De voorzitter opent de zitting op 06/06/2024 om 19:49.
Artikel 303, §3 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 5 april 2019 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2009 betreffende de logo's.
Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2007 betreffende reglement klachtenbehandeling: vaststelling.
Het artikel 302 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling moeten organiseren.
Het artikel 50 van het besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang, bepaalt voor de buitenschoolse kinderopvang ‘De Wiemkes’:
“De organisator van gezinsopvang of groepsopvang met een erkenning heeft een procedure voor klachtenbehandeling waarin minstens een ontvangstmelding, een onderzoek en een schriftelijke mededeling van het resultaat aan de klager is opgenomen, alsook binnen welke termijnen dat gebeurt. Daarnaast registreert de organisator de klachten waarbij minstens de volgende gegevens worden opgenomen:
1° een omschrijving of samenvatting van de klacht;
2° het resultaat van de klachtenbehandeling in termen van gegrond, ongegrond of onduidelijk.”
Het artikel 303 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de algemeen directeur jaarlijks rapporteert aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen de gemeente en aan de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Toelichting door Luc Derudder, burgemeester.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Enig artikel
De gemeenteraad neemt er akte van dat er in 2023 bij het gemeentebestuur volgende klachten werden ingediend:
Datum van ontvangst van de klacht | Onderwerp/voorwerp van de klacht | Gevolg dat aan de klacht gegeven werd | Datum van afhandeling van de klacht |
15/02/2023 | gebruik gemeenschapscentrum door kinderen en jongeren | antwoord op e-mail: wijzen op feit dat het een openbaar gebouw is, dat mevrouw steeds mag komen melden op het moment zelf aan loket + opsomming acties in het verleden. | 28/02/2023 |
13/04/2023 | kasseien werden niet goed terug gelegd na interventie door Telenet ter hoogte van Ingelmunstersteenweg 166 | brief aan klager dat kasseien langs heel de Ingelmunstersteenweg slecht liggen en dat er geen gevolg kan gegeven worden aan zijn klacht. | 27/04/2023 |
12/04/2023 | Dossier klacht 2023.000194 | antwoord van agentschap binnenlands bestuur: Ik kwam tot de conclusie dat deze ongegrond is. Als bijlage vindt u het afschrift van mijn brief aan de klager (geanonimiseerd omwille van privacy) In uw klacht werpt u ook nog op dat het advies waarvan sprake in het besluit van de gemeenteraad van 2 februari 2023 enkel een toelichting zou bevatten en geen advies. Het onderzoek heeft uitgewezen dat er in het verslag, zoals het uiteindelijk is goedgekeurd door de lokale adviesraad van 27 februari 2023, wel degelijk blijkt dat er een advies (zie deel conclusie hieronder) is gegeven over het strategisch commercieel plan. Conclusie: het scp is opgemaakt in samenwerking met de ondernemers en gebaseerd op de opmerkingen die werden gegeven tijdens de SWOT-analyses. Het strategisch commercieel plan is een dynamisch document dat in samenwerking tussen het beleid en de lokaal economische raad zal uitgewerkt en bijgestuurd worden. De lokaal economische raad concludeert dat zij akkoord gaat met het strategisch commercieel plan. | 14/04/2023 |
14/12/2023 | Geanonimiseerde klacht wegens het niet respecteren van de artikelen 28 en 74 van het decreet over het lokaal bestuur omdat er voorafgaandelijk aan de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad van 7 december 2023 op 4 december 2023 een toelichting werd gegeven betreffende de aanpassing van het meerjarenplan, die uitsluitend bestemd was aan en bijgevolg niet toegankelijk was voor het publiek. | Antwoord van het Agentschap Binnenlands Bestuur : "Mijn ambt stelt vast dat de bewering dat artikel 28 DLB geschonden zou zijn, berust op een onjuiste lezing van artikel 28 DLB. De vergaderingen, waar in artikel 28 DLB naar wordt verwezen betreffen de vergaderingen van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, die in elk geval openbaar moeten zijn wanneer het vergaderingen betreffen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249 DLB. De bespreking en de goedkeuring van de aanpassingen van het meerjarenplan in de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad van 7 december 2023 gebeurde in het openbaar en niet in een besloten vergadering. Er kan dus geen sprake zijn van een inbreuk op de artikelen 28 en 74 DLB. Dat er voorafgaandelijk aan de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad van 7 december 2023 een infomoment heeft plaats gevonden voor de raadsleden, waarbij een uitgebreide technische toelichting werd gegeven over de aanpassingen van het meerjarenplan veronderstelt niet dat er sprake is van een inbreuk op de artikelen 28 en 74 DLB. Het infomoment betrof geen vergadering in de zin van de artikelen 28 en 74 DLB. Het infomoment had als doel een uitgebreide technische toelichting te geven aan de raadsleden, voorafgaand aan de zitting van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Op die manier kon tijdens de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn een beknopte toelichting worden verstrekt. U kan indien u dit wenst de documenten, die betrekking hebben op de toelichting van 4 december 2023, opvragen in het kader van de procedure openbaarheid van bestuur. De Vlaamse decreetgever heeft in een procedure voorzien, waarbij iedereen die erom verzoekt toegang kan krijgen tot bestuursdocumenten. Indien het openbaarheidsverzoek wordt geweigerd, is er de mogelijkheid om een beroep in te dienen bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. | 23/01/2024 |
22/12/2023 | Niet-geanonimiseerde klacht tegen besluit gemeenteraad Oostrozebeke van 7 december 2023 betreffende meerjarenplan 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen. De klager was van mening dat er bij de opmaak van de aanpassing van meerjarenplan advies had moeten worden gevraagd aan de erkende gemeentelijke adviesraden. | Antwoord van het agentschap Binnenlands Bestuur: "Wat betreft het feit dat de erkende raden dienen betrokken te worden bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk beleid, concludeert u dat een aanpassing van het meerjarenplan behoort tot de voorbereiding van het gemeentelijk beleid. Dit is niet volledig correct. [...] Aan de hand van de bezorgde documenten toont het gemeentebestuur aan hoe het te werk is gegaan bij de voorbereiding en de opmaak van het initieel meerjarenplan. Het opstellen van een doelstellingenboom kadert in de opmaak van het meerjarenplan en verloopt stapsgewijs. Conform de gemeenteraadsbeslissing van 2 mei 2019 werd de doelstellingenboom 2020-2025 voorlopig vastgesteld. De volgende stap was het inwinnen van advies over de doelstellingenboom bij de erkende gemeentelijke adviesraden, in de loop van de maand mei 2019. Uit de diverse stukken blijkt dat alle adviezen hierover gunstig waren. Zodoende kon de doelstellingenboom definitief worden vastgesteld in de gemeenteraad van 4 juli 2019. Het bestuur laat weten dat de doelstellingenboom 2020-2025 