uiterste indiening van een aangifte dient vermeld te worden in het belastingreglement.

        De datum van uiterste indiening van aangifte dient expliciet vermeld te worden in het belastingreglement.

        Het belastingreglement moet geactualiseerd worden.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        Deze belasting is ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel, waarbij de uitgaven van de gemeente rechtvaardig en eerlijk gedragen worden door iedereen, ook door eigenaars van woningen en gebouwen, waar geen hoofdverblijfplaats is gevestigd, waardoor de gemeente zowel op het vlak van de aanvullende personenbelasting als op het vlak van de toekenningen uit het gemeentefonds inkomsten derft.

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement op de tweede verblijven opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7377000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 7 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Voor een termijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de tweede verblijven.

        Artikel 2

        Als tweede verblijf wordt beschouwd: een woning, waar op 1 januari niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Oostrozebeke of waarvoor nog geen aanvraag tot inschrijving is ingediend én die effectief wordt gebruikt.

        De aanwezigheid van voldoende meubilair en een leveringscontract voor elektriciteit en water worden als belangrijke indicaties weerhouden.

        Als op het adres van zo een woongelegenheid niemand in de bevolkingsregisters of het wachtregister is ingeschreven, dan is er weerlegbaar vermoeden dat de eigenaar, huurder of gebruiker ze gebruikt als tweede verblijf.

        Dit vermoeden kan met alle rechtsmiddelen weerlegd worden.  

        De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar van het betreffende pand.

        In geval meerdere personen mede-eigenaar zijn van het belaste tweede verblijf dan wordt de belasting op vraag van de belastingschuldigen uitgesplitst volgens hun wettelijk deel in de eigendom.

        De belastingschuldigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

        Artikel 3

        De belasting wordt jaarlijks vastgesteld per tweede verblijf conform onderstaande tabel: 

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Bedrag  1.200,00 euro 1.240,00 euro 1.280,00 euro 1.320,00 euro 1.360,00 euro 1.400,00 euro

        Artikel 4

        De belasting is niet verschuldigd voor:

        • de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
        • garages, tenten, verplaatsbare caravans, mobilhomes, kampeerauto's, woonaanhangwagens.

        Artikel 5

        De eigenaar van een tweede verblijf is verplicht jaarlijks bij het gemeentebestuur aangifte te doen, vóór 31 mei, van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit én dat effectief door hem gebruikt wordt op 1 januari van dat jaar, door middel van een formulier te bekomen bij de afdeling onthaal en bevolking van de gemeente. 

        Artikel 6

        Bij gebrek aan aangifte binnen de artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingschuldige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

        Artikel 7

        De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 8

        De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

        Artikel 9

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be of via het formulier die je kan invullen op de website http://www.oostrozebeke.be.

        Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 10

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024.

        Artikel 11

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Belastingreglement betreffende ambulante activiteiten op de openbare markten, op de openbare weg, op een openbare parking of op privaat domein: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Het belastingreglement betreffende ambulante activiteiten op de openbare markten, op de openbare weg, op een openbare parking of op privaat domein moet opnieuw vastgesteld worden voor de legislatuur 2026-2031 en kan meteen geactualiseerd worden.

        juridische overwegingen

        Grondwet, in het bijzonder artikel 41, 162 en 170.

        Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 houdende een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt. 

        Omzendbrief BB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentelijke fiscaliteit.

        feiten, context, argumentatie

        De financiële toestand van de gemeente.

        De gemeente Oostrozebeke heeft tal van taken en opdrachten te vervullen om haar rol als leefbare gemeente waar te maken. 

        Om al die taken tot een goed einde te kunnen brengen, dienen de nodige middelen beschikbaar te zijn. 

        Voor de periode 2026-2031 wordt het belastingreglement betreffende ambulante activiteiten op de openbare markten opnieuw vastgesteld. 

        Vanaf 2026 worden de tarieven jaarlijks aangepast om tegemoet te komen aan de evolutie in de kostenontwikkeling van het lokaal bestuur. 

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, actie 111, budgetrekening 0020-00/7360000.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits
        Onthouders: Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Met 12 stemmen voor, 7 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Er wordt voor een termijn aanvangend op 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de ambulante activiteiten op de openbare markten, op de openbare weg, op een openbare parking of op privaat domein.

