Besluit  gemeenteraad

aanleiding

De noodzaak om bepaalde bevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

juridische overwegingen

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, het laatst gewijzigd bij decreet van 9 februari 2024 tot wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald het artikel 6.

.Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, het laatst gewijzigd bij decreet van 10 november 2023 tot wijziging van het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, wat het ten laste leggen van parkeerretributies en-belastingen aan de gebruikelijke bestuurder van het motorvoertuig en de uitreiking van parkeerkaarten betreft, meer bepaald de artikelen 4 en 5.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het laatst gewijzigd bij decreet van 3 mei 2024 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, het Provinciedecreet van 9 december 2005, de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en het koninklijk besluit van 31 mei 1977 tot uitvoering van artikel 4 van de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, meer bepaald de artikelen 41, 56, 57 en 166.

Het besluit van 7 oktober 2021 van de gemeenteraad houdende reglement tot delegatie van bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen: (her-)vaststellen.

feiten, context, argumentatie

1.

Artikel 41, tweede lid, 10° van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten vastlegt, tenzij:

1. de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur, vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
2. de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd (onder de vorm van een afzonderlijk besluit en niet meer zoals voorheen via de lijst opgenomen in het budget).

2.

Artikel 41, tweede lid, 8° van het decreet over het lokaal bestuur geeft aan de gemeenteraad de bevoegdheid om vast te stellen wat onder het begrip dagelijks bestuur moet worden verstaan.

Het college van burgemeester en schepenen is ingevolge artikel 56 § 3, 5° van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, die passen binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’.

Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen bij delegatie aan de algemeen directeur worden toegewezen.

Uit de bepalingen van het artikel 41, tweede lid, 2°, 14° en 17° van het decreet over het lokaal bestuur, valt af te leiden dat de gemeenteraad de hiernavolgende bevoegdheden kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen:

• het vaststellen van reglementen over personeelsaangelegenheden; 
• het vaststellen van het tarief van retributies en het bepalen van de wijze van inning (het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden er van, inclusief verminderingen en vrijstellingen blijven bevoegdheid van de gemeenteraad); 
• het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.

Uit de bepalingen van het artikel 57, tweede en derde lid, van het decreet over het lokaal bestuur valt af te leiden dat de gemeenteraad de hiernavolgende bevoegdheden kan delegeren naar het college van burgemeester en schepenen:

• het vaststellen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
• het vaststellen van wat onder het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan;
• het vaststellen van het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Uit de memorie van toelichting bij het voorontwerp van decreet over het lokaal bestuur, bij de bespreking van het artikel 41 en 56, blijkt dat de hiernavolgende bevoegdheden van de gemeenteraad gedelegeerd kunnen worden aan het college van burgemeester en schepenen:

• het nemen van besluiten waarbij de financiële lasten van de opgenomen leningen worden herschikt door die lasten te spreiden over een kortere, gelijke of langere periode;
• het nemen van besluiten voor het aangaan van leningen voor een periode langer dan één jaar;
• de vaste belegging van kapitalen voor een periode langer dan één jaar.

Het opnemen en herschikken van leningen mag niet los gezien worden van de beleidsrapporten (vaststelling = bevoegdheid van de gemeenteraad) en het vrijwaren van het financieel evenwicht.

3.

Artikel 166 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt:

“Met behoud van de toepassing van artikel 175 regelt de gemeenteraad de vervanging van de algemeen directeur en de financieel directeur bij hun afwezigheid of verhindering.
Er wordt in elk geval in een waarneming van het ambt van algemeen directeur of financieel directeur voorzien als de afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur of financieel directeur langer dan honderdtwintig dagen duurt of als het ambt vacant werd verklaard.
De waarnemend algemeen directeur en de waarnemend financieel directeur oefenen alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad kan de aanstelling van een waarnemend algemeen directeur of financieel directeur toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen en aan de functiehouder van het ambt.”

Ter vereenvoudiging van de werking en om de continuïteit te kunnen verzekeren, ook in periodes van afwezigheid van zowel de titularissen van het ambt als de waarnemers, wordt de bevoegdheid om een waarnemend algemeen directeur en een waarnemend financieel directeur aan te stellen, gedelegeerd naar het college van burgemeester en schepenen dat minstens wekelijks bijeenkomt.

4.

Artikel 6 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, bepaalt dat de gemeenteraad de bevoegdheid om grafconcessies of concessies voor columbaria op de gemeentelijke begraafplaatsen te verlenen, kan opdragen aan het college van burgemeester en schepenen.

5.

Artikel 4 en 5 van het decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, bepalen dat de gemeenteraad de bevoegdheid om aanvullende reglementen vast te stellen op de gewest-,  provincie- en gemeentewegen (met uitzondering van de autosnelwegen), die zich op het grondgebied bevinden, kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

In Oostrozebeke zijn er enkel gewest- en gemeentewegen.

Toelichting van de heer Derudder, burgemeester.

financiële impact

niet van toepassing

amendement

niet van toepassing

tussenkomsten

niet van toepassing