nog verder werd verfijnd en zich uiteindelijk vertaalde in de strategische nota, die deel uitmaakt van het meerjarenplan. Finaal werd het meerjarenplan 2020-2025, in zijn geheel, vastgesteld in de gemeenteraad van 5 december 2019. Ik volg u dat, bij wijzigend beleid, advies wel aangewezen is. Echter, het bestuur benadrukt dat de doelstellingenboom bij het meerjarenplan 2020-2025 niet meer werd aangepast sinds de definitieve vaststelling ervan in de gemeenteraad van 4 juli 2019 en dat ook de strategische nota sindsdien ongewijzigd is gebleven. Er kan dus worden gesteld dat het gemeentelijk beleid onveranderd is gebleven tijdens de periode van het lopende meerjarenplan. Bijgevolg hoefde er geen bijkomend advies meer te worden gevraagd noch aan de lokaal economische raad noch aan de andere gemeentelijke adviesraden. U verwijst concreet naar de gemeenteraadsbeslissing van 31 maart 2022 met betrekking tot de opstart van de lokaal economische raad. Gelet op het feit dat de lokaal economische raad nog niet bestond op het moment dat het gemeentelijk beleid, via de strategische nota, voor een periode van 6 jaar werd bepaald, is het logisch dat er aan deze nieuwe raden geen advies meer werd gevraagd. Ik wijs er eveneens op dat het decreet over het lokaal bestuur nergens detailleert dat er advies moet worden gevraagd met betrekking tot de opmaak van (de aanpassing van) het meerjarenplan. [...] Ten slotte suggereert u dat er, naar aanleiding van de toelichting aan de raadsleden over de projecten en investeringen, zou blijken dat er minstens advies moest zijn van de verschillende gemeentelijke adviesraden. Dit wordt weerlegd door het bestuur. De PowerPoint-presentaties die werden gebruikt ter info van de raadsleden op 7 december 2023, werden aan mijn diensten bezorgd en bevatten geen enkele vorm van verwijzing naar het vragen van advies aan de gemeentelijke adviesraden over de aanpassing van het meerjarenplan. Volgens het bestuur blijkt op geen enkele manier dat de leden van het college van burgemeester en schepenen zich zouden hebben geëngageerd om advies te vragen. [...] Gelet op wat voorafgaat ben ik dan ook van oordeel dat de erkende gemeentelijke adviesraden niet hoefden gevraagd te worden om advies uit te brengen over de aanpassing (nr.8) van het meerjarenplan 2020-2025 van Oostrozebeke. Bijgevolg is er geen aanleiding om een toezichtmaatregel te nemen ten aanzien van de hoger vermelde gemeenteraadsbeslissing." |
18/01/2024 |
Volgens het artikel 219 van het decreet over het lokaal bestuur rapporteert de algemeen directeur jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing.
Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk vóór 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, meer bepaald artikel 219.
De rapportering organisatiebeheersing 2023 werd besproken worden op vergadering van 19 maart 2024 van het managementteam.
De leden van het managementteam hebben elk voor hun departement, afdeling en/of diensten aanvullingen en aanpassingen ingebracht in het voorontwerp van rapport voor de organisatiebeheersing 2023.
Het managementteam heeft het afgewerkt voorontwerp besproken op haar vergadering van 16 april 2024.
Aan de financieel directeur werd gevraagd om het financieel luik in het voorontwerp van rapport 2023 eens te controleren voor zijn aandeel (financiële dienst), aan te passen en/of aan te vullen.
De algemeen directeur heeft in het rapport 2023 ook de planning voor 2024 overlopen:
Alle geplande initiatieven voor 2024 zijn lopende en worden verder opgevolgd.
Het managementteam verleende op haar vergadering van 16 april 2024 gunstig advies aan het rapport 2023.
Toelichting door de heer Derudder, burgemeester, en de heer Vereecke, algemeen directeur.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
De raad neemt kennis van het rapport over organisatiebeheersing 2023.
De jaarrekening 2023 van de gemeente moet vastgesteld worden.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 – 2026: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 – 2026: Raad 07_12_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Gunstig advies van het managementteam van 21 mei 2024.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijke (geconsolideerde) jaarrekening opmaken, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken één geïntegreerde jaarrekening.
Daarin wordt de financiële toestand van die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke afzonderlijke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de geconsolideerd jaarrekening een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW.
Dat komt tot uiting in het schema met de realisatie van de kredieten (schema J3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De gemeentelijke bijdrage voor het OCMW is niet meer opgenomen in het meerjarenplan.
De gemeente moet wel zorgen dat het OCMW haar financiële verplichtingen kan nakomen.
Dit heeft als gevolg dat de tussenkomst van de gemeente in het kader van het thesauriebeheer van het OCMW niet gebudgetteerd wordt, maar wel jaarlijks geboekt wordt in de resultaatverwerking bij de jaarrekening.
De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar volgend op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
Het ontwerp van geconsolideerde jaarrekening bevat volgende documenten:
Toelichting van de heer De Marez, schepen, en de heer Masschaele, financieel directeur.
niet van toepassing
niet van toepassing
De heer Masschaele, financieel directeur, heeft zich verontschuldigd.
Artikel 1
De jaarrekening voor het boekjaar 2023 van het deel van de gemeente wordt samen met de verplichte bijlagen vastgesteld.
De financiële toestand van de jaarrekening voor het boekjaar 2023 van het deel van de gemeente is als volgt:
Het budgettaire resultaat boekjaar van het deel van de gemeente bedraagt 722 393 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar van het deel van de gemeente bedraagt 8 738 442 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het deel de gemeente bedraagt 9 460 836 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves bij het deel van de gemeente.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het deel van de gemeente bedraagt 9 460 836 euro.
De autofinancieringsmarge van het deel van de gemeente bedraagt 3 266 855 euro.
Artikel 2
De financiële toestand van de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2023 is als volgt:
Het geconsolideerd budgettaire resultaat boekjaar bedraagt -22 812 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar bedraagt 9 594 567 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat bedraagt 9 571 755 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 9 571 755 euro.
De geconsolideerd autofinancieringsmarge bedraagt 2 532 168 euro.
De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt 2 308 677 euro.
Artikel 3
De geconsolideerde balans voor het boekjaar 2023 wordt vastgesteld.
Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 66 318 296 euro.
Artikel 4
De geconsolideerde staat van opbrengsten en kosten voor het boekjaar 2023 wordt vastgesteld.
Het operationeel overschot bedraagt 1 337 475 euro.