        Artikel 2

        De belasting wordt berekend per lopende meter en per dag voor een abonnement. De toepasselijke tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Tarief per lopende meter en per dag voor een abonnement 0,82 euro 0,85 euro 0,87 euro 0,90 euro 0,93 euro 0,96 euro

        Artikel 3

        De belasting wordt berekend per lopende meter en per dag voor de losse plaatsen, met een minimum per dag. De toepasselijke tarieven en minimumbedragen zijn opgenomen in onderstaande tabel.

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Tarief per lopende meter en per dag voor de losse plaatsen 1,80 euro 1,86 euro 1,91 euro 1,97 euro 2,03 euro 2,09 euro
        Minimumtarief per dag  10,00 euro  11,00 euro  11,00 euro  11,00 euro  12,00 euro  12,00 euro

        Artikel 3 bis

        Voor de personen die een standplaats innemen op de openbare weg, op een openbare parking of op privaat domein buiten de wekelijkse marktdag, wordt een belasting geheven per dag, ongeacht de ingenomen oppervlakte en de duurtijd van de opstelling. De toepasselijke tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

        Jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Tarief per dag 13,00 euro 13,00 euro 14,00 euro 14,00 euro 15,00 euro 15,00 euro

        Artikel 4

        De standplaatsen, die occasioneel toegewezen, worden aan de verantwoordelijken van verkoopacties zonder commercieel karakter hiervoor toegelaten in overeenstemming met artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit van 24 september 2006 worden vrijgesteld van deze belasting.

        Artikel 5

        De belasting wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs.

        De belasting is onmiddellijk eisbaar.

        Bij gebrek van betaling wordt deze belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

        Artikel 6

        De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

        Het bezwaar moet schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

        De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

        Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn of haar vertegenwoordiger en vermeldt:

        • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
        • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

        De belastingschuldige of zijn of haar vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn of haar bezwaar.

        Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

        Artikel 7

        De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024.

        Artikel 8

        Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

      • Politiezone Midow: gemeentelijke dotatie 2026: vaststellen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        E-mail van 26 september 2025 van de heer Kurt Lamerant, secretaris lokale politie MIDOW, betreffende politiebegroting 2026.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid, het laatst gewijzigd bij wet van 16 mei 2024, meer bepaald artikel 257quinquies/11 en artikel 257quinquies/17.

        Koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeenten-politiezone, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 december 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 2005.

        Politieraad van de politiezone MIDOW, zitting van 13 oktober 2025.

        feiten, context, argumentatie

        De politiebegroting 2026 werd voor kennisname geagendeerd voor de zitting van 13 oktober 2025 van de politieraad.

        Een bedrag van 997 164,00 euro in exploitatiedotatie en 56 594,00 euro investeringsdotatie wordt ingeschreven in de kredieten van 2026.

        Toelichting van de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het exploitatiekrediet van het jaar 2026: actie 215, budgetrekening 0400-00/6494502/460.

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het investeringskrediet van het jaar 2026: actie 215, budgetrekening 0400-00/6640502/460.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De raad keurt de dotatie van de gemeente Oostrozebeke aan de politiezone MIDOW voor het dienstjaar 2025 goed voor een bedrag van 997 164,00 euro in exploitatie en 56 594,00 euro investering.

        Artikel 2

        Een kopie van dit besluit wordt verzonden naar de gouverneur en de politiezone MIDOW.

    • bibliotheek

      • Addendum overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek: goedkeuring

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        De bestaande overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek met Cultuurconnect vzw van 21 juni 2019 loopt af op 31 december 2025.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Besluit van de gemeenteraad van 3 juli 2025 betreffende meerjarenplanaanpassing 11 2020 - 2027: Raad 03_07_2025 van het deel gemeente: vaststellen.

        Gunstig advies van 17 oktober van de intergemeentelijke DPO.

        feiten, context, argumentatie

        In maart 2020 maakte de bibliotheek de overstap, samen met de hele provincie West-Vlaanderen, naar het Eéngemaakte Bibiotheeksysteem (EBS) dat door Cultuurconnect vzw wordt onderhouden.

