Terug
Gepubliceerd op 15/12/2022

Besluit  gemeenteraad

do 08/12/2022 - 20:30

Belastingreglement op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet, de aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten: hervaststellen

Aanwezig: Anne-Sophie Verschoore, schepen-voorzitter
Luc Derudder, burgemeester
Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, schepenen
Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Koen Castelein, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, Cyriel Seys, Marleen Martin-Debacker, raadsleden
Carl Vereecke, algemeen directeur
Verontschuldigd: Greet Desmet, raadslid
aanleiding

De verplichte aansluiting van de gemeente op het Vastgoedinformatieplatform vanaf 1 januari 2023.

juridische overwegingen

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 20 december 2019 houdende programmadecreet bij begroting 2020.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet tot wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het decreet van 3 mei 2019 houdende de havenkapiteinsdienst.

Koninklijk besluit van 10 april 1992 tot coördinatie van wettelijke bepalingen inzake inkomstenbelastingen [WIB 1992], het laatst gewijzigd bij decreet van 6 mei 2019 houdende verscheidene fiscale bepalingen.

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, afgekort als “KB/WIB92”, het laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 september 2019 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van het begrip overeenstemmend voertuig.

De Vlaamse codex ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het laatst gewijzigd bij decreet tot wijziging van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006, het Mestdecreet van 22 december 2006 en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, wat betreft het opheffen van administratieve beroepsmogelijkheden.

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het laatst gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse decreten en besluiten van de Vlaamse Regering naar aanleiding van de codificatie van de decreten betreffende het Vlaamse woonbeleid.

Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft vast en tijdelijk opgestelde zendantennes voor elektromagnetische golven tussen 100 kHz eb 300 GHz.

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties (VLAREM III), het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 1 april 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en titel III van het Vlarem van 16 mei 2014, wat betreft de omzetting van de BBT-conclusies voor oppervlaktebehandeling met behulp van organische oplosmiddelen, met inbegrip van de conservering van hout en houtproducten met chemische stoffen.

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het Energiebesluit van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat betreft diverse bepalingen inzake de energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

Besluit van de gemeenteraad van 14 november 2019 op de aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet, de aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten - vaststellen.

Besluit van de gemeenteraad van 5 november 2020 op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet , de aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten: (her-)vaststellen.

feiten, context, argumentatie

Vanaf 1 januari 2023 moeten stedenbouwkundige inlichtingen niet langer rechtstreeks bij de gemeente, maar via het nieuw opgerichte Vastgoedinformatieplatform worden aangevraagd.

In de eerste helft van 2023 zullen de kosten voor het stedenbouwkundig uittreksel nog rechtstreeks door de gemeente moeten verrekend worden met de aanvrager. 

Vanaf de tweede helft van 2023 zullen aanvragers via het platform moeten betalen, waarna Vlaanderen, als beheerder en initiator van het platform, de gemeentelijke retributie zal doorstorten naar de gemeente.

Vlaanderen zelf rekent in eerste instantie een vaste kost van 35,00 euro per aanvraag aan als onderhoudskost voor het platform.

De manier waarop de gemeentelijke retributie kan worden berekend, wordt door het platform gelimiteerd omwille van eenvoud en gelijkvormigheid, en de twee mogelijkheden (per aanvraag of per perceel) betreffen een andere berekeningswijze dan opgenomen in het huidig belastingreglement.

De gemeente kiest ervoor om te werken per aanvraag.

Bij een aanvraag geldt een maximum van 5 aangrenzende percelen waartoe maximaal 1 perceel met gebouweenheid (adres) mag behoren.

Indien er meer dan 5 percelen aangevraagd worden, de percelen niet aangrenzend zijn of er meerdere percelen met een gebouweenheid worden aangevraagd, zal de retributie meerdere keren aangerekend worden.