Het financieel overschot bedraagt 1 299 923 euro.
Het overschot van het boekjaar bedraagt 2 637 399 euro.
De jaarrekening 2023 van het OCMW moet goedgekeurd worden.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juni 2021 betreffende meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 december 2021 betreffende meerjarenplanaanpassing 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende meerjarenplanaanpassing 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 juni 2022 betreffende meerjarenplanaanpassing 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende meerjarenplanaanpassing 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2022 betreffende meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Gunstig advies van het managementteam van 21 mei 2024.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijke (geconsolideerde) jaarrekening opmaken, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken één geïntegreerde jaarrekening.
Daarin wordt de financiële toestand van die twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld.
Omdat elke afzonderlijke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in de geconsolideerd jaarrekening een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW.
Dat komt tot uiting in het schema met de realisatie van de kredieten (schema J3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De gemeentelijke bijdrage voor het OCMW is niet meer opgenomen in het meerjarenplan.
De gemeente moet wel zorgen dat het OCMW haar financiële verplichtingen kan nakomen.
Dit heeft als gevolg dat de tussenkomst van de gemeente in het kader van het thesauriebeheer van het OCMW niet gebudgetteerd wordt, maar wel jaarlijks geboekt wordt in de resultaatverwerking bij de jaarrekening.
De gemeente verleent een tussenkomst in het boekhoudkundig tekort van basis van het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar volgend op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
Het ontwerp van geconsolideerde jaarrekening bevat volgende documenten:
Toelichting van de heer De Marez, schepen, en de heer Masschaele, financieel directeur.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Besluit,
Artikel 1
De jaarrekening voor het boekjaar 2023 van het deel van het OCMW wordt samen met de verplichte bijlagen goedgekeurd.
De financiële toestand van de jaarrekening voor het boekjaar 2023 van het deel van het OCMW is als volgt:
Het budgettaire resultaat boekjaar van het deel van het OCMW bedraagt -745 205 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar van het deel van het OCMW bedraagt 856 124 euro.
Het gecumuleerde budgettaire resultaat van het deel van het OCMW bedraagt 110 919 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves van het deel van het OCMW.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het deel van het OCMW bedraagt 110 919 euro.
De autofinancieringsmarge van het deel van het OCMW bedraagt -734 687 euro.
Artikel 2
De financiële toestand van de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2023 is als volgt:
Het geconsolideerd budgettaire resultaat boekjaar bedraagt -22 812 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorig boekjaar bedraagt 9 594 567 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerde budgettaire resultaat bedraagt 9 571 755 euro.
Er zijn geen onbeschikbare reserves.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat bedraagt 9 571 755 euro.
De geconsolideerd autofinancieringsmarge bedraagt 2 532 168 euro.
De geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge bedraagt 2 308 677 euro.
Artikel 3
De geconsolideerde balans voor het boekjaar 2023 wordt vastgesteld.
Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt 66 318 296 euro.
Artikel 4
De geconsolideerde staat van opbrengsten en kosten voor het boekjaar 2023 wordt vastgesteld.
Het operationeel overschot bedraagt 1 337 475 euro.
Het financieel overschot bedraagt 1 299 923 euro.
Het overschot van het boekjaar bedraagt 2 637 399 euro.
De gemeenteraad stelt haar deel van meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) vast.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025: Raad 06_07_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025: Raad 06_07_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Het gunstig visum VSM/2024/00 van 8 mei 2024 van Siegfried Masschaele, financieel directeur.
Gunstig advies van het managementteam van 21 mei 2024.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW.
Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld.
Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast.
Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes, die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de aanpassing meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de aanpassing meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan bevat volgende documenten:
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
De meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2), de staat van het financieel evenwicht: wijzigingsvariant (M2W) en het overzicht van de kredieten (M3) wordt vastgesteld.
Artikel 2
Het budgettair resultaat van het boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 1 263 709,00 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 8 420 362,00 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 9 684 071,00 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van de gemeente in 2025 bedraagt 9 684 071,00 euro.
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van de gemeente in 2025 bedraagt: 2 121 788 euro.
Artikel 3
Het budgettair resultaat van het boekjaar van de gemeente in 2024 bedraagt: -1 040 474,00 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van de gemeente in 2024 bedraagt: 9 460 836,00 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2024 bedraagt: 8 420 362,00 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van de gemeente in 2024 bedraagt 8 420 362,00 euro.
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van de gemeente in 2024 bedraagt: 1 724 375,00 euro.
De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet |
Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven |
10 059 525,00 |
Totaal exploitatie-ontvangsten |
12 509 025,00 |
Totaal investerings-uitgaven |
5 899 525,00 |
Totaal investerings-ontvangsten |
2 952 962,00 |
Totaal financierings-uitgaven |
748 536,00 |
Totaal financierings-ontvangsten |
205 125,00 |
Artikel 4
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: - 17 556 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 6 781 094,00 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 6 763 538,00 euro.
Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 6 763 538,00 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 947 073,00 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 855 246,00 euro.
De gemeenteraad keurt het deel van de meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) van het OCMW goed.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende meerjarenplan 2020-2025 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 1 2020-2025 van het deel OCMW goedkeuren.
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 betreffende aanpassing meerjarenplan 2 2020 - 2025: Raad 03_12_2020(BP2020_2025-2) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 3 juni 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 3 2020 - 2025: Raad 03_06_2021 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 betreffende aanpassing meerjarenplan 4 2020 - 2025: Raad 02_12_2021 (BP2020_2025_4) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 5 2020 - 2025: Raad 02_06_2022 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 8 december 2022 betreffende aanpassing meerjarenplan 6 2020 - 2025: Raad 08_12_2022 (BP2020_2025_6) van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025: Raad 06_07_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025: Raad 06_07_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 - 2026: Raad 07_12_2023 van het deel OCMW: goedkeuren.
Gunstig advies van het managementteam van 21 mei 2024.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn.
Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn.
Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW.
Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld.
Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast.
Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan.
Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen.
Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes, die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van de aanpassing meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van de aanpassing meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan 3 bevat volgende documenten:
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
De meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) van het OCMW, bestaande uit de strategische nota, het financieel doelstellingenplan (M1), de staat van het financieel evenwicht (M2), de staat van het financieel evenwicht: wijzigingsvariant (M2W) en het overzicht van de kredieten (M3) wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: - 1 281 265,00 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: - 1 639 268,00 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: - 2 920 533,00 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het OCMW in 2025 bedraagt - 2 920 533,00 euro.
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2025 bedraagt: - 1 174 715,00 euro.
Artikel 3
Het budgettair resultaat van het boekjaar van het OCMW in 2024 bedraagt: -1 750 187,00 euro.