        Hiervoor werd een overeenkomst gesloten met Cultuurconnect.

        Deze overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek loopt af op 31 december 2025.

        Om de dienstverlening verder te kunnen zetten, werd een addendum opgesteld waarbij de overeenkomst wordt verlengd tot 31 december 2026 met de mogelijkheid tot twee keer stilzwijgend verlengen voor een jaar.

        De uiterlijke einddatum wordt dus 31 december 2028. Voor de dagelijkse werking van de bibliotheek is de samenwerking met Cultuurconnect onmisbaar.

        Tegelijk wordt een artikel toegevoegd (artikel 14bis) met afspraken rond het interbibliothecair leenverkeer (IBL).

        De werkwijze met een vastgelegde kostprijs van 8 euro per IBL-aanvraag (vanaf nu jaarlijks ook te indexeren) wordt in de praktijk al een paar jaar toegepast.

        De aanvragende bibliotheek betaalt de kost, de leverende bibliotheek ontvangt een inkomst.

        Op het eind van het jaar worden alle aanvragen verrekend en wordt het saldo vereffend.

        Voor Oostrozebeke leverde dit de voorbije jaren telkens een positief saldo op tussen de 400 en de 800 euro.

        Deze inkomsten maar ook een potentiële uitgave bij een negatief saldo zijn voorzien in het meerjarenplan.

        De intergemeentelijke DPO gaf op 17 oktober 2025 een gunstig advies voor de overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek en voor het addendum bij deze overeenkomst.

        Toelichting door de heer Jonas Van D'huynslager, schepen.

        financiële impact

        De uitgaven of inkomsten worden voorzien in het meerjarenplan 2026-2031 op:

        • ACT-821/0703-00/6142900/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN;
        • ACT-941/0703-00/6135900/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN;
        • ACT-941/0703-00/7405003/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        De heer Behaeghe, raadslid.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek tussen vzw Cultuurconnect en het gemeentebestuur van Oostrozebeke, die op 21 juni 2019 werd ondertekend, wordt goedgekeurd.

        De overeenkomst wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.

        Artikel 2

        Het addendum bij de overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek wordt goedgekeurd:

        De ondergetekende partijen:

        ENERZIJDS:

        de vzw Cultuurconnect,
        met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Miriam Makebaplein 1,
        ingeschreven in de Kruispuntbank voor ondernemingen onder het nummer 0629.858.909,
        hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door:
        de heer Herman Lauwers, voorzitter van de Raad van Bestuur, en mevrouw Ilke Froyen, algemeen directeur,
        hierna genoemd ‘Cultuurconnect’,

        EN

        ANDERZIJDS:

        het gemeentebestuur van Oostrozebeke,
        gevestigd te Ernest Brengierstraat 6 bus 1, 8780 Oostrozebeke,
        hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen,
        voor wie optreden de heer Hans Claerhout, voorzitter van de gemeenteraad, en de heer Carl Vereecke, algemeen directeur;
        hierna genoemd ‘de gemeente’,

        Ook wel gezamenlijk genoemd ‘de Partijen’.

        Na het volgende uiteengezet te hebben:

        Cultuurconnect werd opgericht op 1 juli 2016 en heeft tot doel, met uitsluiting van enig winstoogmerk, cultuurorganisaties, met de klemtoon op openbare bibliotheken en cultuur- en gemeenschapscentra, te ondersteunen bij hun digitale transformatie om op die manier bij te dragen aan de ontwikkeling van een toekomstgerichte cultuurpraktijk. Met dat doel wordt Cultuurconnect door de Vlaamse overheid gesubsidieerd.

        Ingevolge het Decreet van 23 juni 2023 tot structurele subsidiëring van kernorganisaties om de digitale transformatie van de cultuursector aan te sturen “zorgt Cultuurconnect voor een kwalitatieve exploitatie van de digitale bibliotheek en de via proefprojecten bekomen bovenlokale dienstverlening in een coöperatief beslissings- en beheersmodel met deelnemende cultuurorganisaties.”

        Cultuurconnect beheert in een coöperatief model met de openbare bibliotheken meerdere platformen die samen de digitale basisinfrastructuur van de openbare bibliotheken vormen.