Aangezien Vlaanderen geen belastingen kan innen, wordt de belasting voor het aanvragen van een stedenbouwkundig uittreksel geschrapt uit het belastingreglement voor "aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten: (her-)vaststellen".

Een stedenbouwkundig uittreksel aanvragen met spoed (mits verhoging van de reguliere retributie), zoals het huidig belastingreglement voorziet, is niet mogelijk op het gewestelijk platform en wordt bijgevolg ook geschrapt.

Het aanvragen van een stedenbouwkundig uittreksel via het Vastgoedinformatieplatform zal vanaf 1 januari 2023 als retributie aangerekend worden en wordt op 110,00 euro per aanvraag gezet.

De nieuwe retributie zal voorzien worden in het retributiereglement.

Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.

financiële impact

De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, actie 111, budgetrekening 0020-00/7316000.

amendement

niet van toepassing

tussenkomsten

De heer Vandenbroucke, raadslid, en de heer De Marez, schepen.

Publieke stemming
Aanwezig: Anne-Sophie Verschoore, Luc Derudder, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Koen Castelein, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Wim Behaeghe, Cyriel Seys, Marleen Martin-Debacker, Carl Vereecke
Voorstanders: Luc Derudder, Carine Geldhof, Jonas Van D'huynslager, Olivier De Marez, Anne-Sophie Verschoore, Nadine Dejonckheere, Dirk De Keyzer, Flore Vanluchene, Cyriel Seys, Marleen Martin-Debacker
Onthouders: Marleen Lefebre, Stijn Manhaeghe, Annelies Braeckevelt, Koen Vandenbroucke, Koen Castelein, Marijke Verbeke, Davy Verhulst, Wim Behaeghe
Resultaat: Met 10 stemmen voor, 8 onthoudingen
besluit

Artikel 1

Het belastingreglement van 5 november 2020 op de aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet, de aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten (GR/2020/111) wordt met ingang van 1 januari 2023 gewijzigd zoals hierna bepaald:

Voor een termijn vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een belasting geheven op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet en bodemsaneringsprojecten.

De belasting wordt geheven op aanvragen of meldingen ingediend vanaf 1 januari 2023.

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de aanvrager.

De belastingplichtigen zijn hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 3

De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (zie artikel 4), indien van toepassing verhoogd met een bedrag per procedurestap (zie artikel 5) en een vast recht in geval van een regularisatie (zie artikel 6). Zijn meerdere bedragen van toepassing, dan worden deze bedragen opgeteld. Bij het intrekken van het dossier door de aanvrager na volledig- en ontvankelijkheidsverklaring en voor onvolledig of onontvankelijk verklaarde dossiers waarbij de gemeente vergunningverlenende overheid is wordt enkel een forfaitaire vergoeding aangerekend (zie artikel 7).

Artikel 4

Belasting per dossiertype:

melding van:

  •  stedenbouwkundige handelingen;
  •  ingedeelde inrichting of activiteit;
  •  gemengd project;
  •  overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

50,00 euro
50,00 euro
75,00 euro
50,00 euro 

 

aanvraag van een omgevingsvergunning via vereenvoudigde procedure voor:

  •  stedenbouwkundige handelingen;
  •  ingedeelde inrichting of activiteit (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit);
  •  vegetatiewijziging;
  •  kleinhandelsactiviteiten;
  •  gemengd project.

bijkomend vast recht per bijkomende of gewijzigde woongelegenheid of unit opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf de tweede

 

50,00 euro
75,00 euro
50,00 euro
50,00 euro
125,00 euro 


+ 25,00 euro

aanvraag van een omgevingsvergunning via gewone procedure voor:

  •  stedenbouwkundige handelingen;
  •  ingedeelde inrichting of activiteit (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit);
  •  vegetatiewijziging;
  •  kleinhandelsactiviteiten;
  •  gemengd project.

bijkomend vast recht per bijkomende of gewijzigde woongelegenheid of unit opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf de tweede

 

 75,00 euro
200,00 euro
75,00 euro
75,00 euro
275,00 euro

 