Het gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar van het OCMW in 2024 bedraagt: 110 919,00 euro en het gecumuleerd budgettair resultaat 2024 bedraagt: -1 639 268,00 euro.
Het beschikbaar budgettair resultaat van het OCMW in 2024 bedraagt -1 639 268,00 euro.
Er zijn geen onbeschikbare gelden.
De autofinancieringsmarge boekjaar van het OCMW in 2024 bedraagt: -1 214 564,00 euro.
De kredieten van het OCMW voor het boekjaar 2024 (M3) worden vastgesteld.
Soort krediet |
Totaal bedrag voor 2024 |
Totaal exploitatie-uitgaven |
7 689 683,00 |
Totaal exploitatie-ontvangsten |
6 691 565,00 |
Totaal investerings-uitgaven |
535 622,00 |
Totaal investerings-ontvangsten |
0,00 |
Totaal financierings-uitgaven |
216 447,00 |
Totaal financierings-ontvangsten |
0,00 |
Artikel 4
Het geconsolideerd budgettair resultaat van het boekjaar in 2025 bedraagt: - 17 556 euro.
Het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar in 2025 bedraagt: 6 781 094,00 euro en het geconsolideerd gecumuleerd budgettair resultaat 2025 bedraagt: 6 763 538,00 euro.
Er zijn geconsolideerd geen onbeschikbare gelden.
Het geconsolideerd beschikbaar budgettair resultaat in 2025 bedraagt: 6 763 538,00 euro.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge boekjaar in 2025 bedraagt: 947 073,00 euro en de geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge in 2025 bedraagt: 855 246,00 euro.
De gemeenteraad is exclusief bevoegd om de nominatieve subsidies toe te kennen.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2024 betreffende Meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 van het deel gemeente: vaststellen.
Artikel 41, tweede lid, 23° van het decreet over het lokaal bestuur, stelt dat de bevoegdheid om nominatieve subsidies toe te kennen een exclusieve bevoegdheid is van de gemeenteraad.
De nominatieve subsidies voor 2024, opgenomen in het vastgestelde en door de gemeenteraad goedgekeurde Meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) worden toegekend.
Toelichting van de heer Van D'huynslager, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Enig artikel
De nominatieve subsidies 2024 worden toegekend:
Planningsrapport: Meerjarenplanaanpassing 9 2020 - 2026: Raad 06_06_2024 (BP2020_2026-9) - Periode: 2024
1. BP2020_2026-9/2024/113/0150-00/6493401/GEMEENTE/CBS/600/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies mayors for peace
Begunstigde: Mayors for peace
Bedrag: 50,00
2. BP2020_2026-9/2024/2212/0171-00/6494506/GEMEENTE/CBS/440/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan ILV Associatie Midwest / DVV Midwest
Begunstigde: DVV Midwest (dienstv.)
Bedrag: 15.318,00
3. BP2020_2026-9/2024/113/0349-00/6494514/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan Wildbeheereenheid - De Mandelvallei vzw
Begunstigde: WBE De Mandelvallei vzw
Bedrag: 150,00
4. BP2020_2026-9/2024/513/0349-00/6494513/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan Stad-Land-schap 't West-Vlaamse hart
Begunstigde: Stad-Land-schap 't West-Vlaamse hart
Bedrag: 1.992,00
5. BP2020_2026-9/2024/215/0400-00/6494502/GEMEENTE/CBS/460/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan de politiezone
Begunstigde: MIDOW (pz)
Bedrag: 802.869,00
6. BP2020_2026-9/2024/215/0400-00/6640502/GEMEENTE/CBS/460/IP-GEEN/U
Toegestane investeringssubsidies aan de politiezone
Begunstigde: MIDOW (pz)
Bedrag: 42.390,00
7. BP2020_2026-9/2024/213/0410-00/6494505/GEMEENTE/CBS/470/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan de hulpverleningszone
Begunstigde: ZONE MIDWEST (hvz)
Bedrag: 192.704,00
8. BP2020_2026-9/2024/213/0410-00/6640506/GEMEENTE/CBS/470/IP-GEEN/U
Toegestane investeringssubsidies brandweer / hulpverleningszone
Begunstigde: ZONE MIDWEST (hvz)
Bedrag: 43.817,00
9. BP2020_2026-9/2024/113/0430-00/6493002/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan de vriendenkring van de civiele bescherming
Begunstigde: Civiele Bescherming (fv)
Bedrag: 250,00
10. BP2020_2026-9/2024/113/0440-00/6494509/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan de M.U.G.
Begunstigde: Sint-Andriesziekenhuis vzw + M.U.G.
Bedrag: 2.635,00
11. BP2020_2026-9/2024/113/0440-00/6494519/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidie aan De Mantel
Begunstigde: De Mantel vzw
Bedrag: 900,00
12. BP2020_2026-9/2024/1131/0709-00/6493200/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan cultuurverenigingen
Begunstigde: Rode Kruis Oostrozebeke (fv)
Bedrag: 610,00
Begunstigde: Samana Oostrozebeke (fv)
Bedrag: 610,00
13. BP2020_2026-9/2024/113/0709-00/6493201/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan vaderlandslievende verenigingen
Begunstigde: NSB 40-45 (fv)
Bedrag: 298,00
14. BP2020_2026-9/2024/1131/0741-00/6493000/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan verenigingen
Begunstigde: Harddraversmaatschappij De Mandel
Bedrag: 7.900,00
Begunstigde: Koninklijke Wielerclub Sporting
Bedrag: 7.900,00
15. BP2020_2026-9/2024/1131/0741-00/6493100/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan sportverenigingen
Begunstigde: Duivenclub Onze Belangen (fv)
Bedrag: 50,00
Begunstigde: Koninklijke Vinkeniersmaatschappij De Verenigde Vrienden vzw
Bedrag: 125,00
Begunstigde: Vrij Polen Manillers (fv)
Bedrag: 50,00
16. BP2020_2026-9/2024/962/0750-00/6493301/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies jeugdhuis 't Ipperste
Begunstigde: Jeugdhuis 't Ipperste
Bedrag: 1.240,00
17. BP2020_2026-9/2024/221/0790-00/6640503/GEMEENTE/CBS/480/IP-GEEN/U
Toegestane investeringssubsidies aan de kerkfabriek Sint-Amandus
Begunstigde: Kerkfabriek Sint-Amandus (VL - Oostrozebeke) (oi)
Bedrag: 15.000,00
18. BP2020_2026-9/2024/221/0790-00/6640504/GEMEENTE/CBS/480/IP-GEEN/U
Toegestane investeringssubsidies aan de kerkfabriek Sint-Jozef
Begunstigde: Kerkfabriek Sint-Jozef te De Ginste (VL - Oostrozebeke) (oi)
Bedrag: 10.000,00
19. BP2020_2026-9/2024/221/0790-00/6494510/GEMEENTE/CBS/480/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan kerkfabriek Sint-Jozef
Begunstigde: Kerkfabriek Sint-Jozef te De Ginste (VL - Oostrozebeke) (oi)
Bedrag: 38.045,00
20. BP2020_2026-9/2024/221/0790-00/6494503/GEMEENTE/CBS/480/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan de kerkfabriek Sint-Amand
Begunstigde: Kerkfabriek Sint-Amandus (VL - Oostrozebeke) (oi)
Bedrag: 90.572,00
21. BP2020_2026-9/2024/1341/0909-00/6493020/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan Dynamica
Begunstigde: Dynamica Meulebeke vzw
Bedrag: 500,00
22. BP2020_2026-9/2024/113/0911-00/6492501/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan Mivalti vzw
Begunstigde: Mivalti vzw
Bedrag: 1.131,00
23. BP2020_2026-9/2024/113/0945-00/6493512/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U
Algemene werkingssubsidies aan Kind en Preventie
Begunstigde: Kind en Preventie Afdeling Oostrozebeke (fv)
Bedrag: 130,00.