        Alle Vlaamse en Brusselse Nederlandstalige bibliotheken zijn aangesloten op deze basisinfrastructuur. 

        Partijen sloten hiertoe de Overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek (hierna genoemd “de overeenkomst” die afloopt op 31 december 2025).

        Met dit Addendum wensen Partijen deze overeenkomst te verlengen en op een aantal punten te wijzigen en/of te actualiseren.

        Cultuurconnect biedt de Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek aan onder voorbehoud van het voorzien van de nodige middelen door de Vlaamse overheid voor de continuering van het beheer en de doorontwikkeling van de Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek in de Beheersovereenkomst 2026-2030 tussen Cultuurconnect en de Vlaamse overheid.

        komen partijen overeen als volgt:

        Artikel 1. Verlenging van de overeenkomst

        § 1.
        De overeenkomst wordt verlengd met één jaar waardoor deze afloopt op 31 december 2026.

        Nadien kan deze maximaal 2 keer stilzwijgend verlengd worden met een jaar (de uiterlijke einddatum is dus 31 december 2028), tenzij een van de partijen de Overeenkomst opzegt.

        Deze opzegging dient ten minste 6 maanden voor het einde van het kalenderjaar van het desbetreffende verlengingsjaar meegedeeld te worden.

        § 2.
        Benevens de specifieke opzegging ingeval van niet-verlenging van de overeenkomst, vermeld in §1, hebben partijen ten allen tijde de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen, mits naleving van een opzeggingstermijn van 6 maanden.

        § 3.

        Een opzegging dient steeds bij aangetekende brief te worden betekend.

        De datum van verzending geldt hierbij als datum van opzegging.

        Artikel 2. Wijziging aan de overeenkomst

        Er wordt een artikel 14bis toegevoegd aan hoofdstuk 2 van de overeenkomst:

        “Art. 14bis Interbibliothecair leenverkeer (IBL)

        § 1.
        Het bibliotheeksysteem maakt interbibliothecair leenverkeer (IBL) mogelijk.

        Met interbibliothecair leenverkeer (IBL) kan een lener een exemplaar tegen betaling laten overkomen uit een andere openbare bibliotheek.

        De lener kan zelf een IBL-aanvraag plaatsen via de publiekscatalogus op de bibliotheekwebsite.

        § 2.
        IBL is gebaseerd op solidariteit.

        De ontvangende bibliotheek betaalt een kost aan de leverende bibliotheek.

        Idealiter bereikt elke bib een evenwicht waarbinnen ze evenveel leveren als de eigen leners aanvragen.

        § 3.
        De ontvangende bibliotheek zal per levering 8 euro betalen aan de leverende bibliotheek.

        Bovenstaande principes en dit bedrag werd samen met alle deelnemende bibliotheken vastgelegd volgens artikel 2.

        Inspraakmodel in de overeenkomst.

        Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van volgende formule:

        P1=P0*(I1/I0),

        waarbij:

            • P0 = 8 euro;
            • P1 = Herziene prijs; I0 = Gezondheidsindex op 1 april 2022;
            • I1 = Gezondheidsindex van de maand december voorafgaand aan de indexaanpassing.

        De jaarlijkse indexaanpassing gebeurt zo telkens op 1 januari, op basis van het indexcijfer van de maand december voorafgaand aan de indexaanpassing.

        De eerste indexaanpassing gebeurt op 1 januari 2026.”

        § 4.
        Cultuurconnect fungeert als clearing house voor de administratief-financiële afwikkeling van de IBL transacties, en zal aldus enerzijds een saldo factureren aan bibliotheken, die volgens bovenstaande principes minder IBL leveren dan ontvangen en anderzijds een saldo crediteren aan bibliotheken, die volgens bovenstaande principes meer IBL leveren dan ontvangen.

        De facturatie en creditering van het saldo gebeurt op jaarbasis.”

        Artikel 3. Overige bepalingen en bijlagen

        Alle voorwaarden en modaliteiten uit de Overeenkomst, inclusief de eventuele bijlagen en addenda, blijven, in zoverre relevant, van toepassing gedurende de looptijd van de verlenging.