+ 25,00 euro

aanvraag van een vergunning voor het verkavelen van gronden:

  •  zonder wegenis;
  •  met wegenis.

bijkomend vast recht per lot opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf het tweede

 

75,00 euro
125,00 euro

+ 50,00 euro

aanvraag tot bijstellen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden:

  •  zonder wijziging aan de wegenis;
  •  met wijziging aan de wegenis.

bijkomend vast recht per lot opgenomen in dezelfde aanvraag, vanaf het tweede

 

60,00 euro
100,00 euro

  

+ 50,00 euro

verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit

verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van andere voorwaarden dan de milieuvoorwaarden die gelden voor op ingedeelde inrichtingen of activiteiten

200,00 euro

  

75,00 euro

aanvraag tot omzetting milieuvergunning verleend voor twintig jaar naar een permanente vergunning (volgens artikel 390 van het omgevingsvergunningsdecreet)

75,00 euro

bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (volgens artikel 83, § 1, lid 3 van het omgevingsvergunningsdecreet)

75,00 euro

aanvraag van een stedenbouwkundig attest (volgens artikel 5.3.1. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening)

75,00 euro

aanvraag van een planologisch attest (volgens artikel 4.4.24. en verder van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening)

500,00 euro

aanvraag van een bodemsaneringsproject

150,00 euro 

Artikel 5

Belasting per procedurestap:

digitaliseren van een analoog ingediend dossier, in de gevallen waar digitaal indienen niet verplicht is

50,00 euro

het wijzigen van het onderwerp van de aanvraag volgens artikel 30 of 45 van het omgevingsvergunningsdecreet

50,00 euro

het houden van een projectvergadering

50,00 euro

het organiseren van een informatievergadering (volgens artikel 25 van het omgevingsvergunningsbesluit)

100,00 euro

Artikel 6

Er geldt een bijkomend vast recht van 50,00 euro ingeval de melding of de aanvraag in eerste aanleg een regularisatie betreft.

Artikel 7

Bij het intrekken van het dossier door de aanvrager na volledig- en ontvankelijkheidsverklaring en bij onvolledig of onontvankelijk verklaarde dossiers waarbij de gemeente de vergunningverlenende overheid is wordt een forfaitaire vergoeding van 25,00 euro aangerekend.

In deze gevallen vervallen de belastingen zoals bepaald in artikel 4, 5 en 6.

Artikel 8
De belasting is niet verschuldigd voor:

  • inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen;
  • meldingen van ingedeelde inrichtingen of activiteit klasse 3 die uitsluitend betrekking hebben op een stookolietank of propaangastank behorende bij de woonfunctie van een onroerend goed;
  • tijdelijke inrichtingen zoals gedefinieerd in artikel 5.1.1., 11° van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM);
  • de stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur moeten worden afgegeven;
  • de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en daarmede gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut.

Artikel 9

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

De belasting wordt geïnd na afhandeling van het dossier in eerste aanleg.

Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

Voor wat een stedenbouwkundig uittreksel betreft, wordt voorzien door Vlaanderen om vanaf de tweede helft van 2023 de retributie rechtstreeks en onmiddellijk te innen via het Vastgoedinformatieplatform.

Artikel 10

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen of via e-mail op het e-mailadres belastingen@oostrozebeke.be worden ingediend, ondertekend zijn en worden gemotiveerd.

De indiening van het bezwaar moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:

  • de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
  • het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger, die wenst gehoord te worden moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn bezwaar.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verzonden, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan naar enerzijds de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds de financieel directeur.

Artikel 11

De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, het laatst gewijzigd bij decreet van 20 december 2019.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023. Het belastingreglement van 5 november 2020 betreffende belastingreglement op de aanvragen in kader van het omgevingsvergunningsdecreet, de aanvragen van stedenbouwkundige uittreksels en bodemsaneringsprojecten wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.