Aangetekende brief van 17 april 2024 met agenda van de algemene vergadering van Creat op 18 juni 2024.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de gemeenteraad van 2 maart 2023 betreffende toetreding tot CREAT aankoopcentrale (TMVS): intekening op 1 aandeel, waarbij de heer De Marez, schepen, werd aangeduid als afgevaardigde op de algemene vergadering van Creat tot het einde van de legislatuur 2019-2024.
Oostrozebeke is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Creat.
De gemeente Oostrozebeke ontving op 17 april 2024 een aangetekend schrijven van Creat om deel te nemen aan de algemene vergadering, die op 18 juni 2024 plaatsvindt in het Flanders expo, Maaltekouter 1, 9051 Gent met volgende agenda:
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
De raad keurt de agenda van de algemene vergadering van Creat van 18 juni 2024 goed:
Artikel 2
De vertegenwoordiger van de gemeente, die zal deelnemen aan de algemene vergadering van 18 juni 2024, zal zijn stemgedrag afstemmen op de beslissing genomen in onderhavig gemeenteraadsbesluit en de punten van de agenda van de algemene vergadering van 18 juni 2024 goedkeuren.
Artikel 3
Een kopie van dit besluit wordt verzonden naar 20240618AV@farys.be.
Er wordt vastgesteld dat er bloempotten en andere ornamenten worden geplaatst op de grafzerken.
Dit is op vandaag niet toegestaan volgens de bepalingen van hoofdstuk 3 van het lokaal gedeelte van het algemeen politiereglement.
Een aanpassing aan de feitelijke situatie dringt zich op.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de gemeenteraad van 1 september 2022 betreffende algemeen politiereglement: lokaal gedeelte: hervaststellen, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 1 februari 2024 betreffende algemeen gemeentelijk politiereglement – lokaal deel: hoofdstuk 9 – Gebruik van de gemeentelijke openbare bibliotheek: wijzigen.
Besluit van de gemeenteraad van 5 oktober 2017 betreffende invullen van het begrip dagelijks bestuur: hervaststellen.
In het algemeen politiereglement, lokaal gedeelte, hoofdstuk 3 begraafplaatsen, artikel 3.56 wordt verwezen naar het voorgaande artikel 3.55. Er staat echter 3.56.
Dit betreft een materiële misslag en wordt verbeterd.
Vaststelling is dat, hoewel strikt gezien niet toegelaten volgens de bepalingen van het politiereglement, op de meeste graven geen vaste planten maar bloempotten of andere ornamenten worden geplaatst.
Er moet tegemoet gekomen worden aan de realiteit op de begraafplaatsen maar waarbij de verantwoordelijkheid uitdrukkelijk bij de plaatser/eigenaar wordt gelegd.
Het komt namelijk voor dat een los geplaatst stuk wegwaait of op andere wijze verdwijnt van het graf.
Het gemeentebestuur kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Artikel 3.56 wordt dan ook in die zin aangevuld.
Toelichting door mevrouw Verschoore, schepen-voorzitter.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
In het lokaal deel van het algemeen politiereglement titel 3 begraafplaatsen wordt volgend artikel gewijzigd en aangevuld:
Artikel 3.56 wordt vervangen door volgende bepaling:
Bij afwijking van artikel 3.55, is het wel toegelaten om seizoenplanten aan te brengen buiten de ruimte toegewezen aan het graf, onder voorwaarde dat dit gedaan wordt in een bakje, en voor zover de afmetingen van de wandelpaden of wegen dit toelaten en zij niet hinderend zijn voor de aanpalende grafsteden.
De seizoensplanten mogen niet ingegraven worden en moeten bij de columbariummonumenten en urnenkelders op de maairand geplaatst worden.
Het plaatsen van bloempotten of andere ornamenten wordt eveneens toegelaten en dit binnen de perken toegewezen aan elk individueel graf en op eigen risico.
Artikel 2
Kopie van dit besluit wordt verzonden aan de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
E-mail van 11 april 2024 van Fluvius, President Kennedypark 12, 8500 Kortrijk betreffende Plannen en overeenkomst looppiste / Omnisportveld (373740) Oostrozebeke Ravottetsraat nw91003950.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Het opmetingsplan met referentie E/91003950/23.09.11, opgemaakt op 9 april 2024 door Metae bv, Houtemstraat 2 bus D te 9860 Oosterzele.
Voor de (her)aanleg van de semi-openbare verlichting rondom de looppiste en omnisportveld volgens het project "Looppiste / Omnisportveld (373740) Oostrozebeke Ravottetsraat nw91003950" moeten er een erfdienstbaarheid verleend worden.
Het betreft een erfdienstbaarheid voor het aanleggen, herstellen, vervangen en onderhouden van ondergrondse/bovengrondse leidingen en aanhorigheden (kasten,…) alsook de toegang voor personeel, te nemen in een deel van het perceel sportgebouw, gelegen te Ettingen 12 te 8780 Oostrozebeke, sectie E nummer 570 W P0000 met een oppervlakte volgens bijgevoegd opmetingsplan van 2 a 82 ca jegens C.V. Gaselwest, President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.