        Opgemaakt te Gent in twee exemplaren, waarvan elk van de partijen verklaart één origineel te hebben ontvangen.

        Namens de gemeente
        Datum:
        de heer Carl Vereecke                            de heer Hans Claerhout
        algemeen directeur                                voorzitter van de gemeenteraad

        Namens Cultuurconnect,
        Datum:
        mevrouw Ilke Froyen                             de heer Herman Lauwers
        algemeen directeur Cultuurconnect         voorzitter Cultuurconnect.

    • kerkfabrieken

      • Kerkfabriek Sint-Amandus: meerjarenplan 2026 - 2031: goedkeuren

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        E-mail van 8 juli 2025 van Religiosoft betreffende Religiopoint - Oostrozebeke waarbij gemeld wordt, u heeft meerjarenplannen ontvangen.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 november 2022 tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken.

        Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij besluit van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Gunstig advies van 8 juli 2025 van het bisdom Brugge, monseigneur Lode Aerts betreffende kerkfabriek St.-Amandus te Oostrozebeke, gemeente Oostrozebeke meerjarenplan 2026-2031.

        feiten, context, argumentatie

        Tijdens het overleg met de stuurgroep op 5 juni 2025 voor de opmaak van het kerkenbeleidsplan werd ook de opmaak van het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabrieken van Sint-Amand en Sint-Jozef besproken en werden volgende gemeentelijke toelagen voor de resp. kerkfabrieken vooropgesteld:

        Uit de beleidsnota bij het MJP 2026-2031 van de kerkfaberiek van Sint-Amandus blijkt voor

        Kerkfabriek Sint-Amand DN2308

        "* Exploitatie.

        De exploitatietoelage ligt in de lijn van het voorgeschreven bedragen.

        In functie van het wegvallen van alle zondagsdiensten in de Sint-Amandskerk, na het opmaken van het kerkenbeleidsplan, werden alle posten dienaangaande gehalveerd of verminderd met een 30%, behalve de vaste kosten, zoals onroerende voorheffing en verzekeringen.

        De nutsvoorzieningen zijn een inschatting, maar kunnen fluctueren naargelang de marktprijs.

        Voor de ontvangen netto-intresten werd er vanaf 2028 rekening gehouden met, een vrijgekomen kapitaal van 100.000 en een eventuele deels herbelegging van het te verkopen appartement (Markt 18).

        Als wij nu het gemiddelde berekenen van toelage vanaf 2027-2031 (in MJP) komen wij aan een gemiddelde toelage van ca € 31.400.

        Op vraag van het schepencollege werden ons volgende toelagen opgelegd :

        Voor Sint-Amand is dit inclusief de doorgeeflening van het dak (t.e.m. 2030).

        Opmerkelijk : in 2031 valt de doorgeeflening volledig weg (kapitaal en intresten).

        Als dusdanig zijn wij genoodzaakt om vanaf 2027 t.e.m. 2030 eigen middelen aan te wenden om aan de gevraagde toelage te kunnen komen.

        Deze kunnen weliswaar fluctueren, al naargelang de kosten en de K-waarden.

        Dit zal zul jaar per jaar, bij het opmaken van budget worden geëvalueerd. (zie MAR 129).

        Al naargelang de kosten van het privaat patrimonium (nutsvoorzieningen en onderhoud), zal met eigen middelen worden bijgepast budget, dit om een break-even te bekomen voor het privaat patrimonium."

        "* Investeringen

        Een wijziging naar de investeringen volgens budget 2026."

        Volgens de beleidsnota bij meerjarenplan 2026-2031 kan samenvattend gesteld worden:

        • Het huidig kapitaal wordt belegd in termijnrekeningen, daarvan zijn de opbrengsten terug te vinden in het meerjarenplan.
          Er wordt ook onderzocht hoe dit kapitaal met de voordeligste opbrengsten kan worden herbelegd in de komende jaren.
          Daarvan zal een wijziging van budget en meerjarenplan worden ingepland;
        • Alle bedragen van het budget 2020 werden doorgetrokken naar de volgende jaren.
          De cijfers werden enkel miniem veranderd van 1 % tot 2 % gezien de inflatie.
          Tevens werden ook de kapitaalaflossingen en intresten van de doorgeeflening van het dak volgens de aflossingstabel overgenomen;
        • Na overleg met het college van burgemeester en schepenen worden er momenteel geen noemenswaardige investeringen gepland in het meerjarenplan.
          Er wordt telkens bij overleg het verslag van Monumentenwacht bestudeerd, waar de dringende noden van grote herstelwerkzaamheden worden gepland.
          Dienaangaande worden dan ook de nodige budgetwijzigingen per jaar en aanpassingen aan het meerjarenplan doorgevoerd.