De erfdienstbaarheid wordt kosteloos toegestaan.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
Het college keurt de overeenkomst tot vestiging van erfdienstbaarheid tussen C.V. Gaselwest, President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk, en de gemeente Oostrozebeke, Ernest Brengierstraat 6 te 8780 Oostrozebeke voor het aanleggen, herstellen, vervangen en onderhouden van ondergrondse/bovengrondse leidingen en aanhorigheden (kasten,…) alsook de toegang voor het personeel volgens het project "Looppiste / Omnisportveld (373740) Oostrozebeke Ravottetsraat nw91003950", goed.
Artikel 2
De erfdienstbaarheid voor het aanleggen, herstellen, vervangen en onderhouden van ondergrondse/bovengrondse leidingen en aanhorigheden (kasten,…) alsook de toegang voor personeel te nemen in een deel van het perceel sportgebouw, gelegen te Ettingen 12 te 8780 Oostrozebeke, sectie E nummer 570 W P0000, met een oppervlakte volgens bijgevoegd opmetingsplan van 2 a 82 ca, wordt toegestaan ten kosteloze titel, jegens C.V. Gaselwest, President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.
Artikel 3
Dit besluit zal overgemaakt worden aan C.V. Gaselwest, President Kennedypark 12 te 8500 Kortrijk.
E-mail van 15 april 2024 van de heer Frédéric Vansteenkiste voor notaris Henk Dekiere.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de gemeenteraad van 14 november 2019 betreffende aanleg wegenis verkaveling Molstenstraat: goedkeuren.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 november 2019 betreffende omgevingsvergunning voor nieuwe verkaveling Molstenstraat, gelegen te Molstenstraat 50- 50A te 8780 Oostrozebeke en met als kadastrale omschrijving sectie B, nrs. 184/K, 153/K2 en 153/H2.
Ondertekende basisovereenkomst tussen gemeentebestuur Oostrozebeke en Landmeterskantoor Debie, horende bij het besluit van 28 november 2019.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 augustus 2021 betreffende omgevingsvergunning onder voorwaarden voor bouwen van 15 huizen, gelegen te Molstenstraat x Goed Ter Molst en met als kadastrale omschrijving afdeling 1 sectie B nrs. 153K2, 153H2 en 184K.
Besluit van de gemeenteraad van 7 september 2023 houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kernversterking' en stedenbouwkundige verordening 'Bouwcode'.
Een verkavelingsvergunning met nummer VK/2019/00087 werd afgeleverd op 28 november 2019.
Een omgevingsvergunning met nummer OMV/2021/00062 werd afgeleverd op 25 augustus 2021.
Het wegenisdossier verkaveling Molstenstraat werd goedgekeurd op 14 november 2019.
Het afbakeningsplan werd opgemaakt door de heer Marc Debie, landmeter te Wielsbeke op 20 mei 2021.
Dit metingsplan is opgenomen in de databank van de afbakeningsplannen van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie onder refertenummer 37010/10628, sindsdien ongewijzigd.
Er werd bepaald dat de loten 17A en 17B ten kosteloze titel moeten afgestaan worden aan de gemeente.
Een ontwerp van akte van overdracht van onroerend goed werd opgemaakt op het kantoor van notaris Henk Dekiere te Oostrozebeke.
In de akte verwerft het gemeentebestuur een perceel grond, dienstig als straat en groenzone, gelegen aan de Molstenstraat, ten kadaster bekend volgens titel sectie B delen van nummers 153/D2, 153/B2 en 184/H, daarna nummers 153/K2 P0000, 153/H2 P0000 en 184/K P0000 en thans ten kadaster bekend sectie B nummers 691/X P0000 (lot 17A), 691/Y P0000 (lot 17B), met een oppervlakte van respectievelijk 21 a 49 ca en 21 ca.
De gronden en werken worden vrij, zuiver en onbelast aan de gemeente afgestaan.
De overdracht wordt toegestaan en aanvaard zonder beding van prijs om reden van openbaar nut en dit voor opname in het openbaar domein van de gemeente Oostrozebeke, overeenkomstig de bepalingen in de basisovereenkomst, horende bij de omgevingsvergunning van 28 november 2019.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het ontwerp van akte van overdracht om niet van het onroerend goed, opgemaakt op het kantoor van notaris Henk Dekiere te Oostrozebeke, goed.
Artikel 2
In de akte verwerft het gemeentebestuur een perceel grond dienstig als straat en groenzone, gelegen aan de Molstenstraat, ten kadaster bekend volgens titel sectie B delen van nummers 153/D2, 153/B2 en 184/H, daarna nummers 153/K2 P0000, 153/H2 P0000 en 184/K P0000 en thans ten kadaster bekend sectie B nummers 691/X P0000 (lot 17A), 691/Y P0000 (lot 17B), met een oppervlakte van respectievelijk 21 a 49 ca en 21 ca.
Overleg van 28 maart 2024 met VVOG.
Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, het laatst gewijzigd bij decreet Vlaamse raad van 13 oktober 2023 tot bepaling van de specifieke regels over de pacht (citeeropschrift: "Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023").
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Decreet Bestuursdecreet van 7 december 2018, het laatst gewijzigd bij decreet van 29 maart 2024 betreffende op 1 juli 2022 tot wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wat betreft specifieke regelingen voor de toegang tot bestuursdocumenten.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 – 2025: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Gemeente Oostrozebeke was tot 2015 lid van de Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG).
Vanuit de administratieve diensten wordt gevraagd opnieuw lid te worden, gezien het interessante (opleidingen)aanbod en de ondersteuning die vanuit VVOG wordt aangeboden.
VVOG is een vakorganisatie van en voor groenmedewerkers en politiek verantwoordelijken voor groenbeleid van de lokale besturen in Vlaanderen.
Zij promoten het openbaar groen in al zijn vormen en streven naar meer groenbeleving.
Daarvoor ondersteunen zij de lokale besturen in het ontwikkelen van een breed groenbeleid: uitrollen structurele groenvisie, realiseren van groenprojecten en kwalitatief beheren van groen.
De VVOG werkt op 2 sporen:
De VVOG beschrijft 4 strategische doelstellingen:
Op heden zijn er 182 lokale overheden lid van VVOG.
Elk lid vaardigt één vertegenwoordiger af voor deelname aan de algemene vergadering van VVOG.
Het lidmaatschap in 2024 bedraagt 1 047,00 euro per jaar (geïndexeerd).
Er wordt kwartaalkorting gegeven bij toetreding in een later stadium van een lopend kalenderjaar.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
De uitgaven worden voorzien in meerjarenplan 9 2020 - 2025, actie 721, budgetrekening 0680-00/6150006/800 (jaarlijkse bijdrage).
niet van toepassing
Mevrouw Lefebre, raadslid.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aansluiting bij de Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG) goed.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 7 juni 2024.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG), Predikherenrei 1C, 8000 Brugge.