        Het advies van het bisdom Brugge van 8 juli 2025 is gunstig.

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

        financiële impact

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het exploitatiekrediet: actie 221, budgetrekening 0790-00/6494503/480.

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het investeringskrediet: actie 221, budgetrekening 0790-00/6640503/480.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 1 onthouding
        besluit

        Artikel 1

        De raad keurt het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Amandus goed:

        Kerkfabriek Sint-Amand DN2308

         

        De voorziene bedragen in de meerjarenplanning 2026 -2031 van de gemeente zijn als volgt:

          2026 2027 2028 2029 2030 2031
        exploitatie  50 000 50 000 40 000 40 000 40 000 40 000
        investering  25 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000

         Voor de investeringen is een enveloppe van 200 000 euro voorzien voor de periode 2026-2031 voor beide kerkfabrieken samen.

        Artikel 2

        Dit besluit wordt bekendgemaakt cf. de artikels 285, 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur en wordt opgeladen op Religiopoint - Oostrozebeke via het digitaal platform Religiosoft.

      • Kerkfabriek Sint-Jozef: meerjarenplan 2026 - 2031: goedkeuren

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        E-mail van 78 juli 2025 van Religiosoft betreffende Religiopoint - Oostrozebeke waarbij gemeld wordt, u heeft meerjarenplannen ontvangen.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 november 2022 tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken.

        Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij besluit van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        Gunstig advies van 8 juli 2025 van het bisdom Brugge, monseigneur Lode Aerts betreffende kerkfabriek Sint-Jozef te De Ginste, gemeente Oostrozebeke meerjarenplan 2026-2031.

        feiten, context, argumentatie

        Tijdens het overleg met de stuurgroep op 5 juni 2025 voor de opmaak van het kerkenbeleidsplan werd ook de opmaak van het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabrieken van Sint-Amand en Sint-Jozef besproken en werden volgende gemeentelijke toelagen voor de resp. kerkfabrieken vooropgesteld:

         

        Uit de beleidsnota bij het MJP 2026-2031 van de kerkfaberiek van Sint-Jozef blijkt 

        "Beleidsnota horende bij het meerjarenplan 2026-2031 voor de Kerkfabriek Sint-Jozef te De Ginste (VL - Oostrozebeke)

        Beste,

        Bij het opstellen van het meerjarenplan 2026-2031 hebben we grote inspanningen gedaan en hebben we rekening gehouden met de besprekingen tijdens de vergadering van 5 juni 2025 met de stuurgroep en de burgerlijke werkgroep.

        In overleg met het gemeentebestuur wordt tijdens 2026 enkel een investering voorzien van 8000 euro voor een oplossing van het betonrot aan de trap van de Sint-Jozefskerk (ev. via het plaatsen van een kooiladder).

        De uiteindelijk gekozen oplossing zal beslist worden in samenspraak met het gemeentebestuur.

        Hopende u hierbij voldoende informatie te hebben gegeven.

        Indien er toch nog vragen zouden zijn, kunt u mij zeker hiervoor contacteren."

        Het advies van het bisdom Brugge van 8 juli 2025 is gunstig.

        Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.
        financiële impact

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het exploitatiekrediet: actie 221, budgetrekening 0790-00/6494510/480.