Goedkeuren lidmaatschap bij Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG) van 6 juni 2024.
Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, het laatst gewijzigd bij decreet Vlaamse raad van 13 oktober 2023 tot bepaling van de specifieke regels over de pacht (citeeropschrift: "Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023").
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Decreet Bestuursdecreet van 7 december 2018, het laatst gewijzigd bij decreet van 29 maart 2024 betreffende op 1 juli 2022 tot wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wat betreft specifieke regelingen voor de toegang tot bestuursdocumenten.
Besluit van de gemeenteraad van 7 december 2023 betreffende meerjarenplanaanpassing 8 2020 – 2025: Raad 07_12_2023 van het deel gemeente: vaststellen.
Besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2024 lidmaatschap Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG): goedkeuren.
Bij besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2024 werd het lidmaatschap tot Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG) goedgekeurd.
Door de toetreding tot Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG), dient gemeente Oostrozebeke, over te gaan tot aanstelling van een vertegenwoordiger voor de algemene vergadering vanaf heden tot einde 2024.
De fractie Oostrozebeke.nu draagt de heer Olivier De Marez, schepen, voor als kandidaat vertegenwoordiger, en mevrouw Carine Geldhof, schepen, voor als plaatsvervanger in de algemene vergadering van Verenging voor Openbaar Groen vzw.
De fractie INSPRAAK.nu draagt de heer Wim Behaeghe, raadslid, voor als kandidaat vertegenwoordiger, en mevrouw Marleen Lefebre, raadslid, voor als plaatsvervanger in de algemene vergadering van Verenging voor Openbaar Groen vzw.
Deze vertegenwoordiger of zijn/haar plaatsvervanger wordt, behoudens andersluidende beslissing van de gemeenteraad, het mandaat gegeven vanuit de gemeenteraad om:
De raad gaat over tot de geheime stemming tijdens de openbare zitting.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
De raad gaat over tot geheime stemming in openbare zitting.
19 stembrieven worden in de bus gevonden voor vertegenwoordiger en plaatsvervanger in de algemene vergadering van de vzw. VVOG.
10 ja-stemmen voor de heer De Marez en 9 ja-stemmen voor de heer Behaeghe.
10 ja-stemmen voor mevrouw Geldhof en 9 ja-stemmen voor mevrouw Lefebre.
De heer De Marez heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen voor vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw. VVOG.
Mevrouw Geldhof heeft de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen bekomen voor plaatsvervanger in de algemene vergadering van de vzw. VVOG.
Artikel 1
De heer De Marez, schepen, wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Vereniging voor Openbaar Groen vzw voor de duur van de legislatuur.
Artikel 2
De mevrouw Geldhof, schepen, wordt aangeduid als plaatsvervanger in de algemene vergadering van de Vereniging voor Openbaar Groen vzw voor de duur van de legislatuur.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG), Predikherenrei 1C, 8000 Brugge.
De doorlichting van de gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen in het licht van de huidige lokale en bovenlokale regelgeving.
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II), het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft zwemmen in open water, inzonderheid afdeling 6.2.2.: lozing van niet-verontreinigd hemelwater en/of bemalingswater, van huishoudelijk afvalwater afkomstig van woongelegenheden en van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van maximaal 600 m³/jaar in een gemeente waarvoor het gemeentelijk zoneringsplan definitief is vastgesteld;
Zoneringsplan (zie https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan en https://www.vmm.be/water/riolering/aansluiten-of-zelf-zuiveren/zoneringsplannen);
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (citeeropschrift: "de Hemelwaterverordening van 2023");
Besluit van de gemeenteraad van 14 november 2019 betreffende belastingsreglement op de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer en de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten: vaststellen;
Besluit van de gemeenteraad van 14 november 2019 betreffende reglement betreffende de aansluiting op de openbare riolering, de keuring van de privéwaterafvoer, de begeleiding door een afkoppelingsdeskundige bij afkoppelingsprojecten en de controle op de werking van de IBA: goedkeuren;
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende subsidiereglement voor de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties: wijzigen;
Besluit van de gemeenteraad van 2 juni 2022 betreffende reglement voor het collectief plaatsen van individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater: goedkeuren.
Op 15 januari 2004 werd de gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen vastgesteld door de gemeenteraad.
Het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater bevatte minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten, evenals de opdracht op eventuele gemeentelijke verordeningen in overstemming te brengen met de gewestelijke verordening.
Gezien geoordeeld werd dat de voorschriften van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voldoende streng en volledig waren, werd besloten om artikel 6 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen niet aan te passen, maar op te heffen.
Deze wijziging gebeurde via het besluit van de gemeenteraad van 8 september 2005, waarbij deel 'B. Hemelwater' (art. 6) geschrapt werd.
Wat momenteel resteert van dit besluit omvat de gemeentelijke bepalingen inzake de aansluitingsplicht op de riolering, het lozen in, en desgevallend het aansluiten op, de openbare riolering, het oppervlaktewater, of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater, en de modaliteiten voor het voorzien van een (voor)zuivering op eigen terrein, dit laatste in vorm van een septische put of een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA).
Het laatste deel van de gemeentelijke verordening omvat een aantal technische bepalingen.
Inmiddels is gebleken dat de bepalingen in kwestie (evenals de terminologie) voorbijgestreefd zijn door vigerende gewestelijke regelgeving enerzijds, en recentere gemeentelijke reglementen anderzijds, met name:
Gezien de gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen niet langer actueel is en geen bepalingen bevat die niet op andere enkel nut meer heeft, wordt ze opgeheven.
Toelichting door de heer De Marez, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
De heer Vandenbroucke, raadslid.
De gemeenteraad heft de gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 15 januari 2004 en gewijzigd bij besluit op 8 september 2005, op.
E-mail van 4 maart 2024 van de secretaris van de PZ MIDOW betreffende vaststelling van het grondgebied van de politiezone MIDOW vanaf 1 januari 2025, gevolgd door een e-mail bericht van 14 maart 2024 van de korpschef van de PZ MIDOW om de vraag in het e-mailbericht van 4 maart 2024 "even 'on hold' te zetten.
E-mail van 6 mei 2024 van de korpschef van de PZ MIDOW met de melding dat er een akkoord is over de tekst van de definitieve regeling, die naar de resp. gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in de PZ MIDOW ter goedkeuring kan worden voorgelegd.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in bijzonder de artikelen 91/11-15 en 257quinquies/11-17, het laatst gewijzigd bij wet van 22 mei 2019 houdende diverse bepalingen wat het politionele informatiebeheer betreft.
Koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen in politiezones.
Besluit van 29 mei 2024 van het college van burgemeester en schepenen van Tielt betreffende politiezone: bespreking principiële overeenkomst in het kader van de fusie.