        De uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, op het investeringskrediet: actie 221, budgetrekening 0790-00/6640504/480.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Onthouders: Koen Vandenbroucke
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 1 onthouding
        besluit

        Artikel 1

        De raad keurt het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Jozef goed:

        Kerkfabriek Sint-Jozef te De Ginste (DN2309)

        De voorziene bedragen in de meerjarenplanning 2026 -2031 van de gemeente zijn als volgt:

         

        2026

        2027

        2028

        2029

        2030

        2031

        exploitatie 

        20 000

        20 000

        20 000

        20 000

        20 000

        20 000

        investering 

        25 000

        15 000

        15 000

        15 000

        15 000

        15 000

        Voor de investeringen is een enveloppe van 200 000 euro voorzien voor de periode 2026-2031 voor beide kerkfabrieken samen.

        Artikel 2

        Dit besluit wordt bekendgemaakt cf. de artikels 285, 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur en wordt opgeladen op Religiopoint - Oostrozebeke via het digitaal platform Religiosoft.

      • Kennisnames: Kerkfabriek Sint-Amandus: budget 2026 Kerkfabriek Sint-Jozef: budget 2026

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        E-mail van 16 juli 2025 van Religiosoft betreffende Religiopoint - Oostrozebeke, waarbij gemeld werd dat het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Amandus beschikbaar is en e-mail van 16 juli 2025 van Religiosoft betreffende Religiopoint - Oostrozebeke, waarbij gemeld werd dat het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Jozef beschikbaar is.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 november 2022 tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken.

        Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, het laatst gewijzigd bij besluit van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

        feiten, context, argumentatie

        In de beleidsnota bij het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Amandus werd aangaande de investeringen en de exploitatietoelage volgende toelichting gegeven:

        "[...]

        * Investeringen

        Na een nieuw verslag van Monumentenwacht W-VL zullen er terug herstellingen dienen te gebeuren binnen het kerkgebouw.

        De kelderruimte (waarvan de CV-kelder deel uitmaakt) zal waterdicht worden gemaakt en nabehandeld.

        De geluidsisolatie op de balustrade van doksaal moet worden vernieuwd.

        Op vraag van Monument VDK, zullen beide werken door verschillende gespecialiseerde aannemers moeten worden uitgevoerd.

        Zijzelf wagen zich daar niet aan.

        Voor deze werken zal terug beroep worden gedaan op de provinciale erfgoedsubsidie (25% van de uitgevoerde werken).

        Een raming werd ingeschreven op het budget van totaal € 10.000.

        Voor het privaat patrimonium is er een bedrag voorzien om de renovatie van het gelijkvloers en de inrichting van een appartement in de woning, gelegen Markt 18, te verwezenlijken.

        Bedragen werden al opgenomen in budget 2024 en in 2025.

        * exploitatietoelage

        De exploitatietoelage ligt in de lijn van het voorgeschreven bedrag van € 50.000 (opgelegd door het schepencollege).

        In functie van het wegvallen van alle zondagsdiensten in de Sint-Amandskerk, na het opmaken van het kerkenbeleidsplan, werden alle posten dienaangaande gehalveerd of verminderd met een 30%, behalve de vaste kosten, zoals onroerende voorheffing en verzekeringen.

        De nutsvoorzieningen zijn een inschatting, maar kunnen fluctueren naargelang de marktprijs.

        Privaat patrimonium :

        Al naargelang de kosten van het privaat patrimonium (nutsvoorzieningen en onderhoud), zal met eigen middelen worden bijgepast (in budget € 2500 voorzien), dit om een break-even te bekomen voor het privaat patrimonium."

        In de beleidsnota bij het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Jozef werd volgende toelichting gegeven:

        "Bij het opstellen van het budget 2026 hebben we grote inspanningen gedaan en hebben we rekening gehouden met de besprekingen tijdens de vergadering van 5 juni met de stuurgroep en de burgerlijke werkgroep.

        In overleg met het gemeentebestuur wordt tijdens 2026 enkel een investering voorzien van 8000 euro voor een oplossing van het betonrot aan de trap van de Sint-Jozefskerk (ev. via het plaatsen van een kooiladder).

        De uiteindelijk gekozen oplossing zal beslist worden in samenspraak met het gemeentebestuur.

        Hopende u hierbij voldoende informatie te hebben gegeven.