De deelstaten op Vlaams en Waals niveau laten toe aan steden en gemeenten om te fuseren op basis van wilsovereenstemming.
Omwille van de gemeentelijke fusie tussen Tielt en Meulebeke (in werking vanaf 1/1/25) moeten de federale regels inzake wijziging van de (politie)grenzen worden toegepast.
De Memorie van Toelichting van de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) bepaalt dat aangezien het om een operatie op het niveau van de gemeentelijke entiteiten gaat die deel uitmaken van de desbetreffende politiezones, de “aanvraag” moet uitgaan van alle gemeenteraden met akkoord over personeel, roerende goederen en lopende geschillen.
Bedoeld worden hier zowel de gemeenteraden van de politiezone die zich opsplitst (zijnde: politiezone MIDOW) als die van de reeds ingestelde politiezone waarin de afscheidingsgemeente zal worden opgenomen, met name politiezone Regio Tielt.
De gemeenteraden van Meulebeke en Tielt hebben beslist om te fusioneren vanaf 1 januari 2025.
In dezelfde beslissing liet Meulebeke opnemen om voor de basispolitiezorg vanaf 1/1/2025 beroep te doen op de PZ Regio Tielt in plaats van de PZ MIDOW.
De gemeentefusie heeft ook gevolgen op politioneel vlak met name dat er een wijziging zal gebeuren van de grenzen van de politiezones zoals bepaald het Koninklijk Besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen.
Dit moet geregeld worden via besluitvorming aangezien de politiezones anders juridisch niet kunnen blijven opereren.
Als gevolg van het gewijzigd grondgebied van de twee betrokken politiezones dienen aldus 2 koninklijke besluiten (KB) te worden opgemaakt ter publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Een eerste KB bepaalt de grenzen van het vernieuwde territorium van elke politiezone.
Concreet is het de Minister van Binnenlandse Zaken die gevraagd dient te worden “het KB houdende de indeling van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen in politiezones” in die zin aan te passen.
Het tweede KB regelt de in plaats stelling van de nieuwe politiezone.
Ter voorbereiding van het eerste KB, dient de toepassing van artikel 257quinquies/12 WGP te worden vastgelegd.
Op dinsdag 12 maart 2024 werd in dat kader een overleg georganiseerd tussen beide politiezones, met aanwezigheid van gelijke vertegenwoordiging (de beide korpschefs en de beide politiesecretarissen).
In navolging van eigen gemaakte afspraken in de respectievelijke politiecolleges wordt, zoals voorzien in de wet, een regeling inzake artikel 257quinquies/12 WGP voorgelegd aan alle betrokken gemeenteraden.
Zoals gesteld in artikel 257quinquies/12 WGP nemen de gemeenteraden op advies van de korpschefs van de vorige politiezones volgende handelingen aan:
Aan alle betrokken gemeenteraden (11) worden volgende vragen gesteld, teneinde tegemoet te komen aan artikel 91/12 en artikel 257quinquies/12 WGP: “De gemeenteraden die deel uitmaken van de vorige politiezones die betrokken zijn bij de wijziging van de grenzen van de politiezones, dienen daartoe een gezamenlijke, met redenen omklede aanvraag in bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie”:
Op het politiecollege van 16 mei 2024 werd het dossier rond de vaststelling van het grondgebied en de regeling van de overdrachten besproken.
Het politiecollege van de PZ Midow was er inhoudelijk akkoord over de tekst.
In het politiecollege van PZ Regio Tielt worden opmerkingen gemaakt over de bij de gouverneur voorgestelde compensatieregeling voor de uitstap van de gemeente Meulebeke uit de PZ Midow naar de PZ regio Tielt ingevolge fusie van de gemeente Meulebeke bij Tielt, hetgeen geen beletsel om aan de gemeenteraad de goedkeuring voor te leggen van het besluit betreffende de vaststelling van het grondgebied en de regeling van de overdrachten.
Immers, de federale overheid én de Gouverneur vragen uitdrukkelijk om dit besluit tijdig voor te leggen aan de gemeenteraad zodat het noodzakelijk koninklijk besluit nog tijdig zou kunnen genomen worden.
Tenslotte kunnen er nog opmerkingen en moet er nog een voorbehoud geformuleerd worden aangaande het passief van de PZ Midow, de waardering van de activa en passiva en de regeling hierover.
Toelichting door de heer Derudder, burgemeester.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Artikel 1
Teneinde tegemoet te komen aan de artikelen 91/12 en 257quinquies/12 WGP: “De gemeenteraden die deel uitmaken van de vorige politiezones die betrokken zijn bij de wijziging van de grenzen van de politiezones, dienen daartoe een gezamenlijke, met redenen omklede aanvraag in bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie”:
- inzake punt 1 (de namenlijst):
- inzake punt 2 (lijst roerende goederen):
- inzake punt 3 (lopende geschillenprocedures):
Artikel 2
De raad keurt dit besluit goed onder de opschortende voorwaarde van bekrachtiging en goedkeuring door de gemeenteraad van de stad Tielt van het besluit van 29 mei 2024 van het college van burgemeester en schepenen van Tielt betreffende politiezone: bespreking principiële overeenkomst in het kader van de fusie, waarbij de nieuwe gemeente Tielt-Meulebeke zich naast de vastgelegde bijdragen voor Tielt ook verbindt tot betaling in 2025 tot de helft van de huidige jaarlijkse bijdrage van Meulebeke aan de PZ regio Tielt én aan de PZ (M)IDOW, i.c. elk 550.000 euro (ingelast op 6 juni 2024).
Artikel 3
Op vraag van de politiecolleges van de PZ Regio Tielt en van de PZ MIDOW wordt een afschrift van beslissing overgemaakt aan beide politiezones ter attentie van:
Artikel 4
Vanuit de politiezones PZ Regio Tielt en PZ MIDOW zal in onderlinge samenwerking een formele vraag worden gericht t.a.v. de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie tot wijzing van het KB van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen in politiezones.
De e-mail van raadslid Marleen Lefebre van 4 juni 2024 namens de fractie INSPRAAK.nu.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.
Besluit van de gemeenteraad van 7 maart 2019 betreffende huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, het laatst gewijzigd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2022, inzonderheid artikel 12.
De vraag van raadslid Marijke Verbeke.
Het antwoord van Jonas Van D'huynslager, schepen.
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
Er wordt geen besluit genomen.
De voorzitter sluit de zitting op 06/06/2024 om 22:22.
Namens gemeenteraad,
Carl Vereecke
algemeen directeur
Anne-Sophie Verschoore
schepen-voorzitter