        Indien er toch nog vragen zouden zijn, kunt u mij zeker hiervoor contacteren."

        financiële impact

        niet van toepassing

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        besluit

        Artikel 1

        De raad neemt kennis van:

        • Kerkfabriek Sint-Amandus: budget 2026;
        • Kerkfabriek Sint-Jozef: budget 2026.

        Artikel 2

        De gemeentelijke toelage is:

        • voor het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Amandus:
          • exploitatietoelage: € 49 976,58;
          • investeringstoelage: nihil;
        • voor het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Jozef:
          • exploitatietoelage: € 24 141,79;
          • investeringstoelage: € 8 000,00.

        De voorziene bedragen in de meerjarenplanning van de gemeente voor het jaar 2026 zijn:

        2026 Sint-Amandus  Sint-Jozef
        exploitatie  50 000 20 000
        investering  25 000 25 000
    • nutsvoorzieningen

      • Gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein: verlenging vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        Brief van 25 september 2025 van Fluvius, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle betreffende gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein: verlenging vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Besluit van de gemeenteraad van 4 juli 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025: doelstellingenboom: definitief vaststellen.

        Besluit van de gemeenteraad van 1 december 2016 betreffende gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein: verlenging vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

        Besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein: verlenging vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022.

        Besluit van de gemeenteraad van 10 november 2022 betreffende gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein: verlenging vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.

        feiten, context, argumentatie

        De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.

        Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein.

        De Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen werd op 10 januari 2002 goedgekeurd door de gemeenteraad.

        Deze Code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

        Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.

        Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd, die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken, die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

        De actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, …

        Toelichting door de heer De Marez, 1ste schepen.

        financiële impact

        De nodige kredieten zullen worden voorzien in het exploitatiebudget, actie 4210, budgetrekening 0640-00/7010200/600 en 0650-00/7010200/600.

        De nodige kredieten voor de volgende jaren zijn voorzien in het meerjarenplan 2026-2031 van de gemeente.

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        Publieke stemming
        Aanwezig: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, Carl Vereecke
        Voorstanders: Hans Claerhout, Luc Derudder, Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Ilse Vervaeck, Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1 - Algemeen

        Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

        Permanente nutsvoorzieningen zijn:

        • alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,...), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e a. putten...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
        • alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

        De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn, die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

        Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributiebeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

        Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2026 voor een termijn eindigend op 31 december 2028.

        Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

        De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken.

        Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.

        Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

        Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.

        Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

        Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

        Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m2, wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

        Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

        Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

        Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar.

        In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

        Artikel 4 - Inning

        De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

        Artikel 5 - Definitief karakter

        Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

        Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

    • vragen

      • Vragen

        Aanwezig: Hans Claerhout, raadslid-voorzitter
        Luc Derudder, burgemeester
        Olivier De Marez, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, schepenen
        Ilse Vervaeck, voorzitter BCSD
        Michiel Beils, Dirk Rogge, Annelies Gevaert, Dirk De Keyzer, Veerle Holsbeke, Robbe Coorevits, Jean Pierre Vande Maele, Koen De Mets, Wim Behaeghe, Dary Cnockaert, Koen Vandenbroucke, Glenn Coppens, Inge Noyez, raadsleden
        Carl Vereecke, algemeen directeur
        aanleiding

        De e-mail van raadslid Wim Behaeghe van 4 november 2025 namens de fractie INSPRAAK.nu.

        juridische overwegingen

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 6 december 2024 tot wijziging van artikel 6 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft een verbeterende akte als gevolg van een arrest dat de verkiezingsuitslag wijzigt.

        Besluit van de gemeenteraad van 4 september 2025 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: intrekken bestaand en goedkeuren nieuw, inzonderheid artikel 12.

        feiten, context, argumentatie

        De vragen van de raadsleden Koen De Mets, Wim Behaeghe en Dary Cnockaert.

        De antwoorden van Olivier De Marez, Carine Geldhof en Ilse Vervaeck, schepenen.

        financiële impact

        niet van toepassing

        amendement

        niet van toepassing

        tussenkomsten

        niet van toepassing

        besluit

        Er wordt geen besluit genomen.

De voorzitter sluit de zitting op 06/11/2025 om 21:01.

Namens gemeenteraad,

Carl Vereecke
algemeen directeur

Hans Claerhout
raadslid-voorzitter